Anti-hagelkanon is inrichting, dus niet onthefbaar via APV

Redactie, 18 september 2010

In een uitspraak van de Rechtbank Middelburg Sector bestuursrecht gaat de rechtbank in op het gebruik van anti-hagelkanonnen. Fruittelers in de gemeente Borsele maken sinds circa vijf jaar gebruik van schokgolfgeneratoren, zogenaamde anti-hagelkanonnen. In de schokgolfgenerator wordt door menging van gassen een explosie veroorzaakt die hoog in de atmosfeer ervoor moet zorgen dat geen hagelstenen worden gevormd, maar dat de neerslag als regen of sneeuw zal vallen. De schokgolfgenerator geeft om de zes seconden een klap waarbij schokgolven de lucht in worden geschoten.

In 2006 waren de anti-hagelkanonnen zonder enige vergunning of ontheffing in gebruik. In 2007 en 2008 had de gemeente voor een periode van één jaar vergunningen op grond van de Wet milieubeheer verleend voor de anti-hagelkanonnen. Op 5 maart 2008 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de tegen die besluiten ingestelde beroepen niet-ontvankelijk verklaard. De reden daarvoor was dat inmiddels het Activiteitenbesluit in werking was getreden. Daarmee zijn de verleende vergunningen vervallen.

De gemeente heeft vervolgens aan acht fruittelers ontheffing van de Algemene Plaatselijke verordening Borsele verleend voor het gebruik van een anti-hagelkanon. Daarbij is bepaald dat per gebruik nader genoemde geluidswaarden op de gevels van met name genoemde woningen niet mogen worden overschreden.

De Rechtbank komt tot de conclusie dat deze ontheffing van de APV niet verleend kan worden, omdat de Raad van State eerder heeft geoordeeld dat de schokgolfgenerator onder de werking van het Activiteitenbesluit valt en daarmee als een inrichting (in de zin van de Wet milieubeheer) moet worden aangemerkt. De conclusie is dat het bestreden besluit in strijd met de APV is genomen en daarom voor vernietiging in aanmerking komt. Het beroep is daarom gegrond.

Tholen

Overigens mag een fruitteler in Tholen zijn antihagelkanon wel afvuren. De rechtbank in Middelburg bepaalde dat de weigering van de gemeente Tholen om een vergunning af te geven ongeldig is. Mensen die in de buurt van de fruitteler wonen hadden geklaagd over de knallen die het kanon maakt. In Nederland zou het kanon door zo'n 25 telers worden gebruikt.

Volgens de teler, zoals verwoord in een artikel in Trouw, mag het kanon alleen afgevuurd worden als omwonenden niet binnen een straal van driehonderd meter wonen. Bij de betreffende fruitplantage is deze afstand 450 meter.

Granaten

Met een anti-hagelkanon worden granaten afgeschoten die kristallen zilverjodide bevatten met behulp van een raket. Waterdruppels in een wolk zetten zich af op de kristallen, waardoor ze worden verdeeld over een groot aantal kristallen. Een ijskristal wordt dan minder groot. De hagelstenen die uit deze wolk vallen zijn kleiner en minder schadelijk voor gewassen. Wetenschappers hebben volgens het artikel in Trouw overigens twijfels over de werking.

Bronnen: Met dank aan Jan Koedoot voor de uitspraak van de rechtbank, Trouw.

Hieronder de volledige tekst van de uitspraak


Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG Sector bestuursrecht

AWB nummer: 09/323

Uitspraak van de enkelvoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken

inzake

Stichting Behoud de Zak van Zuid-Beveland, gevestigd te [plaats], eiseres, gemachtigde mr. W.E.H. Sloots van Sloots Advies te Kloetinge,

tegen

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele, te Heinkenszand, verweerder.

I. Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit op bezwaar van verweerder van 17 maart 2009 (het bestreden besluit).

Het beroep is op 14 juli 2010 behandeld ter zitting. Voor eiseres is daar verschenen [naam], secretaris in het bestuur van eiseres, bijgestaan door de gemachtigde van eiseres. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde A.P.T. Stapels. Voorts zijn verschenen de derde-belanghebbenden [naam 1], [naam 2], [naam 3], [naam 4] en [naam 5], [naam 6], [naam 7] en [naam 8]. Voor de derde-belanghebbenden is het woord gevoerd door hun gemachtigde M.A. van ’t Westeinde, bestuurslid van de Nederlandse Fruittelers Organisatie. Ter zitting is het onderzoek gesloten.

II. Overwegingen

1. Fruittelers in de gemeente Borsele maken sinds circa vijf jaar gebruik van schokgolfgeneratoren, zogenaamde anti-hagelkanonnen, teneinde ter voorkoming van schade aan het fruit dreigende hagelbuien teniet te doen. In de schokgolfgenerator wordt door menging van gassen een explosie veroorzaakt die hoog in de atmosfeer ervoor moet zorgen dat geen hagelstenen worden gevormd, maar dat de neerslag als regen of sneeuw zal vallen. De schokgolfgenerator geeft om de zes seconden een klap waarbij schokgolven de lucht in worden geschoten.

