Planbureau: Elektrisch rijden goed voor geluid Planbureau voor de Leefomgeving, 20 november 2012 Als alle personenauto’s in Nederland op elektriciteit zouden rijden, verbetert het milieu en de leefomgeving vooral in de steden, met name door minder CO2-uitstoot en geluidshinder. Ook wordt ons land dan minder afhankelijk van fossiele brandstoffen. Elektrisch rijden kost de overheid, bij gelijkblijvend belastingregime, wel geld. Ook de consument is waarschijnlijk duurder uit. Alleen de automobilist die meer dan 20.000 kilometers per jaar rijdt, kan besparen. Het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) onderzocht wat de gevolgen zijn van een totale omschakeling op elektrisch rijden van personenauto’s in 2050, op kosten, maar ook op geluid en ongevallen. Een derde Elektrisch rijden zal binnenstedelijk de geluidshinder met ongeveer een derde doen verminderen en mogelijk leiden tot besparingen in de aanleg van binnenstedelijke geluidsmaatregelen. Doordat de geluidsbelasting op de snelwegen en de provinciale wegen voornamelijk ontstaat door het bandwegdekgeluid, zal een elektrisch wagenpark op deze wegen geen geluidsvoordelen opleveren. Hierdoor zijn er geen besparingen te verwachten op bijvoorbeeld de geluidsschermen langs de snelwegen. In het stadsverkeer zijn auto’s met elektromotoren niet alleen schoner en zuiniger, maar ook stiller dan auto’s met conventionele verbrandingsmotoren. Vooral bij snelheden tot 20 kilometer per uur is het geluidsverschil substantieel. Een volledig elektrisch wagenpark zal in een stedelijke omgeving gemiddeld 3 tot 4 decibel minder geluid veroorzaken ten opzichte van de huidige situatie met een wagenpark bestaande uit auto’s met verbrandingsmotoren (Verheijen 2008; Verheijen & Jabben 2010). In vergelijking met hybride auto’s, die naast een elektromotor ook een verbrandingsmotor hebben, zijn volledig elektrische auto’s 1 tot 2 decibel stiller (Van Blokland & Peeters 2009). Onderstaande figuur laat de emissiereductie (in dB(A)) zien voor zowel elektrische als hybride auto’s bij verschillende snelheden. Uit de figuur blijkt dat bij snelheden boven 50 kilometer per uur de geluidsreductie verwaarloosbaar klein wordt. Dat komt doordat het band-wegdekgeluid met de snelheid toeneemt. Op snelwegen en provinciale wegen zullen dus geen geluidseffecten te merken zijn van een elektrisch wagenpark. Daarmee zijn dus ook geen besparingen op bijvoorbeeld geluidsschermen langs snelwegen te verwachten. Wel zal het binnen de stad, waar de meeste geluidsoverlast is, stiller worden. Op basis van een extrapolatie van een doorrekening voor de stad Utrecht komen Verheijen en Jabben (2010) tot de conclusie dat elektrisch rijden de binnenstedelijke geluidshinder met ongeveer een derde zal doen verminderen. Daardoor zal elektrisch rijden mogelijk leiden tot besparingen in de aanleg van binnenstedelijke geluidsmaatregelen, met name wanneer het gaat om de aanleg van (duurdere) soorten stil wegdek. Ongevallen Er zijn tot nu toe geen aanwijzingen dat het stillere elektrische vervoer tot grotere ongevalsrisico’s zal leiden. In Nederland en Japan zijn tot nu toe geen statistische aanwijzingen gevonden voor een verhoogde kans op een aanrijding met een stille hybride auto. Of hierbij een rol speelt dat Nederlanders al gewend zijn aan stille verkeersdeelnemers, namelijk fietsers, bleek niet uit de beschikbare gegevens. Bij elektrische auto’s is de ongevalskans nog niet onderzocht omdat deze nog zo weinig worden gebruikt dat er nog geen statistisch significante resultaten verwacht mogen worden. Vanwege de mogelijke risico’s wordt in de Verenigde Staten en Japan gewerkt aan voorstellen om minimumgeluidseisen voor motorvoertuigen te verplichten. Langzaam rijdende stille motorvoertuigen zouden dan – permanent – kunstmatige geluiden moeten voortbrengen om aan de regels te voldoen. Als zulke eisen voor de Europese markt verplicht worden gesteld, zal dit de vooruitzichten op minder geluidshinder inperken. Bron: Planbureau voor de Leefomgeving, download hier het rapport.
|