Positief toetsingsadvies voor MER Windpark Noordoostpolder
Commissie MER,
30 maart 2010 De Koepel Windenergie Noordoostpolder wil langs de dijken van de Noordoostpolder een windpark oprichten. Het gaat om vijf verschillende opstellingen (zowel op land als in het IJsselmeer) met een totaal vermogen van maximaal 450 megawatt. Het MER Milieueffecten Windpark Noordoostpolder vergelijkt de milieueffecten van mogelijke opstellingen van windturbines. Voor de vijf verschillende opstellingen zijn in 2004 afzonderlijke m.e.r.-procedures gestart:
De Commissie MER heeft een toetsingsadvies opgesteld incl. de aanvullingen die op de m.e.r. zijn gemaakt. De MER Commissie constateert dat duidelijk is dat alle onderzochte alternatieven gevolgen hebben voor het landschap en de leefomgeving. Voor het leefmilieu blijkt dat de binnendijkse opstellingen met windturbines met een lager vermogen leiden tot een lagere geluidsbelasting en minder slagschaduw dan de opstellingen met windturbines met een groot vermogen. Daar staat wel een lagere energieopbrengst tegenover.
Het MER concludeert volgens de Commissie MER terecht dat alle alternatieven aan de normen kunnen voldoen. Voor de grotere windturbines zijn wel extra maatregelen nodig, zoals het voor korte tijd stilzetten van windturbines. Geluid Het MER geeft zowel inzicht in de geluidbelasting door de individuele opstellingen als in de gecumuleerde geluidbelasting. Voor de vergelijking van de alternatieven is in het MER de bandbreedte van de geluidbelasting gegeven. In de milieuvergunningaanvragen voor de verschillende opstellingen is meer gedetailleerde informatie opgenomen. Hiertoe zijn akoestische onderzoeken uitgevoerd waarin de benodigde geluidruimte voor de turbines en ook de geluidbelasting van de transformatorstations zijn weergegeven. Voor de weergave van de geluidbelasting van de windturbines is in het MER gebruik gemaakt van de nieuwe Lden maat (Lday-evening-night). Deze maat wordt waarschijnlijk per juli 2010 opgenomen in het Activiteitenbesluit. De nieuwe norm is een maximale geluidbelasting van Lden 47 dB op de gevel.
In het MER is gebruik gemaakt van een tijdelijke versie van de nieuwe rekenmethode die bij de nieuwe norm hoort. De verwachting is dat conform de definitieve nieuwe methode de berekende geluidbelasting in de omgeving lager zal liggen dan in het MER is berekend (het gebied binnen de Lden 47dB contour zal kleiner zijn). Het MER geeft dus een worst case benadering. Uit het MER en de akoestische onderzoeken behorend bij de milieuvergunningaanvragen volgt dat:
*aantal woningen waarbij zonder geluidreducerende maatregelen
overschrijding van de geluidnorm (Lden 47 dB) optreedt. De Commissie adviseert bij de besluitvorming over het rijksinpassingsplan rekening te houden met de mogelijkheid dat cumulatie van geluid optreedt rond de locaties aan de Noorder- en Westermeerdijk. Bron: Commissie MER |