Geluidseisen voor tunnels
Redactie, 31 mei 2012
In verband met de opheffing van de Commissie voor de
tunnelveiligheid, met de vaststelling van gestandaardiseerde
uitrustingen voor tunnels, met de vaststelling van een
risicoanalyse en in verband met enige andere wijzigingen wordt de
Regeling aanvullende regels veiligheid wegtunnels gewijzigd. In
het huidige concept staat het volgende over "geluid". Onder andere
worden er spraakverstaanbaarheidseisen gesteld aan de tunnel
omroep.
Artikel 11.5 Het gemiddelde geluidsdrukniveau bij inschakeling
van de ventilatie bedraagt ten hoogste 87dB (A). Op geen enkele
plaats in de verkeersbuis, gemeten op een hoogte van 1,60 meter
boven het wegdek, is een geluidsdrukniveau van meer dan 90 db(A).
Artikel 11.6 1. lid 2. In een calamiteitensituatie is het
geluidsniveau van de ventilatie in de niet-incidentbuis, onder
normale weersomstandigheden, ten hoogste 55 dB(A) gemeten buiten
de directe nabijheid van de ventilator.
Omroep verkeersbuis
Artikel 14.1
1. De omroepinstallatie is per verkeersbuis, inclusief
toeritgebied, in secties ingedeeld.
2. Een sectie van de omroep in de verkeersbuis als bedoeld in het
eerste lid, is het gebied welke door het gehele beeldveld van één
camerabeeld wordt afgedekt.
3. De luidsprekers van de omroep worden zo in secties opgedeeld
dat het geluid verstaanbaar is binnen het gehele beeldveld dat
zichtbaar is door één camera. Hiervoor kunnen luidsprekers aan
meer dan één sectie worden toegekend.
4. De omroepinstallatie kan zowel vooraf opgenomen boodschappen
als een rechtstreeks ingesproken boodschap afspelen in een,
meerdere, of alle secties. 5. Een gesproken boodschap via de
omroepinstallatie wordt voorafgegaan door een 'dingdong'
attentiesignaal.
Artikel 14.2
1. De omroepinstallatie beschikt ten minste over een
opslagcapaciteit voor 30 boodschappen met elk een lengte van 40
seconden.
2. De omroepinstallatie functioneert in het kader van het normale
menselijk gehoor binnen de grenzen van 125 tot en met 8000 Hertz.
3. Het ontwerp van het omroepsysteem voldoet ten minste aan de
Speech Transmission Index richtlijnen bedoeld in norm IEC 60268.
Artikel 14.3
1. De gemiddelde STI waarde is niet kleiner dan de in de
onderstaande tabel aangegeven waarden, waarbij de
standaarddeviatie niet groter is dan de in de tabel bijbehorende
standaarddeviatie.

2. Bij verificatie van de STI betreft het de verstaanbaarheid
van de omroep buiten het voertuig, waarbij de volgende voorwaarden
gelden:
a. Het weergaveniveau ligt onder 105 dB(A);
b. De meting geschiedt op 1,5 meter hoogte;
c. De afstand tussen de meetpunten bedraagt 5 tot 7,5 meter;
d. De meting geschiedt op het midden van de rijstrook;
e. Elke meting duurt ten minste 20 seconden;
f. Er zijn ten minste 40 meetpunten verdeeld over de rijstroken
van een sectie, en
g. Er wordt gemeten in de bandbreedte van de octaafbanden 125Hz
t/m 8000Hz, waarbij de ruisvloer ten minste 15dB onder het
nominale spraakniveau ligt.
3. Bij een steekproefgrootte van 60 meetpunten mag de
toelaatbare standaarddeviatie uit bovenstaande tabel met 0,005
worden verhoogd.
Artikel 14.4
1. In de verkeersbuizen heeft de omroep geen hogere geluidsdruk
dan 105 dB(A).
2. De geluidsdruk van de omroep ligt tussen de 10 en 13dB(A) hoger
dan het specifieke omgevingslawaai in de verkeersbuis bij
ventilatie en verkeer met een snelheid van 70km/h.
Noodtelefoon
Artikel 16.2
1. De noodtelefoon in de verkeersbuis voldoet ten minste aan de
Speech Transmission Index (STI)-richtlijnen vastgelegd in
[IEC60268]
2. De gemiddelde STI waarde per noodtelefoon is niet kleiner dan
de in de onderstaande tabel aangegeven waarden, waarbij de
standaarddeviatie niet groter mag zijn dan de in de tabel
bijbehorende standaarddeviatie.

3. De noodtelefoon in tunnels langer dan 500 meter voldoet voor
zowel spreken als luisteren, zowel bij de hulppost als in de
verkeerscentrale, aan het gestelde criterium voor STI in
gebruikssituaties met rijdend verkeer met een snelheid van 70km/h
in combinatie met 87dB(A) ventilatorlawaai in de verkeersbuis en
normaal omgevingsgeluid in de verkeerscentrale.
4. De noodtelefoon in tunnels langer dan 250 meter en ten hoogste
500 meter voldoet voor zowel spreken als luisteren, zowel bij de
hulppost als in de meldkamer, aan het gestelde criterium voor STI
in gebruikssituaties met rijdend verkeer met een snelheid van
70km/h in de verkeersbuis en normaal omgevingsgeluid in de
meldkamer.
|