Het nieuwe bouwbesluit over geluid - niet over trillingen
Redactie, 22 mei 2011
Op de website van de Rijksoverheid is de tekst
van het concept bouwbesluit 2012 beschikbaar. Hieronder gedeelten
daaruit die betrekking hebben op geluid.
Redactie: Opvallend is dat het herziene
bouwbesluit geen voorschriften bevat voor trillingshinder, met
uitzondering van sloop- en bouwwerkzaamheden. Het had voor de hand
gelegen als bij nieuwbouw van woningen met de SBR norm rekening
gehouden zou worden. Nu hoeft dat alleen maar bij bouw of sloop.
Hieronder de tekst uit het concept Bouwbesluit.
Er zijn 5 afdelingen met aandacht voor geluid en trillingen:
-
Bescherming tegen geluid van buiten
-
Bescherming tegen geluid van installaties
-
Beperking van galm
-
Geluidwering tussen ruimten van verschillende
gebruiksfuncties
-
Beperken van hinder tijdens bouw of sloop.
Afdeling 3.1 Bescherming tegen geluid van
buiten, nieuwbouw
Artikel 3.1 Aansturingsartikel
1. Een te bouwen bouwwerk biedt in een verblijfsgebied bescherming
tegen geluid van buiten.
2. Voor zover voor een gebruiksfunctie in tabel 3.1 voorschriften
zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het
eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die
voorschriften.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op de gebruiksfuncties
waarvoor in tabel 3.1 geen voorschrift is aangewezen
Artikel 3.2 Geluid van buiten Een uitwendige
scheidingsconstructie van een verblijfsgebied heeft een volgens
NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering met een minimum van
20 dB.
Artikel 3.3 Industrie-, weg- of spoorweglawaai
1. Bij een krachtens de Wet geluidhinder of de Tracéwet
vastgesteld hogere-waardenbesluit is de volgens NEN 5077 bepaalde
karakteristieke geluidwering van een uitwendige
scheidingsconstructie van een verblijfsgebied niet kleiner dan het
verschil tussen de in dat besluit opgenomen hoogst toelaatbare
geluids-belasting voor industrie-, weg- of spoorweglawaai en 35
dB(A) bij industriela-waai, of 33 dB bij weg- of spoorweglawaai.
2. Bij een krachtens de Wet geluidhinder of de Tracéwet
vastgesteld hogere-waardenbesluit is de volgens NEN 5077 bepaalde
karakteristieke geluidwering van een uitwendige
scheidingsconstructie van een bedgebied niet kleiner dan het
verschil tussen de in dat besluit opgenomen hoogst toelaatbare
geluidsbelas-ting voor industrie-, weg- of spoorweglawaai en 30
dB(A) bij industrielawaai, of 28 dB bij weg- of spoorweglawaai.
3. Op een inwendige scheidingsconstructie van een gebied als
bedoeld in het eer-ste en tweede lid, die niet de scheiding vormt
met een verblijfsgebied van een aangrenzende gebruiksfunctie
waarop het eerste en tweede lid van toepassing zijn, zijn deze
leden van overeenkomstige toepassing.
4. Een scheidingsconstructie als bedoeld in het eerste tot en met
derde lid van een verblijfsruimte heeft een volgens NEN 5077
bepaalde karakteristieke geluidwe-ring die maximaal 2 dB of dB(A)
lager is dan de karakteristieke geluidwering als bedoeld in het
eerste tot en met derde lid van het verblijfsgebied waarin de
verblijfsruimte ligt.
Artikel 3.4 Luchtvaartlawaai
1. Een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied
van een gebruiks-functie in een krachtens de Wet luchtvaart
vastgestelde Ke-geluidzone bij een militaire luchthaven, heeft een
volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering die niet
kleiner is dan de waarde in tabel 3.4. Indien de geluidsbelasting
ligt tussen de in de eerste kolom opgenomen Ke-waarden, wordt de
te be-reiken waarde van de geluidwering bepaald door middel van
rechtevenredige interpolatie tussen de in de tweede kolom
opgenomen dB-waarden.
