Trillingsnormen spoor

26 augustus 2011

Staatssecretaris Atsma heeft de Tweede Kamer op de hoogte gesteld van de voortgang van trillingsnormen voor spoorwegen. Hij heeft aan het RIVM opdracht opdracht gegeven te inventariseren wat nu al (goed) in Nederland en in het buitenland bekend is en welke kennishiaten er nog zijn. "Een belangrijke voorwaarde om tot een goed wetsvoorstel te komen is kennis met betrekking tot effecten zoals blootstelling en dosis-effect relaties." schrijft de staatssecretaris. Hij vervolgt: "Om goed uitvoering te kunnen geven aan een wet over trillingen moet er ook de mogelijkheid zijn om bij eventuele overtredingen maatregelen te treffen om de trillingshinder te verminderen."

Uit het onderzoek van RIVM blijkt dat met name op het gebied van de effecten de kennis nogal fragmentarisch is, en dat ook op het gebied van effectiviteit van maatregelen nog veel onduidelijkheden zijn en nieuwe technieken ontwikkeld moeten worden. Verder richten de onderzoeken zich op het in beeld brengen van in de praktijk optredende trillingsniveaus, waar nu slechts sporadisch iets over bekend is en op het integreren van alle beschikbare gegevens leidend tot een integrale evaluatie van effectiviteit en kosten van maatregelen.

Inmiddels is een aanvang gemaakt met het opstellen van een onderzoeksprogramma, waarmee na de zomer gestart zal worden. In dit onderzoeksprogramma wordt samengewerkt tussen IenM, ProRail en RIVM.

Bronnen: Ministerie van I&M

home...