Convenant: Geluidsniveau concerten aan banden
Novum, mei 2011
Concertorganisatoren, festivals en poppodia hebben afspraken
gemaakt om harde muziek die het gehoor kan beschadigen in te
perken. Verschillende brancheorganisatie hebben afgesproken dat
het geluid gemiddeld over een kwartier gemeten niet meer dan 103
decibel mag zijn. Dat is nu soms 110 dB, ongeveer vijf keer zo
hard. Onder meer poppodia, zoals de Melkweg in Amsterdam, en grote
festivals, zoals Lowlands, hebben getekend. Ook
housefeestorganisatie ID&T en concertorganisator Mojo horen bij de
ondertekenaars.
De Nationale Hoorstichting is samen met de brancheorganisaties
VVEM en VNPF het convenant overeen gekomen. Medewerkers van podia
worden beschermd tegen hard geluid door de ARBO-wetgeving en
omwonenden worden beschermd tegen overlast door milieuwetgeving.
Voor bezoekers van muzieklocaties ontbreken echter beschermende
regels voor het gehoor. In het convenant zijn afspraken gemaakt
over maximale geluidsniveaus, informatievoorziening aan bezoekers
en de beschikbaarheid van gehoorbescherming.
Doel van het
convenant is een veiliger gehoorklimaat te creëren voor bezoekers
van muzieklocaties. Hierbij wordt rekening gehouden met het
gegeven dat bezoekers van muziek willen genieten. Uitgangspunt van
het convenant is dat het gehoor van de bezoeker zowel de
verantwoordelijkheid van de muzieklocatie en de muziekproducent,
als van de bezoeker zelf is. De locatie en de producent zullen
zich houden aan een volumegrens van 103 dB(A), de bezoekers
informeren over het geluidsniveau en de gevolgen ervan en zorgen
dat er gehoorbescherming verkrijgbaar is. Het is vervolgens de
verantwoordelijkheid van de bezoeker om voor zichzelf te bedenken
of hij het eventuele risico op gehoorschade bij dat geluidsniveau
aanvaardbaar vindt, of dat hij gehoorbescherming zal dragen.
Volgens een woordvoerder van de Nationale Hoorstichting is de
norm van maximaal 103 dB nog steeds 'best hard'. "Tot tachtig
decibel kun je nog makkelijk een gesprek voeren, maar boven de
honderd niet meer." Om de kans op gehoorschade te verkleinen zijn
nog twee aanvullende afspraken gemaakt.
Behoefte aan bescherming
Bezoekers hebben behoefte aan bescherming, zo blijkt uit recent
onderzoek in Nederlandse clubs; ruim 80% van de stappers vond de
muziek te hard en eenzelfde percentage had pijnlijke oren na het
stappen. Volgens wetenschappelijk onderzoek komen er dan ook elk
jaar ruim 20.000 jongeren met gehoorschade door vrijetijdslawaai
bij.
Zo moeten concertorganisatoren, festivals en andere
organisaties die het convenant hebben ondertekend bezoekers
informeren over het geluidsniveau en uitleggen wat dat betekent.
"Denk aan borden met informatie over hoeveel dB het geluid bij een
concert is en informatie over wat dat met je doet."
Daarnaast moeten bij concerten en festivals oordoppen te koop
worden aangeboden. Ze hoeven niet gratis te worden verstrekt, maar
bijvoorbeeld een kauwgomballenautomaat met doppen volstaat. "Als
het gratis is worden alleen goedkope, schuimdoppen verstrekt." Die
dempen het geluid terwijl bij filterdoppen het geluid minder hard
wordt en nog goed klinkt.
Gevoelige kwestie
Het maken van afspraken over geluid in de muziekbranche is een
gevoelige kwestie, omdat een deel van de organisatoren nog niet
bewust met het geluidsbeleid bezig is. De grens van 103 dB(A) is
op dit moment praktisch gezien het hoogst haalbare. Dat de
Nationale Hoorstichting toch akkoord is gegaan heeft te maken met
het totale pakket aan maatregelen. In combinatie met actieve
voorlichting en de beschikbaarheid van gehoorbescherming kan het
publiek nu een geďnformeerde keuze maken. De maximumnorm van 103
dB(A) voorkomt in ieder geval excessen van overmatige
geluidsbelasting.
In de loop van het jaar zullen naar verwachting nog meer
partijen zich bij het convenant aansluiten. Daarnaast zal de
Nationale Hoorstichting in het najaar een actieplan presenteren om
de muzieklocaties te ondersteunen bij de naleving van de afspraken
in het convenant.
Bronnen:
binnenland.nieuws,
Oorcheck. Hieronder de volledige tekst van het convenant
Partijen:
- De VNPF, de
Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals, vertegenwoordigd
door
haar directeur Berend Schans,
- De VVEM, de
Vereniging Van Evenementen Makers, vertegenwoordigd door haar
directeur Hans Ligtermoet,
- De Nationale
Hoorstichting, vertegenwoordigd door haar directeur Herman ten
Berge.