Tabel 3.4 Geluidwering bij luchtvaartlawaai
Geluidsbelasting in Ke |
Vereiste
karakteristieke geluidwering in dB |
36-40 |
30-33 |
41-45 |
33-36 |
46-50 |
36-40 |
meer dan 50 |
40 |
2. Een uitwendige scheidingsconstructie van een
verblijfsgebied van een gebruiks-functie in een krachtens de Wet
luchtvaart vastgestelde 56 dB(A) Lden beperkin-gengebied of binnen
een 35 Ke-geluidcontour bij een burgerluchthaven, heeft een
zodanige volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering
dat het karakteristiek geluidniveau in het verblijfsgebied ten
hoogste 33 dB is. Daarbij wordt uitgegaan van de krachtens de Wet
luchtvaart bepaalde geluidbelasting op de uitwendige
scheidingsconstructie.
3. Een bedgebied binnen de voor de luchthaven Schiphol krachtens
de Wet lucht-vaart vastgestelde 26 LAeq-geluidszone in dB(A) heeft
een zodanige volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke
geluidwering dat het karakteristiek geluid-niveau in het
verblijfsgebied ten hoogste 28 dB is.
4. Op een inwendige scheidingsconstructie van een gebied als
bedoeld in het eer-ste tot en met derde lid, die niet de scheiding
vormt met een verblijfsgebied van een aangrenzende gebruiksfunctie
waarop het eerste tot en met derde lid van toepassing zijn, zijn
deze leden van overeenkomstige toepassing.
5. Een scheidingsconstructie als bedoeld in het eerste tot en met
vierde lid van een verblijfsruimte heeft een volgens NEN 5077
bepaalde karakteristieke geluidwe-ring die maximaal 2 dB of dB(A)
lager is dan de karakteristieke geluidwering als bedoeld in het
eerste tot en met vierde lid van het verblijfsgebied waarin de
verblijfsruimte ligt.
Artikel 3.5 Verbouw
Op het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van
een bouwwerk zijn de artikelen 3.2 tot en met 3.4 van
overeenkomstige toepassing, waarbij in plaats van het in die
artikelen aangegeven niveau van eisen wordt uitgegaan van het
rechtens verkregen niveau.
Artikel 3.6 Tijdelijke bouw
1. Op het bouwen van een tijdelijk bouwwerk zijn de artikelen 3.2
tot en met 3.4 van overeenkomstige toepassing, waarbij wordt
uitgegaan van een niveau van eisen dat 10 dB of dB(A) lager is dan
het in die artikelen aangegeven niveau.
2. In afwijking van het eerste lid wordt bij toepassing van
artikel 3.4, derde lid, uitgegaan van een karakteristiek
geluidniveau in het verblijfsgebied van ten hoogste 30 dB.
Afdeling 3.2 Bescherming tegen geluid van
installaties, nieuwbouw
Artikel 3.7 Aansturingsartikel
1. Een te bouwen bouwwerk biedt bescherming tegen geluid van
installaties.
2. Voor zover voor een gebruiksfunctie in tabel 3.7 voorschriften
zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het
eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die
voorschriften.

Artikel 3.8 Aangrenzend perceel Een toilet met
waterspoeling, een kraan, een mechanisch ventilatiesysteem, een
warmwatertoestel, een installatie voor het verhogen van waterdruk
of een lift ver-oorzaakt in een op een aangrenzend perceel gelegen
verblijfsgebied een volgens NEN 5077 bepaald karakteristiek
installatie-geluidsniveau van ten hoogste 30 dB. Dit geldt niet
voor een op een aangrenzend perceel gelegen lichte
industriefunctie of een overige gebruiksfunctie.
Artikel 3.9 Zelfde perceel
1. Een toilet met waterspoeling, een kraan, een mechanische
voorziening voor luchtverversing, een warmwatertoestel, een
installatie voor verhoging van wa-terdruk of een lift veroorzaakt
in een niet-gemeenschappelijke verblijfsruimte van een
aangrenzende op hetzelfde perceel gelegen woonfunctie een volgens
NEN 5077 bepaald karakteristiek installatie-geluidsniveau van ten
hoogste 30 dB.
2. Een mechanische voorziening voor luchtverversing,
warmteopwekking of warmteterugwinning veroorzaakt in een
verblijfsgebied van de gebruiksfunctie een volgens NEN 5077
bepaald karakteristiek installatie-geluidsniveau van ten hoogste
de in tabel 3.7 aangegeven waarde.
