MER evaluatie Betuweroute leidt contra-expertise en kamervragen Diverse bronnen, 30 juni 2012 Naar aanleiding van de MER-evaluatie van de Betuweroute, die eind 2012/begin 2013 gereed zal zijn, treedt een hoop commotie op. Metingen door DGMR en Peutz, kamervragen, aandacht bij de NOS. Hieronder een samenvatting. Bewoners Omwonenden van de Betuwelijn protesteren tegen de geluidsoverlast van het goederenspoor tussen Rotterdam en Duitsland. Dat traject werd in 2007 in gebruik genomen. De laatste tijd rijden er steeds meer treinen, wat tot meer lawaai leidt. De bewoners was tijdens de informatieavonden een niveau van 57 dB voorgespiegeld (etmaalwaarde, redactie), maar de bewoners ervaren nu pieken in het geluid die veel hoger zijn. Gerrie Eyckhof, verslaggever bij de NOS, meet zelf waarden tot 88 decibel. En dat meerdere keren per uur. Volgens de website van de NOS hebben de bewoners zich verenigd in een actiecomité, dat een paar weken geleden is omgevormd tot de Stichting Aanpak Overlast Betuweroute. Zodoende kan er ook geld geworven worden om eventuele juridische procedures te bekostigen. Metingen Door DGMR zijn metingen op drie locaties uitgevoerd. Bij elke locatie passeerden 12-15 treinen. Omdat de Betuweroute nog niet ten volle wordt benut zijn de geluidsniveaus (althans de gemiddelde niveaus, Letmaal of Lden, redactie), lager zijn dan bij volle benutting van de Betuweroute. DGMR heeft ook gekeken naar de eindsituatie. Uit de metingen volgt dat de gemiddelde geluidsniveaus niet significant verschillen met wat men aan de hand van berekeningen zou verwachten, aldus de rapportage van DGMR. Wel is er een zeer grote spreiding tussen verschillende treinen, tot 16 dB SEL.
Binnen wettelijke normen DGMR concludeert uit de metingen dat er geen overschrijdingen zijn van de geluidswaarden uit het TB. Ook geeft DGMR aan dat met de gemeten treinsamenstellingen en types de geluidsruimte voor groei gelijk is aan de ruimte die het Tracebesluit toelaat. Het ministerie van I&M stelt eveneens dat het geluid binnen de wettelijke normen blijft. Het Tracebesluit voor de Betuweroute dateert uit 1996. Toen is ook het “Programma voor de evaluatie van de milieueffecten van de Betuweroute" uitgebracht dat voorschrijft hoe en wanneer het in 1994 opgestelde milieueffectrapport (MER) geëvalueerd moet worden. De minister van IenM is opdrachtgever voor de evaluatie van de MER die wordt uitgevoerd door ProRail. Voorafgaand aan de start van de MER-evaluatie heeft ProRail bij Hardinxveld-Giessendam geluidsmetingen uitgevoerd op basis van klachten van de bewoners. De geluidsmetingen zijn daar veel uitgebreider geweest dan op grond van de evaluatie nodig is. De metingen zijn gedaan door een onafhankelijk bureau (DGMR). Die geluidsmetingen laten zien dat de geluidsbelasting van de Betuweroute op dit moment binnen de wettelijke normen blijft. Uiteraard wil dat niet zeggen dat bewoners geen overlast kunnen ervaren: er zijn zware goederentreinen die veel geluid maken, maar de geluidsbelasting zoals die volgens de wet gemeten en berekend moet worden, blijft binnen de voor de Betuweroute vastgelegde normen. In de toekomst verwacht ProRail steeds meer stille treinen. Wanneer die gaan rijden is lastig te beïnvloeden en te voorspellen, dit is een zaak van de markt en gezien het internationale karakter ervan, van Europa. ProRail adviseert de minister na afloop van de totale MER-evaluatie over eventueel te nemen maatregelen of vervolgonderzoek. Pas als blijkt dat de wettelijke normen worden overschreden, moet onderzocht worden welke maatregelen getroffen moeten worden. De hoeveelheid vervoer voor de Betuweroute waar het Tracebesluit van uitgaat, is voorlopig nog niet in zicht: nu conclusies trekken over hoe de geluidsoverlast dan zal zijn, is dus voorbarig. Nieuwe metingen moeten dan uitwijzen hoe de geluidsbelasting van de Betuweroute zich ontwikkelt. Overigens geeft de nieuwe geluidswet SWUNG volgens het ministerie van Infrastructuur en Milieu meer en sneller uitsluitsel over waar normen worden overschreden en kan dus sneller tot maatregelen leiden. Deze wet treedt op 1 juli in werking. Metingen versus berekeningen DGMR heeft de metingen vergeleken met berekeningen. De resultaten zijn in onderstaande figuur opgenomen. Ondanks de enorme spreiding concludeert DGMR dat de rekenresultaten, binnen de meetmarge, goed overeenkomen met de meetresultaten. (Dat er een grote spreiding optreedt bij het geluid van goederentreinen is overigens al heel lang bekend, redactie)
Geactualiseerd model Sinds 1996 is er natuurlijk veel veranderd aan de gebruikte rekensoftware. DGMR constateert verschillen tot +0,75 dB bij berekeningen tov. die uit het akoestisch onderzoek uit 1996. De contouren uit een geactualiseerd model reiken dan ook iets verder vergeleken met de berekingen uit het TB, zoals blijkt uit onderstaande figuur.
Dit leidt dan ook tot een overschrijding van de verleende hogere waarde met 1 dB op enkele woningen. Stil materieel DGMR geeft aan de geconstateerde overschrijdingen op enkele woningen worden voorkomen bij de instroom van stil materieel met 40%. Het ministerie en ProRail houden al vanaf 1996 rekening met de instroom van stil materieel. Contra-expertise De bewoners hebben een contra-expertise laten doen door ingenieursbureau Peutz. Dat bureau concludeert - althans zo wordt het geformuleerd op de website van de NOS - dat het ProRail rapport op minstens twee punten rammelt: er is gemeten met treinen die tussen de 61 en 98 km/uur rijden, terwijl de norm is berekend met 100 km/uur. De kritiek van Peutz is als volgt:
Noot van de redactie: Ook DGMR constateert al dat er overschrijdingen van de geluidswaarden volgens de uitgangspunten van het TB zullen optreden. Voor 3 woningen constateert DGMR dat er - bij volle belasting van de Betuweroute - een overschrijding zal zijn van de hogere waarde uit het TB. Ook constateert DGMR dat er woningen zijn waarbij er een grotere overschrijding is. Dat zijn echter woningen met een geluidsbelasting beneden de voorkeursgrenswaarde. Het reken- en meetvoorschrift is niet ontwikkeld voor berekeningen op grote afstand en onder de voorkeurswaarde. Met het actuele gebruik van het spoor zijn deze overschrijdingen er echter niet, volgens DGMR. Kamervragen De publiciteit over het onderzoek en de conta-expertise waren aanleiding voor het Tweede Kamerlid Dijkgraaf (SGP) om vragen te stellen aan de minister van Infrastructuur en Milieu over geluidsoverlast van de Betuweroute. Hieronder de belangrijkste vragen met de antwoorden van de minister.
|