Zaaknummer: |
200608151/1 |
Publicatie datum: |
woensdag 15 augustus 2007 |
Tegen: |
het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht |
Proceduresoort: |
Eerste aanleg - meervoudig |
Rechtsgebied: |
Kamer 2 - Milieu - Overige |
200608151/1.
Datum uitspraak: 15 augustus 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellante sub 1], wonend te Dordrecht,
2. [appellanten sub 2], alle wonend dan wel gevestigd te Dordrecht,
en
het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 12 september 2006 heeft verweerder op grond van het Besluit
woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer (hierna: het Besluit) nadere eisen
gesteld ten behoeve van het in werking hebben van een carillon in een
inrichting op het adres Stadhuisplein 1 te Dordrecht. Dit besluit is op 5
oktober 2006 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit hebben appellante sub 1 bij brief van 14 november 2006,
bij de Raad van State ingekomen op dezelfde datum, en appellanten sub 2 bij
brief van 9 november 2006, bij de Raad van State ingekomen op 10 november
2006, beroep ingesteld. Appellante sub 1 heeft haar beroep aangevuld bij
brief van 12 december 2006. Appellanten sub 2 hebben hun beroep aangevuld
bij brief van 3 januari 2007.
Bij ongedateerde brief heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke
Ordening heeft een deskundigenbericht uitgebracht, gedateerd 8 mei 2007.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld daarop te reageren.
Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van verweerder
en van appellanten sub 2. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 juli 2007, waar
appellanten sub 2, vertegenwoordigd door [gemachtigden], en verweerder,
vertegenwoordigd door mr. A.J.M.M. Scholtes en D.P. Nelemans, ambtenaren van
de Milieudienst Zuid-Holland Zuid, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. In voorschrift 1.1.1, aanhef en onder a, van de bijlage behorende bij
het Besluit zijn grenswaarden opgenomen voor het equivalente geluidniveau (LAeq)
en het piekniveau (Lmax), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige
installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte
werkzaamheden en activiteiten op de gevel van woningen en andere
geluidgevoelige bestemmingen.
Ingevolge voorschrift 4.1.1 van de bijlage, voor zover hier van belang, in
samenhang met artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a, van het Besluit, kan
het bevoegd gezag in gevallen waarin de in voorschrift 1.1.1 opgenomen
waarden voor equivalente geluidniveaus en piekniveaus naar zijn oordeel te
hoog of te laag zijn, voor een inrichting bij nadere eis waarden vaststellen
die lager of hoger zijn dan de in voorschrift 1.1.1 opgenomen waarden.
Ingevolge voorschrift 4.1.2 van de bijlage, voor zover hier van belang, kan
het bevoegd gezag slechts hogere waarden vaststellen als bedoeld in
voorschrift 4.1.1, indien binnen woningen of andere geluidgevoelige
bestemmingen die zijn gelegen binnen de akoestische invloedssfeer van de
inrichting een etmaalwaarde van 35 dB(A) wordt gewaarborgd.
2.2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder op verzoek van de gemeente
Dordrecht een nadere eis gesteld ten behoeve van het in werking hebben van
een carillon in de toren van het stadhuis van Dordrecht. Het carillon zal
zowel worden gebruikt voor reguliere bespelingen als voor bespelingen voor
studiedoeleinden door beiaardstudenten van het Carillon Instituut Nederland.
2.2.1. In voorschrift 1 van het bestreden besluit is bepaald dat voorschrift
1.1.1 van - naar de Afdeling begrijpt - de bijlage bij het Besluit niet van
toepassing is gedurende het bespelen van het carillon, waarbij de
onderstaande speelduren niet mogen worden overschreden en het bespelen niet
mag plaatsvinden buiten de daarbij aangegeven perioden:
- bij huwelijken, 200 keer per jaar gedurende 5 tot 10 minuten bij aankomst
en vertrek van het huwelijkspaar, van maandag tot en met zaterdag tussen
9.30 uur en 17.30 uur;
- 26 keer per jaar op donderdagavond gedurende een half uur tussen 19.00 uur
en 21.00 uur;
- wekelijks op zaterdagmiddag gedurende een half uur tussen 16.00 uur en
17.00 uur.
In voorschrift 2 is bepaald dat het gebruik van het carillon voor
studiedoeleinden dient plaats te vinden in de periode tussen 9.30 en 19.00
uur. Op zon- en feestdagen mag het carillon niet voor studiedoeleinden
worden gebruikt.
Ingevolge voorschrift 3 dienen tijdens het gebruik van het carillon voor
studiedoeleinden zodanige akoestische maatregelen te worden genomen dat het
equivalente geluidniveau (LAeq) op de gevel van nabijgelegen woningen niet
meer bedraagt dan 50 dB(A). Tijdens het gebruik van het carillon voor
studiedoeleinden is voorschrift 1.1.1 van - naar de Afdeling begrijpt - de
bijlage bij het Besluit niet van toepassing en dient deze activiteit
separaat te worden beoordeeld conform dit voorschrift.