Artikel 3.10 Verbouw
Op gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een
bouwwerk zijn de artikelen 3.8 en 3.9 van overeenkomstige
toepassing, waarbij wordt uitgegaan van een niveau van eisen dat
10 dB lager is dan het in die artikelen aangegeven ni-veau.
Artikel 3.11 Tijdelijke bouw
Op het bouwen van een tijdelijk bouwwerk zijn de artikelen 3.8 en
3.9, van over-eenkomstige toepassing, waarbij wordt uitgegaan van
een niveau van eisen dat 10 dB lager is dan het in die artikelen
aangegeven niveau.
Afdeling 3.3 Beperking van galm, nieuwbouw
Artikel 3.12 Aansturingsartikel
1. Een te bouwen woongebouw heeft in een gemeenschappelijke
verkeersruimte een zodanige geluidsabsorptie, dat geluidhinder
door galm wordt beperkt.
2. Aan de in het eerste lid gestelde eis wordt voldaan door
toepassing van de voor-schriften in deze afdeling.
Artikel 3.13 Geluidsabsorptie
Een besloten gemeenschappelijke verkeersruimte die grenst aan een
niet-gemeenschappelijke ruimte van een woonfunctie, heeft een
volgens NEN-EN 12354-6 bepaalde totale geluidsabsorptie met een
getalswaarde, uitgedrukt in m², die niet kleiner is dan 1/8 van de
getalswaarde van de inhoud van die ruimte, uitgedrukt in m³, in
elk van de octaafbanden met middenfrequenties van 250, 500, 1.000
en 2.000 Hz.
Artikel 3.14 Verbouw
Op het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van
een woongebouw is artikel 3.13 van overeenkomstige toepassing,
waarbij in plaats van het in dat arti-kel aangegeven niveau van
eisen wordt uitgegaan van het rechtens verkregen niveau.
Afdeling 3.4 Geluidwering tussen ruimten van
verschillende gebruiksfuncties, nieuwbouw
Artikel 3.15 Aansturingsartikel
1. Een te bouwen bouwwerk biedt bescherming tegen geluidoverlast
tussen gebruiksfuncties.
2. Voor zover voor een gebruiksfunctie in tabel 3.15 voorschriften
zijn aangewe-zen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het
eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die
voorschriften.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op de gebruiksfuncties
waarvoor in tabel 3.15 geen voorschrift is aangewezen

Artikel 3.16 Ander perceel
1. Het volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke
lucht-geluidniveauverschil voor de geluidsoverdracht van een
besloten ruimte naar een verblijfsgebied van een aangrenzende
gebruiksfunctie op een ander perceel is niet kleiner dan 52 dB.
2. Het volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke
lucht-geluidniveauverschil voor de geluidsoverdracht van een
besloten ruimte naar een niet in een verblijfsgebied gelegen
besloten ruimte van een aangrenzende woonfunctie op een ander
perceel is niet kleiner dan 47 dB.
3. Het volgens NEN 5077 bepaalde gewogen contactgeluidniveau voor
de geluidsoverdracht van een besloten ruimte naar een
verblijfsgebied van een aangrenzen-de gebruiksfunctie op een ander
perceel is niet groter dan de in tabel 3.15 aangegeven waarde.
4. Het volgens NEN 5077 bepaalde gewogen contact-geluidniveau voor
de geluids-overdracht van een besloten ruimte naar een niet in een
verblijfsgebied gelegen besloten ruimte van een aangrenzende
woonfunctie op een ander perceel is niet groter dan de in tabel
3.15 aangegeven waarde.
Artikel 3.17 Hetzelfde perceel
1. Het volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke
lucht-geluidniveauverschil voor de geluidsoverdracht van een
besloten ruimte naar een verblijfsgebied van een aangrenzende
woonfunctie op hetzelfde perceel is niet kleiner dan 52 dB.
2. Het volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke
lucht-geluidniveauverschil voor de geluidsoverdracht van een
besloten ruimte naar een niet in een verblijfsgebied gelegen
besloten ruimte van een aangrenzende woonfunctie op hetzelfde
perceel is niet kleiner dan 47 dB.
