Defensie over hinderverminderling AWACS Ministerie van Defensie, 2 april 2010 In een aanbiedingsbrief aan de Tweede Kamer vanwege de voortgangsrapportage AWACS, gaat de staatssecraris van Defensie, J. de Vries in op het geluid rond de NAVO basis Geilenkirchen. baanverlenging van de baan? De staatssecretaris informeert de kamer over de uitwerking van de aanbeveling uit een rapport van Landrum and Brown tot verlenging van de start- en landingsbaan in oostelijke richting. Het rapport van Landrum and Brown geeft onder andere aan dat een verlenging van de start- en landingsbaan van de Navo-vliegbasis Geilenkirchen met 900 meter in oostelijke richting een aanzienlijke bijdrage kan leveren aan een structurele vermindering van de problematiek. Over de uitwerking van deze aanbeveling is de afgelopen maanden veelvuldig overleg gevoerd. De staatssecretaris van Defensie heeft op 8 juni 2009 met de milieugedeputeerde van Limburg en de bestuurders van de gemeenten Onderbanken, Brunssum en Schinnen gesproken over de aanbevelingen uit het rapport van Landrum and Brown. Afgesproken is dat zowel de regio als Defensie zich inspannen om het belang van deze maatregel onder de aandacht te brengen van Duitsland en van de Navo. De staatssecretaris van Defensie heeft het onderwerp op 10 juni 2009 besproken met de Duitse staatssecretaris van Defensie, Dr. Wichert, op 21 september 2009 met minister-president Rüttgers van de deelstaat Nordrhein Westfalen en op 11 februari 2010 met de Duitse staatssecretaris van Defensie, de heer Wolf. De toenmalige minister van VROM heeft het onderwerp medio januari 2010 besproken met de Duitse minister van milieu, dhr. Röttgen. De milieugedeputeerde van Limburg, dhr. Kersten, heeft eind 2009 overleg gevoerd met minister Uhlenberg van Umwelt und Natur van de deelstaat Nordrhein Westfalen en hem op 5 november 2009 een brief gezonden namens het College van Gedeputeerde Staten van Limburg. In al deze contacten is het belang van het verlengen van de start- en landingsbaan voor vermindering van de overlast in de regio rond de vliegbasis Geilenkirchen onderstreept. Van Duitse zijde is in de gesprekken begrip getoond voor de ernst van de problematiek en was er bereidheid alle aanbevelingen uit het rapport zorgvuldig af te wegen. Het Duitse ministerie van Defensie heeft een analyse uitgevoerd naar de consequenties en de uitvoerbaarheid van een eventuele baanverlenging in oostelijke richting. Het Duitse ministerie van Defensie is op basis van deze analyse van mening dat - in tegenstelling tot hetgeen het rapport van Landrum and Brown aangeeft - de geluidsoverlast ten gevolge van deze maatregel op Duits grondgebied zal toenemen. Voorts worden problemen voorzien van procedurele, politieke en financiële aard. Derhalve bestaat er geen draagvlak voor de optie baanverlenging in oostelijke richting. Duitsland is wel bereid om Nederland te steunen bij de verdere uitwerking van andere maatregelen, zoals inzet van meer ervaren piloten en verplaatsing van vliegbewegingen. De analyse van het Duitse ministerie van Defensie is op verzoek van Nederland aan de orde gesteld tijdens de speciale vergadering van de NAPMO BoD van 16 tot 18 maart 2010. De analyse is een bevestiging en een nadere onderbouwing van het Duitse standpunt dat baanverlenging niet kan worden beschouwd als een realistische optie voor het verminderen van de geluidsoverlast. Nederland heeft in de vergadering aangekondigd dat het een onafhankelijke validatie van de analyse wil laten uitvoeren. De vergadering heeft daarom besloten dit onderwerp opnieuw te agenderen voor de vergadering van de NAPMO BoD in juni 2010. Aantal vliegbewegingen Het doel van het kabinet is het aantal vliegbewegingen van de Navo-vliegbasis Geilenkirchen over Nederland te reduceren tot 2.600 per jaar, waar het maximum voorheen 3.600 was. De Navo heeft het maximum aantal vliegbewegingen over Nederland op aandringen van Nederland inmiddels verlaagd naar 2.996 vliegbewegingen per jaar. Het kabinet wil het met de Navo in dit licht eens worden over de maatregelen om het aantal vliegbewegingen verder te verminderen. Spreiding van AWACS-vliegbewegingen Polen heeft op verzoek van Nederland en de Navo de vliegbasis Powidz ter beschikking gesteld voor vliegbewegingen met AWACS-toestellen. Het onderzoek door de NATO Airborne Early Warning and Control (NAEW&C) Force Commander naar de bruikbaarheid van de vliegbasis had een positief resultaat. De renovatie van de startbaan van Powidz zal in oktober gereed zijn. De Force Commander overweegt om Powidz vanaf oktober te gebruiken voor trainingsdoeleinden. Voorts vindt binnen Navo verder overleg plaats met Hongarije over het gebruik van Pápa Air Base voor trainingsdoeleinden. Met ingang van 1 januari 2010 accommodeert Nederland 120 AWACS-vliegbewegingen extra per jaar op Nederlandse militaire vliegvelden. De Commandant Luchtstrijdkrachten heeft in januari 2010 afspraken gemaakt met de Navo-vliegbasis Geilenkirchen over de nadere invulling van het Nederlandse aanbod. De omgeving van de betreffende vliegvelden wordt geïnformeerd via de commissies overleg en voorlichting milieuhygiëne die voor die vliegvelden op basis van de luchtvaartwetgeving zijn ingesteld. Verplaatsing van transportvluchten naar Eindhoven In navolging van Canada heeft ook Nederland besloten transportvluchten voor internationale vredesmissies via andere vliegbases uit te voeren dan de vliegbasis Geilenkirchen. Nederland heeft aangeboden 40 vrachtvluchten voor internationale vredesmissies per jaar op de vliegbasis Eindhoven te accommoderen. Het Commando Luchtstrijdkrachten is in overleg met Joint Force Command om het Nederlandse aanbod gestalte te geven. Het ministerie van Defensie zal de omgeving van de vliegbasis Eindhoven informeren via de commissie overleg en voorlichting milieuhygiëne vliegbasis Eindhoven. Stillere vliegprocedures In de afgelopen anderhalf jaar is in samenwerking met de Navo-vliegbasis Geilenkirchen en het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) een aantal onderzoeken uitgevoerd naar de mogelijkheid van stillere vliegprocedures. Uit het onderzoek naar stillere startprocedures, dat eind 2008 plaatsvond, is gebleken dat er geen aanpassingen van de vliegprocedures zijn die leiden tot een waarneembare vermindering van de geluidsoverlast. In september 2009 is onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om stillere landingsprocedures toe te passen. Op basis van een aantal testnaderingen is geconstateerd dat een beperking van de spreiding rondom de naderingen een grotere bijdrage kan leveren aan vermindering van de geluidsniveaus dan aanpassing van de landingsprocedures zelf. In overleg met de Navo-vliegbasis Geilenkirchen zal worden bezien of de genoemde spreiding kan worden beperkt. Tijdens de onderzoeken is vastgesteld dat drie-motorige vliegbewegingen de meeste overlast veroorzaken. De vliegbasis streeft ernaar deze vliegbewegingen zoveel mogelijk elders uit te voeren.
Bronnen: Ministerie van Defensie (de volledige tekst van de kamerbrief) |