Minister Eurlings "milieuwetgeving vergt betrouwbaarheid van verkeersprognoses, die niet kan worden waargemaakt" Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 7 november 2007 Bij de milieuprocedures voor de A4 Delft-Schiedam en voor de A74 zijn fouten aan het licht gekomen, zoals ook blijkt uit dit artikel. Bij de A4 was abusievelijk niet in het verkeersmodel ingevoerd, dat bij knooppunt Ypenburg in het ontwerp al rekening was gehouden met een uitbreiding van de verbindingsbogen met een extra rijstrook. Bij de A74 bleek dat was gerekend met de invoering van landelijk prijsbeleid, wat bij deze berekeningen niet had gemoeten. In beide gevallen betrof het een foutieve invoer in het verkeersmodel, die bij beide projecten uiteindelijk leidt tot vertraging. Bij beide projecten is de fout gemaakt door het ingeschakelde onderzoeksbureau en kwam deze op een laat moment aan het licht, waardoor hij mede consequenties kon hebben voor de planning. In een lange kamerbrief (11 pagina's) gaat de minister Eurlings in op deze fouten en reageert hij op het rapport “Rekenfouten A4 en A74” van het Onderzoeks- en Verificatiebureau (OVB) omgaan met onzekerheden De essentie van het betoog van de minister is dat het voorspellen van de toekomst altijd gepaard gaat met onzekerheid. Altijd moeten veronderstellingen worden gedaan, waarvan het onzeker is of ze uitkomen. Deze onzekerheid wringt met name bij het gebruik van verkeersprognoses voor het berekenen van de milieu-effecten. De huidige milieuwetgeving vergt een mate van betrouwbaarheid van de verkeersprognoses, die niet kan worden waargemaakt. Dit is een spanningsveld, dat consequenties kan hebben voor projecten. Hoe verder bovendien vooruitgekeken wordt, hoe onzekerder de voorspelling wordt. Dat geldt voor weersverwachtingen, economische voorspellingen en evengoed ook voor verkeersprognoses. De uitkomst van verkeersmodellen is geen absoluut gegeven. bandbreedte Modeluitkomsten hebben daarom bandbreedte, die de (on)betrouwbaarheid van de verkeerscijfers inzichtelijk maakt. De aanbeveling van het OVB om in besluitvormingsdocumenten meer duidelijkheid te creëren over de modelinvoer en over de onzekerheden en bandbreedte in de uitkomsten zal de minister overnemen. Hierdoor wordt inzichtelijker wat de mate van zekerheid is waarmee uitspraken worden gedaan. Ook zullen vaker en meer systematisch dan nu het geval is gevoeligheidsanalyses worden uitgevoerd op de verkeersprognoses, zodat ook deze informatie kan worden meegewogen in de besluitvorming. Dit punt zal ik ook onder de aandacht brengen van de Commissie versnelling besluitvorming onder leiding van dhr. Elverding. Deze commissie heb ik een advies gevraagd over mogelijkheden om de besluitvorming te versnellen zonder dat dit de zorgvuldigheid vermindert. fouten Om de toekomst zo betrouwbaar mogelijk te voorspellen zijn de verkeersmodellen en de invoergegevens in de afgelopen jaren steeds verder gedetailleerd en worden ze regelmatig geactualiseerd. De toegenomen complexiteit heeft als keerzijde de veroudering van invoergegevens en een toegenomen kans op fouten. Daar komt bij dat de planstudiefase in de praktijk meerdere jaren duurt. Actualiteit is belangrijk, maar het is niet wenselijk om de uitgangspunten en aannames van verkeersmodellen vaak te veranderen. Afgeleide berekeningen moeten dan ook worden overgedaan en dat komt een vlotte procedure niet ten goede. De steeds verdergaande detaillering van verkeersmodellen en modeluitgangspunten heeft geleid tot een sterke toename van het aantal variabelen en modeluitgangspunten. Alleen al omdat de grote hoeveelheid modeluitgangspunten per keer handmatig moet worden ingevoerd, is nooit helemaal te voorkomen, dat de bureaus die in opdracht van VenW verkeersprognoses maken – hoe deskundig ook – een fout maken. Waar het dan om gaat is kwaliteitsborging, die ervoor zorgt dat fouten zoveel mogelijk worden voorkomen en die – wanneer ze toch optreden – aan het licht komen op een moment dat de fout nog te herstellen is zonder consequenties voor de planning. De minister geeft in de brief een aantal voornemens waarmee hij de kans op fouten wil verminderen door:
kwaliteitsborging onderzoekbureaus Een invoerfout, zoals bij de A4 en bij de A74 is gemaakt, is nooit helemaal uit te sluiten. Wel is het mogelijk het risico op fouten sterk te verminderen. Daarbij moet worden bedacht dat mijn ministerie niet zelf verkeersonderzoek doet. Hiervoor worden onderzoeksbureaus ingeschakeld, die hierin gespecialiseerd zijn. Ik vind dat ik erop moet kunnen vertrouwen dat zij hun werk goed doen. De situatie bij A4 en A74 heeft aangetoond dat gerichte inspanningen om kwaliteit te borgen nodig zijn, zowel vooraf door bijvoorbeeld goede opdrachtformulering en achteraf door kwaliteitscontrole. Derhalve heb ik opdracht gegeven voor verdere aanscherping van de richtlijnen hiervoor. Rijkswaterstaat heeft als reactie een aantal verbetermaatregelen in gang gezet, gericht op:
Deze maatregelen voert RWS momenteel door in zijn organisatie. slagvaardiger besluitvorming De ambitie van de minister is een snellere en slagvaardiger besluitvorming over infrastructuurprojecten zonder dat dit ten koste gaat van de zorgvuldigheid van besluiten. Hij ziet daarvoor twee richtingen:
Bron: Kamerbrief V&W |