Geluidsprobleem tussen Ronda en Hertz in TivoliVredenburg opgelost |
Arnold Koopman (Level Acoustics & Vibration), juli 2015 Het probleem met het geluidslek in TivoliVredenburg tussen de zalen Hertz en Ronda is opgelost. Uit metingen van eind juni blijkt dat de beoogde geluidsoverdracht tussen de popzaal (Ronda) en de kamermuziekzaal (Hertz) is teruggebracht naar het niveau waarop gelijktijdige programmering mogelijk is. Tijdens de ingebruikname van TivoliVredenburg in 2014 bleek de geluidsisolatie tussen de zalen Ronda en Hertz onvoldoende. Bij een geluidsproductie in de Ronda van 105 dB (A) bleek nog 29 dB (A) hoorbaar in Hertz, terwijl 20 dB (A) als norm was gesteld. Hoewel door het convenant 'Preventie gehoorschade muzieksector' de norm tussentijds wel werd bijgesteld naar 103 dB (A), bleef de geluidsoverdracht tussen de beide zalen te groot. Na uitvoerig akoestisch onderzoek en modelberekeningen is gekozen voor een aanpak om in de vier kolommen die de Ronda met Hertz verbinden, veren aan te brengen, die de overdracht van geluid dempen. Deze maatregel blijkt succesvol. Bij een geluidsproductie van gemiddeld 105 dB(A) wordt nu nog gemiddeld 22 dB(A) gemeten. Deze reductie geeft in combinatie met de afspraken in het convenant groen licht voor TivoliVredenburg om in beide zalen gelijktijdig concerten te kunnen programmeren. Hoge frequentieafhankelijke eisen De eis betreft een DnT;A van 85 dB, bij een housespectrum. In de lage octaafbanden, met name die van 63 en 125 Hz, was een verbetering nodig van zo'n 9 dB. De zalen liggen boven elkaar en bestaan elk uit een eigen buitendoos en binnendoos. De buitendozen zijn constructief met elkaar verbonden via liftkernen en kolommen. In 2014 heeft Level Acoustics & Vibration onderzocht hoe de dominante geluidpaden tussen de twee zalen lopen: flankerend via de liftkern of de kolommen danwel 'direct' door de binnen- en buitendozen of de liftdeur en luchtkolom van een goederenlift. De conclusie van dat onderzoek was dat in de lage octaafbanden 75% van de geluidenergie via de kolommen gaat, in de vorm van longitudinale overdracht voornamelijk bij 63 Hz en buiggolven voornamelijk bij 125 Hz. Een secundair pad zijn longitudinale golven in de liftkern. Complexe massa-veerconstructie Op grond hiervan is besloten de (vier) kolommen als overdrachtspad aan te pakken, door deze 'door te zagen' en er een verenpakket in te plaatsen die de statische last, van ongeveer 100 ton per kolom, overdraagt maar geluidstrillingen verzwakt. Omdat de kolommen niet een monoliete zware constructie dragen maar een relatief lichte stalen vakwerkconstructie is hier geen sprake van een klassiek massa-veer systeem met bijbehorende afveerfrequentie. De meewerkende massa verschilt per frequentie, afhankelijk van de modes in het vakwerk, en is altijd geringer dan de statische massa op de veren. Dit bemoeilijkt het ontwerp van de veren. Een uitdaging is ook om de veren zo in te bouwen dat de zaal erboven geen millimeter zakt, in verband met bouwkundige schade bij aansluiting, en bijvoorbeeld wegrollende piano's. Dit heeft geleid tot een bijzonder complexe veerconstructie, gebaseerd op een elastomeerproduct van het Belgische CDM, met veel staal- en laswerk van het eveneens Belgische CSM. Het ontwerp, waarbij de wijze en fasering van inbouw een belangrijk aspect is geweest, is tot stand gekomen in een samenwerking van Zonneveld, Heijmans en Level Acoustics. Een stuk van een kolom is weggesneden om plaats te maken voor een veer, bestaande uit 12 lagen elastomeer, verdeeld over 12 blokjes; de veer ligt hier nog open en bloot, intussen is de veer omkast, mede om horizontale krachten over te dragen op de vloer (eveneens met tussenkomst van elastomeer, zij het veel bescheidener blokjes). Foto: Arnold Koopman)
|
footer |