Overwegende
- Dat
bezoekers van poppodia, clubs, discotheken, schouwburgen,
concertzalen,
evenementen en dergelijke (hierna benoemd als:
muzieklocaties) van muziek willen
genieten;
- Dat partijen
het van belang vinden dat bij de bezoekers bewustzijn bestaat of
ontstaat
over een voor het gehoor zo veilig mogelijke
manier van genieten van muziek en dat
waar mogelijk maatregelen worden getroffen om die
veiligheid te verhogen;
- Dat partijen
mee willen werken aan het bewust maken van de risico's van hard
geluid
voor het gehoor en aan het ontwikkelen en
uitvoeren van maatregelen;
- Dat partijen
in dat kader intenties hebben geuit die er toe moeten bijdragen
dat wordt
bevorderd dat bezoekers en personeel van
muzieklocaties op een voor het gehoor zo
veilig mogelijke manier van muziek kunnen genieten
en bewust worden gemaakt van
de risico's van hard geluid voor het gehoor.
Besluiten:
- Het
onderstaande convenant aan te gaan voor de duur van twee jaar;
- Voor afloop
van deze periode elkaar te treffen om duur, inhoud en maatregelen
van
het convenant te heroverwegen;
- Voor het
overige elkaar te zullen benaderen indien sprake is van redenen
die tot
afwijking van het convenant nopen.
2/4
Aanleiding
Gehoorschade door hard geluid kan zowel onder
werktijd als in de vrije tijd ontstaan.
Gehoorschade als gevolg van harde geluiden op de
werkplek wordt aangepakt door de Arbowet1.
Boven de 80dB is de werkgever verplicht om
maatregelen te nemen om gehoorschade
bij werknemers te voorkomen, door
gehoorbescherming ter beschikking te stellen en
voorlichting te geven. Op deze manier wordt ook
bijvoorbeeld een barkeeper in een club
beschermd tegen gehoorschade.
De bezoeker van diezelfde club, aan de andere kant
van de bar, wordt aan dezelfde
geluidsniveaus blootgesteld als de barkeeper. De
bezoeker is echter niet beschermd. Dit
terwijl hij daar vaak wel prijs op stelt. Uit
recent onderzoek van Club Judge blijkt namelijk
dat ruim 80% van de stappers de muziek te hard
vindt en dat eenzelfde percentage pijnlijke
oren heeft na het stappen2.
Uit ander onderzoek blijkt dat er naar schatting
elk jaar meer dan 20.000 jongeren bijkomen
met gehoorschade door vrijetijdslawaai3.
Deze gehoorschade kan, naast het uitgaan, ook
veroorzaakt zijn door het luisteren naar (te)
harde muziek via bijvoorbeeld de MP3-speler.
De noodzaak om hier wat aan te doen is tot de
internationale politiek doorgedrongen. Er
worden op dit moment op Europees niveau
richtlijnen ontworpen die de gebruikers van MP3-
spelers gaan beschermen tegen gehoorschade4.
Het is niet meer dan logisch om ook heldere
afspraken te maken over geluidsniveaus en
gehoorbescherming tijdens het uitgaan.
In vergelijkbare Europese landen, Zwitserland en
België, zijn er al afspraken gemaakt over
maximale geluidsniveaus. Binnen Nederland hebben ID&T en Mojo Concerts zichzelf voor
livemuziek vrijwillig de geluidsnorm van maximaal
103 dB(A) opgelegd. Daarmee is de tijd
rijp voor een breed gedragen norm, geďnitieerd
door alle partijen die betrokken zijn bij geluid
tijdens het uitgaan.
Noten:
1 www.arboportaal.nl en Branchecatalogus
Podiumkunsten Versterkt Geluid, 2008
2 Club Judge 2010, De 100 beste clubs van
Nederland. Amstelveen: House of knowledge
3 Chorus, A.M.J., Kremer, A., Oortwijn W.J. &
Schaapveld, K. Slechthorendheid in Nederland;
Achtergrondinformatie bij een
knelpuntennotitie. TNO-rapport nr. 95.076. Leiden:
TNO, 1995.
4 http://europa.eu/index_nl.htm zoekterm ‘persoonlijke
muziekspelers’. 3/4
CONVENANT GELUIDSBELEID MUZIEKLOCATIES
1. Uitgangspunten
De VNPF en VVEM trachten te bevorderen dat hun
leden (hierna: “de leden” ) zich
inspannen om de navolgende uitgangspunten te
hanteren:
Geluidslimiet
De leden zorgen ervoor dat audio-emissies zodanig
beperkt zijn dat het geluidsniveau niet
boven de 103 dB(A) uitkomt. Onder geluidsniveau
wordt verstaan het Leq niveau in dB(A)
gemeten over een periode van 15 minuten aan de
mengtafel op een hoogte van 2 meter boven
de vloer.
Geluidsmeting
Het geluidsniveau wordt gedurende de gehele
muziekactiviteit gemeten met geschikte
apparatuur (minimaal IEC 61672:2003, klasse 2).
Gehoorbescherming 5
Op de muzieklocatie is betaalbare
gehoorbescherming die voldoende dempt (minimaal SNR
17) beschikbaar voor de bezoekers.
