RIVM handreiking voor bepaling aantallen gehinderden RIVM, 29 oktober 2011 Er bestaan verschillende methoden om te bepalen hoeveel mensen op een locatie geluidshinder als gevolg van wegverkeer ervaren. Met vragenlijsten kan het percentage gehinderden worden gemeten. Daarnaast kan het percentage gehinderden worden berekend met de geluidbelasting en een internationaal erkende 'blootstelling-responsrelatie' uit 2001. Het RIVM heeft een handreiking opgesteld die aandachtspunten beschrijft bij onderzoek naar geluidshinder, de interpretatie van hindercijfers en de invloed van leeftijd en andere persoonlijke en contextuele factoren. Gegevens uit de gezondheidsmonitor van de GGD Amsterdam en de GGD Rotterdam-Rijnmond zijn gebruikt om te bezien wat in die bestanden de relatie is tussen geluid en geluidhinder en of er factoren in de databestanden aan te wijzen waren die de relatie tussen geluid en geluidhinder beïnvloedden. Enquêtes De blootstelling-responsrelaties zoals bepaald door Miedema, zie de figuur hieronder, hebben een zo grote onzekerheid dat deze relaties niet, of niet goed toepasbaar zijn voor lokale situaties, voor situaties met ophef over de geluidsituatie of in situaties waarin de geluidbelasting is veranderd of gaat veranderen. Gezien de huidige kennis kan in dergelijke situaties alleen met enquêtes een goed beeld van de omvang van de hinder worden verkregen.
De relatie tussen geluid van wegverkeer en het percentage ernstige hinder inclusief 95%-betrouwbaarheidsinterval en tolerantie-interval (bron: Miedema en Oudshoorn, 2001 en Oudshoorn en Miedema, 2006) Los van het feit dat de blootstelling-respons relatie mogelijk verbeterd zou kunnen worden, is in een bestaande situatie een vragenlijst de meest geschikte methode om het percentage gehinderden te bepalen. Als metingen met dezelfde vragenlijst meerdere keren worden herhaald, zijn veranderingen in de tijd bovendien goed te volgen. Voor nog niet bestaande situaties of scenarioberekeningen zijn berekeningen met blootstelling-responsrelaties een goede methode om zicht te krijgen op te verwachten percentages gehinderden. Het RIVM geeft in het rapport een handreiking voor de standaardvraag naar geluidhinder, voor de analysemethode, voor de grootte van de steekproef, etc. Factoren die invloed hebben op de reactie op geluid Geluidbelasting van wegverkeer heeft een duidelijke relatie met hinder. Dat betekent dat gegevens uit een gezondheidsenquête goed te gebruiken zijn om een vinger aan de pols te houden op het gebied van geluidhinder. Naast het geluid van wegverkeer zelf heeft een aantal andere (persoonlijke en contextuele) factoren invloed op gerapporteerde hinder. Het meeste onderzoek naar deze factoren is gedaan in relatie tot geluid van vliegverkeer. Daaruit blijkt dat niet zozeer de demografische factoren als geslacht en opleiding de grootste invloed hebben, maar eerder geluidgevoeligheid, verwachtingen over het toekomstige geluidniveau en angst voor de geluidbron. Hoewel deze kennis afkomstig is uit onderzoek naar geluid van vliegverkeer, is het aannemelijk dat ook bij verkeer deze factoren een belangrijke rol spelen. Zij kunnen daarom een aanknopingspunt zijn in het geluidbeleid. De effectiviteit van het sturen op deze factoren in beleid is echter niet goed onderzocht. Recent is ook onderzoek gedaan naar de invloed van een ‘stille gevel’; een kant van een woning waar de geluidbelasting lager is dan aan de (door wegverkeer) belaste kant. De eerste resultaten wijzen uit dat de geluidhinder daardoor afneemt. Bron: RIVM |