MER commissie: effecten heigeluid onderwater onzeker Stichting FOM, 7 juli 2009 Commissie voor de milieueffectrapportage, 23 juni 2009 De effecten op de scheepvaartveiligheid en de effecten op vogels zijn in de MER’ren voor offshore windturbineparken goed beschreven. Uit de MER’ren blijkt dat heien bij de bouw zeer veel onderwatergeluid veroorzaakt en dat de effecten hiervan op onderwaterleven onzeker zijn. De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat moet binnenkort besluiten over vergunningen voor offshore windparken. Acht initiatiefnemers willen zeventien parken bouwen voor de Nederlandse kust met een totaalvermogen van ruim 4.000 MW. De milieueffectrapportages (MER’ren) voor deze windparken bieden diepgaande en waardevolle informatie over milieu en natuur. geluid door heien Bij 16 van de 17 windparken worden de windturbines gefundeerd met heipalen. Heien kan door de hoge geluidproductie belangrijke negatieve effecten hebben op beschermde natuur, zoals de Bruinvis, de Gewone zeehond en de Grijze zeehond. Het 17e windpark maakt gebruik van een zogenaamde ‘gravity base’ fundering, waardoor deze hoge onderwatergeluidsniveaus niet optreden. De effectvoorspelling van onderwatergeluid is erg complex en er is sprake van veel kennisleemtes. Om deze reden adviseert de Commissie maximaal één seizoen te heien (waarin één of meerdere parken aangelegd kunnen worden), in dit seizoen de effecten op het onderwaterleven nauwkeurig te monitoren en vervolgens de resultaten hiervan te toetsen voorafgaand aan een volgend heiseizoen. Mocht uit deze toetsing blijken dat negatieve effecten optreden, dan kunnen aanvullende maatregelen genomen worden. Uit de beschikbare informatie blijkt namelijk, dat met de maximale inzet van (innovatieve) mitigerende maatregelen of alternatieve funderingstechnieken effecten fors te beperken zijn. veiligheid en vogels De Commissie is van oordeel dat de effecten op de scheepvaartveiligheid in de MER’ren goed beschreven zijn. Uit de MER’ren blijkt dat de effecten per park verschillen, maar in alle gevallen beperkt zijn. Ook de effecten op vogels zijn goed beschreven. Voor drie parken bij de kust ter hoogte van IJmuiden, concludeert de Commissie dat populaties Kleine mantelmeeuwen in een aantal Natura 2000-gebieden mogelijk worden aangetast. Bron: Commissie MER |