2. In 2006 waren de anti-hagelkanonnen zonder enige vergunning of ontheffing in gebruik. Bij besluiten van 10 april 2007 heeft verweerder voor een periode van één jaar vergunningen op grond van de Wet milieubeheer, zoals die luidde voor 1 januari 2008, verleend voor het oprichten en in werking hebben van de anti-hagelkanonnen. Bij uitspraken van 5 maart 2008 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ABRS) de tegen die besluiten ingestelde beroepen van - onder meer - eiseres niet-ontvankelijk verklaard omdat de betrokken appellanten geen belang meer hebben bij het bestreden besluit. Redengevend daarvoor was dat op 1 januari 2008 het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: het Activiteitenbesluit) en de daarmee samenhangende wijziging van artikel 8.1 van de Wet milieubeheer in werking is getreden. Aangezien voor de bij de besluiten van 10 april 2007 vergunde activiteiten geen vergunning meer nodig is, zijn de verleende vergunningen vervallen.

3. Verweerder heeft vervolgens bij besluiten van 26 augustus 2008 aan acht fruittelers in de gemeente Borsele (hierna: de ontheffinghouders) ontheffing als bedoeld in artikel 75, derde lid, van de Algemene Plaatselijke verordening Borsele (hierna: de APV) verleend voor het gebruik van een anti-hagelkanon in de boomgaard voor de periode van april tot en met oktober. Daarbij is bepaald dat per gebruik nader genoemde geluidswaarden op de gevels van met name genoemde woningen niet mogen worden overschreden.

4. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt.

5. Verweerder heeft bij zijn bestreden besluit de besluiten tot verlening van ontheffing op grond van de APV gehandhaafd. Verweerder heeft dit besluit als volgt gemotiveerd. Hoewel er aanknopingspunten zijn om de juridische grondslag voor het verlenen van een vergunning/ontheffing voor de anti-hagelkanonnen in de Wet milieubeheer te zoeken, is hiervoor niet gekozen omdat het geluidsniveau van een anti-hagelkanon, ook met demper, niet zal kunnen voldoen aan de op grond van de Wet milieubeheer (in het bijzonder het Activiteitenbesluit) voorgeschreven grenswaarde van 35dB(A) binnen geluidsgevoelige gebouwen. Er zijn immers in de omgeving van de anti-hagelkanonnen altijd woningen van derden aanwezig binnen de afstand behorende bij het op grond van de milieuwetgeving niet mogelijk. Gelet op het grote belang voor de fruittelers om schade door hagel aan hun fruit te voorkomen, is besloten ontheffingen op grond van de APV te verlenen. Daarbij is via de voorwaarden de landelijke milieuwetgeving van toepassing verklaard en zijn alle mogelijke (milieu)beschermende voorschriften opgelegd. Bij de ontheffingverlening is meegewogen dat de anti-hagelkanonnen zeer incidenteel worden gebruikt en dat uit een advies van de GGD Zeeland blijkt dat op de in de APV-ontheffing voorgeschreven afstand tot woningen van derden van 300 meter er geen kans is op gehoorbeschadiging en andere negatieve gezondheidseffecten.

6. Eiseres voert in beroep aan dat de anti-hagelkanonnen een heleboel lawaai veroorzaken, dat verspreid over het etmaal en op onverwachte momenten een half uur kan duren. Dat maakt inbreuk op het karakter van het gebied “de Zak van Zuid-Beveland” en geeft overlast aan de bewoners. Eiseres betoogt dat verweerder ten onrechte de APV als juridische basis voor het toestaan van anti-hagelkanonnen heeft genomen. Eiseres meent dat de Wet milieubeheer en het op grond daarvan vastgestelde Activiteitenbesluit van toepassing is voor de anti-hagelkanonnen. Op grond van dat besluit kan verweerder maatwerkvoorschriften voor het gebruik vaststellen. Eiseres verwijst voor dit standpunt naar de genoemde uitspraken van de ABRS van 5 maart 2008 en naar een uitspraak van de ABRS van 23 september 2009 met betrekking tot een anti-hagelkanon in de gemeente Kapelle. Ook de VROM-inspectie is blijkens haar brief van 17 december 2008 van mening dat het Activiteitenbesluit van toepassing is. Nu de rijksoverheid met de milieuwetgeving regels heeft gesteld voor geluidoverlast van inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer, is verweerder niet langer bevoegd om de geluidsoverlast op een andere wijze - door middel van toepassing van de APV - te reguleren. Verweerder dient alsnog het Activiteitenbesluit toe te passen. Verweerder dient door het opleggen van maatwerkvoorschriften op grond van het Activiteitenbesluit jaarlijks te beoordelen welke grenswaarden, met gebruik van de best beschikbare technieken, aan de geluidsoverlast mogen worden gesteld.

De rechtbank overweegt als volgt.

7. Ingevolge artikel 75 van de APV is het verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.

Ingevolge het derde lid van dit artikel kan het college van burgemeester en wethouders van het verbod ontheffing verlenen.

