Schiphol heeft toestemming gekregen van de minister van Verkeer en Waterstaat om de tarieven aan te passen. De nieuwe tarieven voor de luchtvaartmaatschappijen gaan 21 mei in. De aanpassingen van deze tarieven zijn vooral gericht op het zo goed mogelijk gebruik maken van de beschikbare (geluid)capaciteit en op het verbeteren van de concurrentiepositie van Schiphol.

Er bestaat al sinds 1998 een verschil in tarieven tussen stille en lawaaiige vliegtuigen. Dit verschil wordt nu vergroot om het gebruik van de stilste vliegtuigen op Schiphol te stimuleren. De stilste toestellen (de zogenaamde geluidscategorie 1) krijgen vanaf 21 mei 5% korting op de start- en landingsgelden (was 3,5%). Een vliegtuig van geluidscategorie 2 betaalt het basistarief. De luidruchtigste vliegtuigen (geluidscategorie 3) moeten een toeslag van 15% betalen (was 10%). De lawaaiigste zogenaamde "Hoofdstuk 2"-vliegtuigen betalen al jaren een toeslag en zijn mede daardoor met een aandeel van 0,2% in het eerste kwartaal van 2000 vrijwel van Schiphol verdwenen.

Verder wordt het minimumtonnage waarop de tarieven voor starts en landingen van luchtvaartuigen zijn gebaseerd, verhoogd van 12 naar 15 ton. Dat betekent dat kleinere toestellen minimaal het hogere tarief voor een vliegtuig van 15 ton moeten betalen om te kunnen landen en starten. Daarmee wil Schiphol het gebruik door klein en niet-commercieel verkeer ontmoedigen.