Informatievoorziening aan bezoekers en personeel
a.
Als het geluidsniveau op de muzieklocatie
hoger dan 96 dB(A) zal zijn, dan worden de
bezoekers door de leden voorafgaand aan en tijdens
de muziekactiviteit op een adequate
manier voorgelicht. De communicatie heeft in ieder
geval betrekking op het verwachte
geluidsniveau, de risico's op gehoorschade en de
mogelijke maatregelen om gehoorschade
te voorkomen. De Nationale Hoorstichting zal, in
samenspraak met de partijen,
ondersteunende materialen ontwikkelen die de leden
kunnen inzetten bij de
informatievoorziening.
b. De communicatie is dusdanig dat de
bezoekers hiervan op de hoogte kunnen zijn.
c. Speakers die een geluidsniveau veroorzaken
van hoger dan 96 dB(A), staan zoveel
mogelijk op veilige afstand 7
van het publiek. Indien dit
niet mogelijk is, worden er
waarschuwingen op of bij de speakers aangebracht
om afstand te bewaren.
d. Het (toekomstig) personeel op de
muzieklocaties is op de hoogte van de geluidsnormen,
de risico's op gehoorschade en de beschermende
maatregelen.
5 Het wordt aangeraden om oordoppen met lamellen
aan te bieden, waarbij een keuze gemaakt kan worden tussen
oordoppen met filter en
oordoppen zonder filter. Als alternatief kunnen
schuimdoppen worden aangeboden. Schuimdoppen worden echter vaak
niet op de juiste
manier ingebracht, kunnen maar eenmalig ingebracht
worden, geven onvoldoende geluidsbeleving en worden niet als
esthetisch gezien.
Gehoorbescherming met filter is kwalitatief beter
voor het beluisteren van de muziek. Deze oordoppen zijn, mede
gezien het doel van op een
veilige manier genieten van muziek, dan ook eerste
keuze.
De organiserende partij kiest zelf de leverancier
van gehoorbescherming. Gezamenlijk wordt bekeken hoe de
gehoorbescherming het beste
op de muzieklocatie aangeboden kan worden. Bij het
aanbieden van oordoppen zal altijd informatie over het gebruik
hiervan worden
verstrekt.
6 Informatievoorziening met betrekking tot de
geluidsniveaus, de risico’s en beschermende maatregelen wordt
voorafgaand aan en tijdens de
muziekactiviteit vermeld. Dit kan bijvoorbeeld op
de website, de toegangskaartjes, aanplakbiljetten en flyers. Op de
muzieklocatie zelf kan
dit bijvoorbeeld bij de ingang, de toiletten en de
bar.
7 Indien haalbaar wordt gestreefd naar een afstand
van minimaal 2 meter bij een geluidsniveau van 103 dB.
4/4
2. Bewustwording van bezoekers en medewerkers van
muzieklocaties
Er worden door partijen inspanningen verricht om
bezoekers van muziekevenementen door
middel van gerichte campagnes bewust te maken van
de risico's op gehoorschade en hun
mogelijkheden om gehoorschade te voorkomen.
Partijen treden hiertoe in overleg met elkaar.
Partijen zullen, in samenwerking met de Nationale
Hoorstichting, onderzoeken hoe het
onderwerp geluid bij alle personeelsleden onder de
aandacht gebracht kan worden. Hierbij is
speciale aandacht nodig voor de (na)scholing van
geluidstechnici.
3. Innovatie beschermende maatregelen
Partijen spannen zich in om, ieder vanuit de eigen
specifieke rol en mogelijkheden, gedurende
de looptijd van het convenant bij te dragen aan de
ontwikkeling van nieuwe en effectievere
beschermende maatregelen op de muzieklocatie. De
partijen zullen gezamenlijk onderzoeken
hoe dit project concreet vorm te geven. Doel is om
te komen tot een standaardpalet van
haalbare en nuttige beschermende maatregelen op de
muzieklocatie, die de risico's van
gehoorschade door versterkt geluid reduceren.
4. Looptijd en status convenant
Dit convenant treedt [datum] 2011 in werking en
zal in ieder geval van kracht zijn tot en met
1 mei 2013. Een half jaar voor het verstrijken van
deze termijn komen de deelnemende
partijen bijeen voor een evaluatie van het
convenant en beslissen zij over de voortzetting
ervan, al dan niet onder gewijzigde voorwaarden.
Geen der (deelnemende) partijen kan aan de
inhoud van het in dit convenant gestelde rechtens
afdwingbare rechten ontlenen en dit
convenant schept geen rechtens afdwingbare
verplichtingen voor (deelnemende) partijen.
Ondertekenaars van het convenant onderschrijven de
inhoud van het convenant en spannen
zich in om, ieder vanuit de eigen specifieke rol
en mogelijkheden, het convenant in de
praktijk te realiseren.
Datum:
Berend Schans |
Hans Ligtermoet |
Herman ten Berge
|
Directeur VNPF |
Directeur VVEM |
Directeur Nationale Hoorstichting
|
home...
|