2.2.2. Appellanten vrezen voor onaanvaardbare geluidhinder vanwege de
carillonbespelingen. In dit verband voeren zij onder meer aan dat
onvoldoende beperkingen zijn gesteld aan de speelduur en -tijden. Appellante
sub 1 voert daarnaast onder meer aan dat voorschrift 1.1.1 van de bijlage
bij het Besluit ten onrechte geheel buiten toepassing is verklaard voor de
bespelingen van het carillon anders dan voor studiedoeleinden. Appellanten
sub 2 betogen onder meer dat niet vaststaat dat binnen de nabijgelegen
woningen een binnenwaarde van 35 dB(A) etmaalwaarde is gewaarborgd.
2.2.3. Verweerder acht de geluidbelasting vanwege de reguliere bespelingen
van het carillon aanvaardbaar. Hij stelt zich op het standpunt dat plaatsing
van het carillon wenselijk is in verband met historische, cultureel-sociale
en educatieve belangen. De beperkingen die op grond van voorschrift 1 in de
speelduur en speeltijden zijn aangebracht, zijn volgens hem voldoende om de
belangen van omwonenden te beschermen.
Verweerder betoogt voorts dat bij het gebruik van het carillon voor
studiedoeleinden gebruik zal worden gemaakt van een geluiddempende
kapconstructie, waardoor het equivalente geluidniveau op de gevels van de
omliggende woningen wordt beperkt tot ten hoogste 50 dB(A). Hij baseert zich
hierbij op een aanvullend akoestisch rapport van Sonus B.V. van 16 mei 2006.
2.2.4. In een akoestisch rapport van Sonus B.V. van 1 september 2005 zijn de
langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus op de gevel van de nabijgelegen
woningen berekend die optreden als gevolg van de reguliere
carillonbespelingen tijdens huwelijken en tijdens de donderdagavond en
zaterdagmiddag. Het rapport vermeldt als hoogste waarde een
langtijdgemiddeld beoordelingsniveau van 88 dB(A) in zowel de dag- als de
avondperiode, met inbegrip van de straffactor van 10 dB(A) voor muziekgeluid
en zonder toepassing van een bedrijfsduurcorrectie. Wat betreft dat laatste
overweegt de Afdeling dat - anders dan hetgeen verweerder hierover naar
voren heeft gebracht - gelet op voorschrift 1.1.3 van de bijlage bij het
Besluit bij het bepalen van de geluidniveaus geen bedrijfsduurcorrectie voor
muziekgeluid mag worden toegepast. Verder ziet de Afdeling geen reden waarom
de straffactor voor muziekgeluid in dit geval buiten toepassing zou moeten
blijven.
Mede gezien hetgeen hierover in het deskundigenbericht is vermeld, kan er
naar het oordeel van de Afdeling van worden uitgegaan dat bij deze
geluidniveaus niet is gewaarborgd dat in de nabijgelegen woningen de
binnenwaarde van 35 dB(A) etmaalwaarde niet wordt overschreden. Anders dan
verweerder heeft betoogd, biedt het Besluit bovendien geen grondslag om op
grond van een belangenafweging af te wijken van de binnenwaarde die op grond
van voorschrift 4.1.2 van de bijlage bij het Besluit moet worden gewaarborgd.
Voor zover het de reguliere bespelingen van het carillon betreft, is het
bestreden besluit derhalve in strijd met voorschrift 4.1.2 van de bijlage
bij het Besluit.
2.2.5. De Afdeling overweegt verder dat de voorschriften 4.1.1 tot en met
4.1.4 van de bijlage bij het Besluit geen grondslag bieden om bij wijze van
nadere eis een onbegrensde ontheffing te verlenen van de waarden die in
voorschrift 1.1.1 zijn opgenomen. Het bestreden besluit bevat uitsluitend
grenswaarden voor het equivalente geluidniveau bij bespelingen van het
carillon voor studiedoeleinden, maar stelt geen nieuwe grenswaarden voor het
piekniveau bij deze bespelingen, noch voor het equivalente geluidniveau en
het piekniveau bij de reguliere carillonbespelingen. Het bestreden besluit
is daarom in strijd met voorschrift 4.1.1 van de bijlage behorende bij het
Besluit.
2.3. De beroepen zijn gegrond. Het bestreden besluit dient te worden
vernietigd. De overige beroepsgronden behoeven geen bespreking.
2.4. Verweerder dient ten aanzien van appellante sub 1 op na te melden wijze
in de proceskosten te worden veroordeeld. Ten aanzien van appellanten sub 2
is van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen niet gebleken.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart de beroepen gegrond;
II. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders
van Dordrecht van 12 september 2006, kenmerk DO 05.2253;
III. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht
tot vergoeding van bij appellante sub 1 in verband met de behandeling van
het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 322,00 (zegge:
driehonderdtweeëntwintig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde
beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de gemeente Dordrecht
aan appellante sub 1 onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald;
IV. gelast dat de gemeente Dordrecht aan appellanten het door hen voor de
behandeling van de beroepen betaalde griffierecht ten bedrage van € 141,00 (zegge:
honderdeenenveertig euro) voor appellante sub 1 en € 281,00 (zegge:
tweehonderdeenentachtig euro) voor appellanten sub 2 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. M. Oosting, Voorzitter, en mr. C.W. Mouton en mr.
H.G. Sevenster, Leden, in tegenwoordigheid van mr. J. Heijerman, ambtenaar
van Staat.
w.g. Oosting w.g. Heijerman
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 augustus 2007 |