Geluid in het beheerplan van ProRail

Redactie, 16 februari 2008

In het " Beheerplan 2008" besteedt ProRail aandacht aan geluid. Hieronder zijn de belangrijkste punten op een rij gezet. 

Geluidswetgeving / juridische trajecten

De geluidswetgeving is sterk in ontwikkeling. Door actieve participatie en projecten als ‘Geluidhinder op emplacementen’ (UPGE), geluidkarteringen/actieplannen en het Innovatieprogramma Geluid (IPG), streeft ProRail naar maximalisatie van de vervoerscapaciteit en werkbaarheid van de regelgeving. Dit in goede balans met de omgeving.

Het uitblijven van de nieuwe Wet geluidhinder betekent dat ook in 2008 onder het bestaande geluidsregime gewerkt moet worden. Bij een toenemende druk door de omgeving bestaat het risico dat nog een aantal juridische trajecten moet worden doorlopen.

Geluidhinder op emplacementen

Het Uitvoeringsprogramma Geluid Emplacementen (UPGE) loopt tot 2010 en voorziet in de sanering van de bestaande normoverschrijdingen ten opzichte van de peildatum 1 januari 2005. In 2007 zijn de ‘urgente emplacementen’ gesaneerd. In de programmering van 2008 wordt aangesloten bij de reguliere procesgang binnen ProRail.

Na afronding van het programma UPGE voldoen alle emplacementen aan de geluidsnormen uit de Handreiking Industrielawaai, of aan de eisen uit de milieuvergunning indien deze hogere waarden dan de Handreiking toelaat.

Het programma bestaat uit de deelprogramma’s ‘Terugdringen booggeluid’ en ‘Terugdringen voeggeluid’ en een aantal deelprojecten op emplacementen waar extra maatregelen nodig zijn om aan de normen te kunnen voldoen. Omdat het programma vertraagd is, vinden de uitgaven ook later plaats dan oorspronkelijk was voorzien. De gevolgen voor de instandhoudingskosten lopen op tot € 3,2 mln per jaar en zijn tot en met 2012 in het projectbudget gedekt.

Geluid op doorgaand spoor

De nieuwe Wet geluidhinder treedt naar verwachting in 2008 in werking. GeluidProductiePlafonds gaan aangeven wat een spoorweg maximaal aan geluid mag voortbrengen. ProRail is als beheerder verantwoordelijk om binnen de vastgestelde plafonds te blijven. Dit betekent een goede monitoring van de mate van het spoorgebruik, vooral om bij toename tijdig te kunnen bepalen welke geluidreducerende maatregelen genomen moeten worden. De nieuwe systematiek stimuleert het toepassen van bronmaatregelen, waardoor het toepassen van inframaatregelen verminderd kan worden.

Daarnaast is de Europese Commissie bezig zich te oriënteren op de wijze waarop de Europese Unie kan bijdragen aan geluidsreductie via stimulering van de ombouw van goederenwagens. Dit kan mogelijk leiden tot een nog actievere rol van de Infrabeheerder. ProRail vult die rol in door middel van kennisoverdracht en participatie aan overleggen.

Geluidkartering en geluidactieplan

ProRail brengt de geluidbelasting als gevolg van spoorverkeer voor de burger in kaart en stelt op basis daarvan een actieplan voor dat voorziet in de aanpak van knelpunten op baanvakken. Op basis van de nieuwe Wet Geluidhinder heeft ProRail in 2007 de geluidbelastingkaarten voor die spoorwegen gemaakt waar jaarlijks tenminste 60.000 treinen passeren.

Naast de productie van de kaarten verzorgt ProRail de communicatie. In 2008 stelt ProRail een voorstel op voor de aanpak van de geluidhinder langs deze spoorwegen. Dit voorstel resulteert in een Geluidsactieplan Spoorwegen dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat vaststelt. ProRail neemt het belang van de vervoerscapaciteit hierin mee.

Milieuvergunningen emplacementen

ProRail vraagt de milieuvergunningen voor emplacementen aan en ziet toe op de naleving. Het aanvragen van de vergunningen gebeurt in samenspraak met de gebruikers. Voor het beheer van de verkregen vergunningen is een Vergunningenbeheersysteem (VBS) ontwikkeld. ProRail gebruikt het VBS onder meer voor het toezicht op de naleving van de vergunningvoorschriften door de gebruikers van de emplacementen. Hierin zijn ook de belangen van vervoerders meegenomen.

ProRail beheert ruim 110 emplacementen, waarvan ongeveer de helft vergunningen heeft in het kader van de Wet Milieubeheer. Gemiddeld zijn iedere 3 tot 6 jaar nieuwe vergunningen nodig vanwege de dienstregeling en/of aanpassingen aan het emplacement zelf. Een basisonderdeel van de vergunningaanvraag vormt de Representatieve BedrijfsSituatie*. De RBS bepaalt in belangrijke mate de milieuruimte die wordt aangevraagd en nodig is, zowel om groei te faciliteren als om wijzigingen in de dienstregeling te accommoderen. ProRail stelt de RBS op en consulteert de vervoerders zodat een optimale milieuruimte voor een langere periode kan worden vastgelegd.

* ProRail heeft samen met de spoorwegondernemingen een GOR (Generieke Operationele Regeling) verkregen van milieuvergunningen. Dit is geen onderdeel van deze voorgestelde prestaties.

 

 

Bron: Beheerplan ProRail, via Parlando

home...