Kamervragen over structuurvisie windenergie Ministerie I&M, 31 mei 2013 In de Tweede Kamer zijn nav. het Ontwerp structuurvisie Windenergie (op het land) vragen gesteld over het geluid van windturbines. In onderstaande figuur de locaties van de windturbines uit de structuurvisie.
Vakantieparken en campings Vraag: Deelt u de mening dat vakantieparken en campings vallen onder de categorieën geluidsgevoelige bestemmingen? Antwoord: In het Besluit wijziging milieuregels windturbines wordt voor het begrip «geluidgevoelige bestemmingen» verwezen naar de Wet geluidhinder (art 1). Campings en vakantieparken worden daar niet genoemd. Aannemend dat met de vraag wordt bedoeld of de geluidsnorm voor windturbines van 47 dB (Lden) ook van toepassing moet zijn op campings en vakantieparken, is dat dus niet het geval. Bevoegd gezag kan wel met dit specifieke gebruik van een camping of vakantiepark rekening houden bij de vaststelling van een bestemmingsplan. Deense normen Vraag 49: Antwoord: Vraag: Antwoord: Binnnen woningen Vraag: Hoe vindt meting plaats van geluidbelasting en door wie? Wordt daarbij ook de geluidbelasting binnenshuis betrokken? Antwoord: In de regelgeving over geluid van windturbines is een meting van geluidbelasting op een woning niet voorgeschreven. In geval van een initiatief voor de bouw van één of meer windturbines heeft een meting aan de reeds aanwezige geluidbelasting meestal geen nut, aangezien bij de toetsing aan de norm hiermee geen rekening wordt gehouden. De verwachte geluidbelasting op de gevels van woningen rond een windturbine-initiatief wordt berekend op grond van de brongegevens (uit het certificeringsrapport van de fabrikant) met toepassing van een overdrachtsmodel. Als hieruit volgt dat elke gevel ten hoogste wordt belast met 47 dB (Lden) en 41 dB (Lnight) kan dit worden gemeld bij bevoegd gezag voor de Wet milieubeheer. Indien er tijdens de exploitatiefase van een windturbine een reden is om te twijfelen aan het voldoen aan de geluidnorm (bij voorbeeld naar aanleiding van een handhavingsverzoek van omwonenden) geeft de Handreiking meten en rekenen geluid windturbines aan, dat een meting van het brongeluid moet worden uitgevoerd. De meetuitkomst kan met het overdrachtsmodel worden omgezet in een gevelbelasting en/of kan worden vergeleken met de gecertificeerde gegevens over het brongeluid in relatie tot de heersende windsnelheid en tevens met de op dat moment geproduceerde elektriciteit. Deze drie mogelijkheden leveren een betrouwbaarder aanwijzing op over het aan de norm voldoen van een windturbine dan een steekproefsgewijze meting aan de gevelbelasting. De geluidbelasting die binnenshuis kan ontstaan als gevolg van de bouw van windturbines behoeft ook niet te worden gemeten. Daarvoor is geen aparte norm vastgesteld. Ter toelichting dient te worden bedacht dat voor van buiten afkomstig geluid de norm binnen de woning meestal ongeveer 33 dB is. Het Bouwbesluit schrijft voor, dat de buitenmuur van woningen het buitengeluid met minstens 20 dB reduceert. Bij voldoen aan 47 dB buiten wordt dus tevens (ruim) voldaan aan de norm van 33 dB binnen. Afstand Vraag: Antwoord: Effecten op gezondheid Vraag: Waarom wordt er slechts gesproken over het betrekken van burgergroeperingen, maar staat er niets over onderzoek naar effecten op de gezondheid van mensen door laagfrequent turbinegeluid dat over grotere afstanden en voornamelijk in de nachtelijke uren te horen is op bepaalde punten en door slagschaduw dat een stroboscoopeffect geeft bij laagstaande zon en hinderlijk is voor mensen? Antwoord: Het staat niet ter discussie, dat windturbines moeten voldoen aan de wettelijke normen voor overlast in woningen door geluid of door slagschaduw van windturbines. Daarbij meent het kabinet dat er voldoende wetenschappelijk bewijs is om aan te nemen dat deze normen toereikende bescherming aan bewoners bieden. Zoals in het antwoord op vraag 49 gesteld, is er geen reden om in de structuurvisie stil te staan bij laag-frequent geluid. Evenzo is de geldende norm voor maximale gevelbelasting met slagschaduw (maximaal 17 dagen met 20 minuten hinder) een weloverwogen inperking van deze hinder. Historische beweringen dat slagschaduw naast hinder ook effect kan hebben op de gezondheid (epilepsie is gesuggereerd) zijn nooit wetenschappelijk aangetoond. Verder onderzoek aan geluid en slagschaduw is daarom niet nodig. Wel is van belang dat de overheid in de communicatie bij projectontwikkeling de omwonenden hierover goed informeert. Gemeentelijke eisen Vraag: Mogen gemeenten zelf geluidseisen aan windmolenparken stellen? Antwoord: Er is voor geluidbelasting van woningen een landelijke norm van 47 dB op basis van Lden. De soort norm (Lden) en de bijbehorende reken- en meetvoorschriften mogen gemeenten niet aanpassen. Wel kunnen zij, op basis van een eigen afweging en motivering voor een maatwerkvoorschrift kiezen. In de Nota van toelichting bij het Besluit wijziging milieuregels windturbines staat dat deze keuzemogelijkheid is gecreëerd voor bijzondere omstandigheden die altijd specifiek op basis van de lokale situatie moeten worden gemotiveerd.
Bron: Rijksoverheid |
footer |