3. Het volgens NEN 5077 bepaalde gewogen contact-geluidniveau voor
de geluidsoverdracht van een besloten ruimte naar een
verblijfsgebied van een aangrenzen-de woonfunctie op hetzelfde
perceel is niet groter dan de in tabel 3.15 aangege-ven waarde.
4. Het volgens NEN 5077 bepaalde gewogen contact-geluidniveau voor
de geluidsoverdracht van een besloten ruimte naar een niet in een
verblijfsgebied gelegen besloten ruimte van een aangrenzende
woonfunctie op hetzelfde perceel is niet groter dan de in tabel
3.15 aangegeven waarde.
5. Het eerste tot en met vierde lid zijn niet van toepassing op de
geluidsoverdracht van een nevenfunctie van een woonfunctie naar
die woonfunctie.
6. Het eerste tot en met vierde lid zijn niet van toepassing op de
geluidsoverdracht van een gemeenschappelijke ruimte naar een
aangrenzende gemeenschappelijke ruimte.
7. Het tweede en vierde lid zijn niet van toepassing op de
geluidsoverdracht van een besloten ruimte naar een
gemeenschappelijk verkeersruimte of op de geluidsoverdracht van
een gemeenschappelijke verkeersruimte naar een niet in een
verblijfsgebied gelegen besloten ruimte.
Artikel 3.18 Verbouw
Op het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van
een bouwwerk zijn de artikelen 3.16 en 3.17 van overeenkomstige
toepassing, waarbij in plaats van het in die artikelen aangegeven
niveau van eisen wordt uitgegaan van het rechtens verkregen
niveau.
Artikel 3.19 Tijdelijke bouw
Op het bouwen van een tijdelijk bouwwerk zijn de artikelen 3.16 en
3.17 van over-eenkomstige toepassing, waarbij wordt uitgegaan van
een niveau van eisen dat 10 dB lager is dan het in die artikelen
aangegeven niveau.
Artikel 8.4 Geluidhinder
1. Bouw - of sloopwerkzaamheden worden op
werkdagen tussen 7:00 uur en 19:00 uur uitgevoerd. Bij het
uitvoeren van die werkzaamheden worden de in tabel 8.4 aangegeven
dagwaarden en de bij die dagwaarden aangegeven maximale
blootstellingsduur in dagen dat de dagwaarde is bereikt niet
overschreden.
Tabel 8.4
Dagwaarde |
≤ 60 dB(A) |
> 60 dB(A) |
> 65 dB(A) |
> 70 dB(A) |
> 75 - ≤ 80 dB(A) |
Maximale blootstellingsduur |
onbeperkt |
50 dagen |
30 dagen |
15 dagen |
5 dagen |
2. Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van
het eerste lid. Indien met een ontheffing van het bevoegd gezag
bouw -of sloopwerkzaamheden worden uit-gevoerd op werkdagen tussen
19:00 uur en 7:00 uur en op zaterdag, zondag of Bouwbesluit 2012,
concept tekst, 27 april 2011 132 feestdagen wordt onverkort het
gestelde in de ontheffing gebruik gemaakt van de akoestisch bezien
best beschikbare stille technieken en meest gunstige werkwijze.
3. De in tabel 8.4 aangegeven waarden gelden op gevels als bedoeld
in artikel 1 juncto artikel 1b, vijfde lid, van de Wet
geluidhinder van woningen en gebou-wen die op grond van artikel 1
van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als andere
geluidsgevoelige gebouwen en op de grens van terreinen die op
grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als
geluidsgevoelige terreinen.
Artikel 8.4a Trillingshinder
1. Trillingen veroorzaakt door het uitvoeren van bouw- of
sloopwerkzaamheden bedragen in geluidsgevoelige ruimten als
bedoeld in artikel 1 van de Wet ge-luidhinder en in
verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel e, van het
Besluit geluidhinder niet meer dan de trillingsterkte, genoemd in
tabel 4 van de Meet- en beoordelingsrichtlijn deel B «Hinder voor
personen in gebouwen» 2006.
2. Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van de
trillingsterkte, bedoeld in het eerste lid. 3. Bij ministeriële
regeling kunnen voorschriften worden gegeven over de
bepalingsmethode als bedoeld in het eerste lid.
Bron:
officielebekendmakingen
home...
|