Isso-rapport over geluid van klimaatinstallaties Installmedia, 22 juni 2012 Een vaak voorkomende klacht over klimaatinstallaties in woningen en woongebouwen, is de geluidsoverlast. Die klacht kan de ontwerper en installateur voorkomen aan de hand van het nieuwe Isso-rapport 111. Klimaatinstallaties dienen te zorgen voor een prettig binnenklimaat en een gezonde leefomgeving. De praktijk is weerbarstiger. Zo blijkt uit recent onderzoek dat mechanische ventilatiesystemen in woningen in te weinig luchtverversing voorzien. Verder kan worden vastgesteld dat bewoners in goed geïsoleerde nieuwbouwwoningen het ventilatiesysteem vaak uitschakelen vanwege geluidsoverlast, met alle gevolgen van dien voor de gezondheid van de bewoners. Ook andere klimaatinstallaties, waaronder verwarming, koeling en sanitair, kunnen zonder passende maatregelen geluidshinder veroorzaken. Vanwege deze wetenschap heeft Isso, kennisinstituut voor de installatiesector, een praktijkgericht rapport geschreven ter bestrijding van installatiegeluid. In de specificatiebladen staan de te nemen bouwkundige en installatietechnische maatregelen om aan het gestelde geluidsniveau te voldoen. Het doorgaans benodigde rekenwerk is al gedaan. Daarnaast krijgt de ontwerper en installateur maatregelen, voorzieningen en richtlijnen aangereikt voor het ontwerp en de uitvoering. Het rapport gaat uit van de meest voorkomende klimaatinstallaties in woningen en woongebouwen. Als basis dienen de belangrijkste punten uit het Bouwbesluit 2012. Het rapport is een handige richtlijn waarmee snel (zonder te rekenen) kan worden voldaan aan de wettelijke en aanvullende geluidseisen. Inhoud Dit ISSO-rapport is een handige richtlijn waarmee snel, zonder te rekenen, kan worden nagegaan of voldaan wordt aan de wettelijke geluidseisen volgens het bouwbesluit en eventueel aanvullende geluidseisen. Hiervoor zijn in dit ISSO-rapport specificatiebladen opgenomen voor verschillende installaties in woningen. Afhankelijk van de opstellingsplaats van de installatie in woningen en de ontwerpuitgangspunten worden op de specificatiebladen de benodigde bouwkundige en installatietechnische maatregelen en voorzieningen vermeld. Voor de installaties wordt onderscheid gemaakt in:
Bij de ventilatie-installaties worden naast de individuele centrale ventilatiesystemen ook de diverse decentrale systemen behandeld en bij de verwarmings- en koelinstallaties ook de duurzame installaties met een warmtepomp als opwekker. Geluid is een ingewikkelde materie waarbij in principe een uitgebreide theoretische en praktische ervaring noodzakelijk is. Dit ISSO-rapport beperkt zich dan ook tot het definiëren en behandelen van de geluidstechnische begrippen die op de specificatiebladen voorkomen. In Bijlage A wordt de benodigde basiskennis van geluid weergegeven. In Bijlage B wordt ingegaan op de (theoretische) luchtgeluidsisolatiewaarden van wand- en deurconstructies, inclusief onderspleten, zoals deze in de woningbouw voorkomen. Bijlage C geeft de verschillende geluidsbronnen binnen installatiesystemen aan en de mogelijke overdrachtswegen van luchtgeluid en constructiegeluid. Deze informatie is van belang bij het inzicht in het transport van geluid binnen een woning/gebouw. Bijlage D beschrijft het meten van installatiegeluid binnen woningen volgens de formele wettelijke norm en op een vereenvoudigde wijze zoals vastgelegd in de beoordelingsrichtlijn BRL 8010. Tevens wordt een indicatieve meetmethode besproken bedoeld voor de installateur die alleen een eenvoudige geluidsmeter bezit, om (slechts) een indicatie te krijgen of de installatie voldoet aan de hieraan gestelde geluidseis.
|