Stille wegdekken in kaart gebracht met de CPX-methode
Ronald van Loon, M+P - raadgevende ingenieurs, Postbus
2094, 5260 CB VUGHT, mei 2008
Er is de laatste jaren een grote behoefte aan het meten en beoordelen
van de akoestische kwaliteit van wegdekken. Nederland kent alleen al ruim
30 asfaltproducten waar het etiket “stil wegdek” opgeplakt is. Een
belangrijke methode om de akoestische wegdekeigenschappen te meten is de
CPX-methode.
Meten aan het wegdek
Om akoestische effecten van wegdekken te bepalen, worden sinds jaar en
dag geluidmetingen uitgevoerd langs de kant van de weg. Nadelig aan
dergelijke meetmethoden is dat de weg op één specifieke plaats wordt
beoordeeld. Het resultaat van die ene locatie geeft geen uitspraak van de
akoestische kwaliteit van de gehele weg. Daarom wordt bij voorkeur een
afnametest uitgevoerd waarbij men (tevens) gebruik maakt van de zogenaamde
CPX-methode. Voor deze methode wordt binnen de ISO werkgroep TC 43/SC
1/WG33 een standaard voorbereid (ISO/CD 11819-2: The Close-Proximity
Method; CPX) die voorziet in een meetmethode voor wegbeheerders,
wegenbouwers en onderzoeksinstituten waarmee de geluideigenschappen van
wegdekken vastgelegd kunnen worden. De CPX-methode is een meetprocedure
die ontworpen is om de invloed van de wegdekeigenschappen op voertuig- en
verkeerslawaai te evalueren op verschillende secties van het wegdek. De
metingen worden verricht met microfoons dichtbij een van de testbanden op
een speciaal meetvoertuig.
Het grote voordeel van de CPX-methode is dat deze makkelijk uitvoerbaar
is onder verkeer, dat de herhaalbaarheid van de meting hoog is en dat het
geluid als functie van de afstand gemeten wordt. Door dit laatste is het
mogelijk de gehele lengte van het wegvak te beoordelen.

Voorbeeld van een CPX-resultaat. Per sectie van 20 m is het
geluidniveau
bepaald voor twee wegdektypen.
Het meetinstrumentarium
De Stimuleringsregeling Stille Wegdekken, het InnovatieProgramma Geluid
en de contractvormen met bestekseisen ten aanzien van geluid hebben er toe
geleid dat in Nederland de afgelopen tien jaar veelvuldig gemeten is
volgens de CPX-methode. De nodige ervaring die de Nederlandse partijen er
mee hebben opgedaan, leiden tot nieuwe inzichten en verbeteringen. De
methode die tien jaar geleden nog in de ontwikkelingsfase zat, is in
Nederland ondertussen uitgegroeid tot een standaard meetmethode voor
geluidtechnisch onderzoek aan wegdekken. Dat betekent dat voor de analyse
en interpretatie van de meetgegevens hoge eisen gesteld moeten worden aan
het meetinstrumentarium.
De methode stelt twee opties betreffende het toe te passen meetvoertuig.
Ten eerste kan gemeten worden door de microfoons aan een personenwagen te
monteren en zo het geluid dicht bij de (niet-aangedreven) band te meten.
De tweede optie is meten van het geluid aan de banden van een
meetaanhanger.

CPX-meetsysteem op auto

M+P CPX-trailer
Voordeel van de meetaanhanger is dat de omgeving en geometrie rondom de
band optimaal te ontwerpen is. In vergelijking met de methode met een
personenwagen heb je bijvoorbeeld geen last van reflecties tegen de
wielkast. Een CPX-trailer is in veel gevallen wel voorzien van een ruime
omkasting. Bij de geluidmeting wordt hierdoor windgeluid, stoorlawaai van
overig verkeer en stoorlawaai van het trekkend voertuig (uitlaat of banden)
uitgesloten. Anderzijds kunnen reflecties tegen de binnenkant van de
omkasting wel een significante bijdrage leveren aan het gemeten
geluidniveau. De oplossing is het creëren van een halve dode kamer door de
wanden van de omkasting te voorzien van absorberend materiaal. Om
vervolgens de werking van de akoestisch half dode kamer te toetsen wordt
de meetaanhanger gekalibreerd. Een eventueel verschil in de vrije veld
situatie (theoretisch ideale halve dode kamer) en de situatie in de
meetaanhanger kan gecorrigeerd worden met de zogenaamde trailercorrectie.
Een afweging voor het niet gebruiken van een CPX-trailer zonder
omkasting kan dus juist de invloed van een dergelijke omkasting zijn.
Hoewel de meting in zo’n geval plaats vindt in een bijna ideale vrije veld
situatie zal er voortaan altijd rekening gehouden moeten worden met
stoorlawaai. Voor wegvakken met een hoge verkeersintensiteit is het dan
haast onmogelijk een meting onder verkeer uit te voeren. Een
traileromkasting introduceert dus wel een extra correctie op de
meetresultaten, maar deze correctie is gemakkelijk en eenduidig te
kwantificeren. De geometrie van de CPX-trailer is immers voor elke meting
gelijk. Stoorlawaai daarentegen laat zich moeilijker kwantificeren, is per
situatie anders en wordt vaak subjectief beoordeeld.

Detail van de geluidmeettrailer voor testterreinen
Voor bepaalde onderzoeksdoeleinden heeft een trailer zonder omkasting
de voorkeur. Wanneer stoorlawaai niet aan de orde is (bijvoorbeeld op
testterreinen), is een dergelijk meetsysteem eenvoudig toepasbaar en
kunnen eenvoudig meerdere microfoons rondom de band geplaatst worden. Bij
het plaatsen van de microfoons hoeft geen rekening te worden gehouden met
een eventuele traileromkasting.
Geluid in kaart
Het feit dat de akoestische eigenschappen van wegdekken rijdend bepaald
worden biedt nieuwe mogelijkheden. Door het combineren van de geluidmeting
aan het GPS-signaal kan de akoestische kwaliteit van het wegennet in kaart
gebracht worden. De akoestische kwaliteit van wegen vormt een belangrijke
beoordelingsfactor van de staat van de infrastructuur. Toepassing van
stille wegdekken en het onderhoud van bestaande wegen met als oogmerk de
geluideigenschappen te handhaven of te verbeteren, leveren een grote
bijdrage aan de leefbaarheid van de woonomgeving. Met de zogenaamde
geografische CPX-kaart (kortweg: GeoCPX-kaart) heeft de wegbeheerder een
eenvoudig instrument in handen om de akoestische staat van de wegdekken te
monitoren.

Voorbeeld van een Geo-CPX-kaart. Linksboven is weergegeven
hoe diezelfde gegevens bekeken kunnen worden
in webapplicaties als
Google-earth.
home...
|