Ministerie van VROM, 4 november 2002
Om de overlast door geluid en vervuiling in Nederland terug te dringen, wil staatssecretaris Van Geel bekijken of de verlaging van de maximumsnelheid uitkomst kan bieden. Op dit moment loopt er bij Rotterdam Overschie een dergelijk experiment. Zodra de effecten hiervan bekend zijn, valt het besluit of de maatregel ook op andere plekken wordt toegepast.
De spoedwet Wegverbreding die het kabinet heeft ingediend, zorgt er voor dat procedures voor een betere benutting en verbreding van wegen worden vereenvoudigd en versneld. Daarnaast regelt de spoedwet dat de gevolgen voor geluidsoverlast en luchtkwaliteit beperkt blijven. Op Europees niveau maakt het kabinet zich hard voor aanscherping van de geluidsnormen voor weg- en spoorverkeer.
In de spoedwet is een reeks van milieumaatregelen opgenomen die ervoor zorgen dat de gevolgen voor geluidsoverlast en luchtkwaliteit beperkt blijven. Zo geldt een generieke snelheidsverlaging bij alle aan te leggen stroken en komen er geluidsreducerende wegdeklagen om de geluidsoverlast te verminderen. Bovendien is in de spoedwet slechts een tijdelijke afwijking van de geluidsnormen mogelijk. Daarom wordt een pakket van maatregelen als vereiste gesteld om op een later tijdstip wel aan die normen te voldoen. Het Besluit MER blijft daarbij onverkort van kracht.
Voor de beperking van geluidsoverlast werkt het kabinet aan een pakket van alternatieve maatregelen. Belangrijk onderdeel daarvan is het Innovatieprogramma Geluid met de ontwikkeling en toepassing van bijvoorbeeld zeer stille wegdekken, betere remsystemen voor treinen en het slijpen van rails. Ook de betere handhaving van bestaande geluidsnormen vermindert de geluidsoverlast in de woonomgeving door bijvoorbeeld brommers en motoren. Het kabinet maakt zich op Europees niveau hard voor aanscherping van de geluidsnormen voor weg- en spoorverkeer en wil samen met Duitsland, Oostenrijk en Zwisterland lawaaiige treinen aanpakken.
Met de notitie "Vaste waarden, nieuwe vormen: Milieubeleid 2002-2006" geeft het kabinet aan hoe het de komende jaren gaat werken aan het realiseren van de ambities op het gebied van het milieu binnen de kaders van het Strategisch Akkoord. Het ontbreken van ICES-middelen voor geluid heeft consequenties. Deze kunnen deels worden ondervangen door geluidsmaatregelen in de Spoedwet wegverbreding op te nemen, door bestaande budgetten te gebruiken voor het innovatieprogramma en door alternatieve instrumenten in te zetten. Als deze maatregelen onvoldoende effect hebben, zullen de doelstellingen getemporiseerd worden. Lees hierover meer in een ander artikel.
Onder vorige kabinetten is gekozen voor het moderniseren van het instrumentarium geluidbeleid (MIG). Het kabinet wil via het stapsgewijs aanpassen van de Wet Geluidhinder (Wgh) doorgaan met die modernisering. In de analyse die de basis vormde van de modernisering van het instrumentarium bleek dat provincies en gemeenten de normering van de Wgh te rigide en te centralistisch vonden. Ook vonden ze de procedures om lokaal maatwerk te kunnen realiseren te gecompliceerd en te zwaar. In de nu voorziene stapsgewijze wijziging van de Wgh ligt dan ook in eerste instantie de nadruk op het aanpassen van de wet voor wat betreft de ‘hogere waarden’- procedure. Vervolgens kunnen provincie en gemeente gemakkelijker lokaal maatwerk leveren via een minder zware procedure (deregulering). Daarnaast worden de mogelijkheden bezien om de normering voor geluidhinder te versimpelen door bijvoorbeeld een uniforme dosismaat te introduceren en door het aantal normen te verminderen. Daarnaast overweegt het kabinet de mogelijkheid om gemeente en provincie de kans te geven via de Stad en Milieu-aanpak af te wijken van de absolute landelijke grenswaarde. Bij dit alles speelt het implementeren van de EU-richtlijn omgevingslawaai een rol. Deze implementatie moet in juli 2004 zijn voltooid.
Bronnen: Persbericht kabinet, Persbericht VROM,