Tips en trucs geluidmodellen maken, wist u dat....

... de bovenbouwconstructie van stalen spoorbruggen in SRM2

Sander Buitelaar, dBvision, 28 november 2013

Veel adviesbureaus zijn ervaren in het opstellen van geluidmodellen. Soms zijn er nog aspecten die over het hoofd gezien worden of gewoon minder bekend zijn. Om kennis te delen en daarmee de kwaliteit van het modelleren te bevorderen is Geluidnieuws een nieuwe rubriek gestart. In deze rubriek ontvangt u ieder kwartaal een tip of een truc over het modelleren. Deze keer gaat het over de bovenbouw­constructie van stalen spoorbruggen.

Geluidregisters

Met de komst van de geluidregisters voor het spoor- en wegverkeer lijkt het opstellen van een SRM2-model eenvoudiger geworden. Na het importeren van de data van het geluidregister in WinHavik of Geomilieu bent u toch gelijk klaar? Niets is minder waar.

Wist u bijvoorbeeld dat de bovenbouwconstructie van stalen bruggen overal nog gewijzigd moet worden in bb=1 als het geluidregister hier een andere bovenbouwconstructie aangeeft. Waarom? De brugtoeslagen zijn gedefinieerd ten opzichte van bb=1. Dit volgt uit artikel 3.5.2 van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 (Rmg), zie hieronder voor de integrale tekst van dit artikel. De bovenbouwconstructie volgens het geluidregister was aanwezig in 2008 of is voorzien volgens een recent besluit.

Afgevraagd kan worden waarom de SRM2-software de bovenbouwconstructie van stalen bruggen bij de import niet gelijk wijzigt in bb=1. Ik ben daar geen voorstander van, omdat dan vooraf informatie verloren gaat. Als maatregelen bij een brug overwogen moeten worden, wil je als adviseur toch weten welke bovenbouwconstructie aanwezig is volgens het geluidregister?

Onderstaande video’s laten zien hoe stalen bruggen makkelijk gevonden kunnen worden met WinHavik en Geomilieu en hoe de bovenbouwconstructie vervolgens gewijzigd kan worden.

Artikel Rmg 3.5.2

Bij stalen kunstwerken wordt de toename van de emissie ten gevolge van de invloed van het kunstwerk in rekening gebracht met een geluidemissietoeslag. De toename van de emissie kan worden toegeschreven aan geluidemissie van het kunstwerk zelf en een toename van het rolgeluid op het kunstwerk. De emissie ten gevolge van de geluiduitstraling door het kunstwerk zelf wordt verwerkt door het toevoegen van een bronlijn op 0 meter BS en de extra emissie ten gevolge van de toename van het rolgeluid wordt verrekend als toename van de emissie op de reeds gemodelleerde bronnen op 0 en 0,5 meter BS.  

In de geluidemissietoeslag is het effect van een mogelijk afwijkende bovenbouwconstructie en eventuele extra afschermende delen van het kunstwerk al verwerkt. Daarom wordt bij stalen kunstwerken in de modellering uitgegaan van bovenbouwconstructie bb=1 en worden de afschermende delen van het kunstwerk niet gemodelleerd. De geluidemissietoeslag voor een stalen kunstwerk wordt meettechnisch bepaald volgens de methode beschreven in paragraaf 6.2.

Voor het toepassen van schermen als geluidmaatregel op het kunstwerk is nader onderzoek nodig.