Kabinet vindt EU Richtlijn omgevingslawaai niet nodig Redactie, 30 juni 2013
"Al tijdens het referendum in 2005 werd het onbehagen van de Nederlandse bevolking duidelijk met een Unie die als een doel op zich steeds verder uitdijt en steeds bemoeizuchtiger wordt.", zo schrijft de minister van Buitenlandse Zaken, Frans Timmermans aan de Tweede Kamer "Alleen indien er goede argumenten zijn voor ingrijpen op Europees niveau ... is Europese regelgeving gerechtvaardigd. Als leidend motto daarbij geldt: ‘Europees wat Europees moet, nationaal wat nationaal kan’." "...Nederland ... vindt dat bestaande regelgeving opnieuw op de agenda moet kunnen worden gezet... ." Departementen Alle departementen hebben, mede door raadpleging van een groot aantal organisaties van experts en belanghebbenden, gewerkt aan een lijst van waar het wat Nederland betreft op dit moment op het gebied van Europese regelgeving concreet aan schort. De uitkomst van deze exercitie is een lijst van 54 Nederlandse actiepunten. Na de bespreking met het Parlement zal Nederland de actiepunten in EU-verband inbrengen. 54 actiepunten Van de 54 punten op de lijst heeft de redactie de volgende geselecteer, vanwege een relatie met "geluid". 26.Richtlijn omgevingslawaai Deze richtlijn adresseert niet een probleem met een grensoverschrijdend/EU-breed karakter. De nadruk dient wat Nederland betreft te liggen op bronbeleid (voertuigen, spoormaterieel) om via die weg een level playing field vorm te geven. Er is samenhang met het recente voorstel over lawaai van luchthavens waarover de Tweede Kamer een negatief subsidiariteitsoordeel heeft gegeven. → Er is volgens Nederland geen EU-regelgeving nodig op dit terrein, omdat het niet gaat om een probleem met een grensoverschrijdend/EU-breed karakter. Een level playing field dient te worden gewaarborgd via bronbeleid. 27. Milieu-effectrapportages In de ogen van Nederland kent de EU-regelgeving op dit terrein een grote mate van detail en teveel middelvoorschriften in plaats van doelvoorschriften, hetgeen kan leiden tot ongewenste impact op nationale uitvoeringsmodaliteiten en –kosten. → Nederland pleit voor minder gedetailleerde EU-regelgeving op het terrein van milieueffectrapportages. 29.Richtlijn luchtkwaliteit (fijnstof) Vanwege een rigide beoordelingssysteem van meetresultaten wordt Nederland ertoe gedwongen om op een beperkt aantal punten in stedelijk gebied (hotspots) – in het bijzonder bij fijnstof - toch zeer ingrijpende locale maatregelen te nemen om aan de luchtkwaliteitseisen te voldoen, terwijl het merendeel van de verontreinigende stoffen geen locale oorsprong heeft. → Nederland pleit ervoor bij een eventuele herziening van de richtlijn of haar bijlagen de lidstaten meer flexibiliteit te bieden voor het interpreteren van de meetresultaten en de gevolgen van overschrijdingen op hotspots. 51.Arbo-regelgeving Nederland ervaart in EU-regelgeving op dit terrein een grote mate van detail- en middelvoorschriften in plaats van doelvoorschriften, hetgeen kan leiden tot inperking van de mogelijkheden om de wijze van uitvoering toe te snijden op de nationale omstandigheden en kan leiden tot hogere uitvoeringskosten. Soms worden deze middelvoorschriften ook opgenomen in akkoorden tussen sectorale sociale partners op Europees niveau. → Nederland dringt aan op een systeem waarbij regelgeving over arbeidsomstandigheden alleen op hoofdlijnen wordt vastgelegd en sectoren zelf uitwerking hieraan geven in sectorafspraken (zelfregulering). Terughoudendheid is gewenst om deze sectoruitwerking op Europees niveau om te zetten in regelgeving. Zonder af te willen doen aan het belang van de Europese sociale dialoog, dienen ook sociale partnerregelingen (zoals bijvoorbeeld de overeenkomst in de kapperssector) te worden getoetst aan de Europese principes van ‘smart regulation’, inclusief volledige impact assessments. Bron: Overheid.nl |
footer |