Ingevolge artikel 8:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank.

Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

Ingevolge het derde lid, van dit artikel worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

8. Blijkens de statuten van eiseres heeft eiseres ten doel: - het in stand houden en beschermen van de natuurlijke, cultuurhistorische en landschappelijke waarden van de Zak van Zuid-Beveland; - het op korte en lange termijn tegengaan van directe en negatieve invloeden op de natuur, het landschap en de cultuurhistorie van de Zak van Zuid-Beveland en de daarbij behorende waarden, en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdeling verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.

9. Desgevraagd heeft de vertegenwoordiger van eiseres ter zitting meegedeeld dat de Zak van Zuid-Beveland is aangewezen als Nationaal Landschap en als officieel stiltegebied en dat eiseres met het beroep beoogt mogelijke aantasting daarvaanti-hagelkanonnen tegen te gaan. Gelet hierop en op de in de statuten opgenomen doelstelling van eiseres is naar het oordeel van de rechtbank het belang van eiseres rechtstreeks betrokken bij het bestreden besluit. Eiseres kan dan ook als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb worden aangemerkt.

10. Voorop staat dat de ABRS - onder meer - ingevolge artikel 20.1 van de Wet milieubeheer de bevoegde instantie is om te oordelen over beroepen tegen besluiten genomen op grond van de Wet milieubeheer en aanverwante milieuwetgeving. De rechtbank heeft ter zake geen bevoegdheid. Dit betekent dat de vraag of een anti-hagelkanon al dan niet een inrichting is in de zin van het Activiteitenbesluit, beantwoord moet worden door de ABRS. De rechtbank heeft dan ook uit te gaan van de voorhanden rechtspraak ter zake van de ABRS en kan zelf geen inhoudelijk oordeel daarover geven.

11. De rechtbank constateert dat de ABRS blijkens de overwegingen in haar uitspraken van 5 maart 2008 (LJN: BC5774 en BC5775) met betrekking tot als anti-hagelkanon gebruikte schokgolfgeneratoren in de gemeente Borsele van oordeel is dat deze onder de werking van het op 1 januari 2008 in werking getreden Activiteitenbesluit vallen. Voorts heeft de ABRS in haar uitspraak van 23 september 2009 (LJN: BJ8260) met betrekking tot een schokgolfgenerator in de gemeente Kapelle uitdrukkelijk uitgesproken dat de schokgolfgenerator valt onder de werking van het Activiteitenbesluit en dat het college van burgemeester en wethouders bevoegd is om op grond van dat besluit maatwerkvoorschriften te stellen in het belang van de bescherming van het milieu ten aanzien van inrichtingen die onder het Activiteitenbesluit vallen. Uit deze uitspraken is duidelijk dat de ABRS van oordeel is dat een anti-hagelkanon onder de werking van het Activiteitenbesluit valt en daarmee een inrichting is in de zin van het Activiteitenbesluit. Dat dit oordeel niet nader gemotiveerd is, doet daar niet aan af. De rechtbank dient zich te houden aan dit oordeel. Voor zover verweerder een nadere motivering van het oordeel van de Afdeling wenselijk acht, kan de rechtbank die, gegeven de omstandigheid dat zij niet bevoegd is om te oordelen over (beroepen op grond van) de Wet milieubeheer en daarop steunende regelingen, niet geven.

12. Het Activiteitenbesluit is een KB van 19 oktober 2007, vastgesteld op grond van onder meer de artikelen 8.40 tot en met 8.42 van de Wet milieubeheer. Het stelt regels voor inrichtingen milieubeheer ter bescherming van het milieu, waaronder begrepen de bescherming van het milieu ter zake van geluidhinder. Artikel 75 van de APV ziet uitsluitend op geluidhinder van toestellen of apparaten buiten (cursivering rechtbank) een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer. Dat betekent, nu de ABRS heeft geoordeeld dat de schokgolfgenerator onder de werking van het Activiteitenbesluit valt en daarmee als een inrichting (in de zin van de Wet milieubeheer) moet worden aangemerkt, dat verweerder niet de bevoegdheid had om een ontheffing van artikel 75 van de APV te verlenen. In dat artikel wordt die bevoegdheid immers slechts gegeven voor geluidhinder buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer.

13. De conclusie is dat het bestreden besluit in strijd met de APV is genomen en daarom voor vernietiging in aanmerking komt. Het beroep is daarom gegrond.

14. In het voorgaande ziet de rechtbank aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 322,-, uitgaande van een zaak van gemiddelde zwaarte en van één proceshandeling.

III. Uitspraak

De Rechtbank Middelburg

verklaart het beroep gegrond;

vernietigt het bestreden besluit;

bepaalt dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 297,- vergoedt;

veroordeelt verweerder in de kosten van deze procedure, aan de zijde van eiseres begroot op € 322,- (driehonderdtweeëntwintig euro), te betalen door verweerder aan eJ.M. Bins-Scheffer, griffier en op 19 augustus 2010 in het openbaar uitgesproken.

home...