Minister toetst landelijke snelheidsverhoging alvast aan SWUNG

Ministerie I&M, 28 februari 2011

In een brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, gaat de minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus in op de nulmeting en de criteria die zij hanteert bij het experiment met dynamische maximumsnelheden.

Nulmeting

Centraal in het experiment staat het in kaart brengen van de gemiddelde werkelijk gereden snelheid bij een maximumsnelheid van 130 km/h. Het experiment wordt op elk traject voorafgegaan door een nulmeting: hoe hard wordt er nu gereden? De huidige maximumsnelheid op een traject vormt in deze systematiek de uitgangssituatie. De daadwerkelijke gemiddeld gereden snelheid op de trajecten van het experiment wordt in de voorbereiding van de landelijke uitrol gebruikt voor het bepalen van de emissiefactoren voor luchtkwaliteit, geluidhinder en klimaat.

Deze emissiefactoren worden gebruikt in de modelberekeningen. Dan wordt duidelijk op welke trajecten in Nederland – waaronder ook de trajecten van het experiment – een snelheidsverhoging binnen de wettelijke normen en beleidsmatige doelstellingen zonder meer mogelijk is, dan wel mogelijk wordt door middel van dynamiseren of het treffen van mitigerende maatregelen. De gemiddeld gereden snelheid is ook een indicator voor verkeersveiligheid.

Het experiment heeft een looptijd van 6 maanden tot maximaal 2 jaar.

Wettelijke normen en beleidsmatige doelstellingen

De wettelijke normen en de beleidsmatige doelstellingen van het kabinet vormen het kader voor de landelijke uitrol van de verhoging van de maximumsnelheid. Doel van het experiment is inzicht te krijgen in de effecten van de snelheidsverhoging, teneinde op landelijk niveau te kunnen bepalen hoe (permanent of dynamisch) en waar de snelheid kan worden verhoogd, gegeven deze normen en doelstellingen.

Normen buiten werking gesteld

Net als bij de eerdere experimenten met dynamische maximumsnelheden, zijn de normen voor luchtkwaliteit en geluidhinder voor de duur van het experiment buiten werking gesteld (Artikel 60 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer BABW).

Na beëindiging van het experiment zijn alle wettelijke normen en de beleidsmatige doelstellingen weer van toepassing. Die zijn hieronder uiteengezet.

Het huidige wettelijk kader voor geluid wordt gevormd door de Wet geluidhinder.

 

WGH in kort bestek

Een wijziging aan de weg, zoals een snelheidsverhoging, vergt akoestisch onderzoek naar de geluidbelastingen van geluidgevoelige objecten binnen de geluidzone van de weg. Daarbij wordt voor ieder geluidgevoelig object het verschil bepaald tussen de geluidbelasting zoals die tien jaar na de wijziging zal zijn en de geluidbelasting van een bij beschikking vastgestelde hogere waarde. Indien er in het verleden geen hogere waarde is vastgesteld, of de heersende geluidbelasting voor de wijziging lager is, wordt in plaats van de hogere waarde de heersende geluidbelasting gehanteerd. Indien het verschil kleiner is dan 1,5 dB kan de wijziging zonder belemmering doorgevoerd worden. Indien het verschil gelijk of groter is dan 1,5 dB is er sprake van "een reconstructie van een weg". Bij een reconstructie moet ook akoestisch onderzoek worden verricht naar de doelmatigheid van geluidreducerende maatregelen. In dit geval mag de maximumsnelheid alleen worden verhoogd wanneer het maatregelenpakket is uitgevoerd. Bij dit alles zijn provincies en gemeentes het Bevoegd Gezag.

SWUNG

Op het moment van de landelijke uitrol verwacht ik dat de nieuwe geluidwetgeving (SWUNG) inwerking is. Daarom toets ik voor de landelijke uitrol voor geluidhinder ook aan het wetsvoorstel SWUNG.

SWUNG in kort bestek

In dit wetsvoorstel wordt gewerkt met zogenaamde geluidproductieplafonds. De geluidproductie moet onder deze plafonds blijven. Als een plafond overschreden dreigt te worden, dan moeten er geluidreducerende maatregelen overwogen worden. Dit, op basis van een wettelijk vastgesteld doelmatigheidscriterium. De plafonds worden voor een groot deel van het hoofdwegennet vastgesteld op de heersende geluidwaarde van 2008 plus een werkruimte van 1,5 dB. Voor wegen waarover recent een besluit is genomen, worden de plafonds gebaseerd op de gegevens uit dat besluit. Voor de aanpak van hoge geluidbelasting is aan het wetsvoorstel het Meerjarenprogramma Geluidsanering gekoppeld. Bij dit programma is €508 mln. gereserveerd voor geluidreducerende maatregelen langs rijkswegen.

Bron: Ministerie van I&M, met dank aan Erik Roelofsen

home...