MKB-Midden Nederland wil o.a. terrasvergunning schrappen

MKB-Midden Nederland, 9 februari 2007

MKB-Midden Nederland presenteert de gemeenten in de regio kant en klare voorstellen om vijf veelvoorkomende ondernemersvergunningen te schrappen. In het rapport ‘de ondernemersgerichte APV’ dat wordt aangeboden aan de gemeenten staan nieuwe APV-teksten met algemene voorschriften in plaats van vergunningseisen. Het gaat bijvoorbeeld om vergunningen voor steigers, containers en plantenbakken, reclame- en menuborden, winkeluitstallingen, gevelreclame, terrassen en het exploiteren van een horecabedrijf. Jaarlijks zijn deze vijf vergunningen goed voor in totaal meer dan 8 miljoen euro aan administratieve lasten.

Onder andere wil de organisatie de terrasvergunning schrappen.

Huidige situatie

De terrasvergunning wordt aangevraagd indien een bedrijf een terras wil aanleggen op het grondgebied van de gemeente, de openbare weg of in het publieke domein. Hierbij wordt onder meer een situatieschets gevraagd. De gemeente rekent niet alleen leges voor de vergunning, maar ook precariorechten. In veel gemeenten moet de vergunning jaarlijks opnieuw worden aangevraagd. De reden is dat gemeenten de mogelijkheid willen behouden om jaarlijks de omtrek van het terras te kunnen wijzigen of om op basis van de ervaringen te kunnen beslissen over een vergunning voor het nieuwe jaar. Het exploiteren van een terras vindt in de meeste gevallen plaats in combinatie met het uitbaten van een gelegenheid tot eten of drinken. In het algemeen is weinig geregeld over het aantal en de afmeting (vierkante meters) van terrassen. De terrasvergunning, hoewel gepresenteerd als een regulerend instrument voor openbare orde, het uiterlijk van het straatbeeld en veiligheid, lijkt vooral een ‘lapmiddel’ voor het ontbreken van adequate bestemmingsplannen en aanvullende beleidsnota’s. De bepaling in de model-APV maakt duidelijk dat vanuit de afbakening ‘besloten inrichting’, terrassen daar mede toe gerekend moeten worden. Op die wijze wordt de reikwijdte van de vergunning voor de horeca-inrichting tot het niet besloten gedeelte uitgebreid. Afzonderlijke vergunningen voor terrassen zijn dus strikt genomen niet noodzakelijk.

Overwegingen en oplossing

In essentie raakt de terrasvergunning aan beperking van ‘overlast’ ter bescherming van het woon en leefklimaat. Geroezemoes op een terras kan voor omwonenden hinderlijk zijn en naarmate het geluidsniveau toeneemt zelfs tot overlast leiden voor de omgeving. Het beschermen van het woon- en leefklimaat kan ook anders gestalte krijgen dan via een vergunningenstelsel. Geluidsoverlast wordt beschermd en beheerst door art. 8.40 AMvB (Wet Milieubeheer) en moet niet aanvullend in de APV worden geregeld. Wel kan via de APV het aantal toe te laten personen worden gereguleerd als dat in het belang is van de bescherming van het woon- en leefklimaat. Maar het verdient de voorkeur dat de gemeente door middel van duidelijke bestemmingsplannen aangeeft waar zij de aanwezigheid van terrassen met alle bijkomende positieve en negatieve effecten aanvaard of juist niet. In een terrasnota of met een aantal beleidsregels, in combinatie met een ‘ja, mits beleid’, kunnen gemeenten grenzen stellen aan de mate van overlast. Algemene regels (zie ook bijlage 2) kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op situering, openingstijden, gedragsregels, uiterlijk en vrije doorgang. Idealiter wordt er voorzien in een beleidsnota in relatie tot het bestemmingsplan. Een alternatief is om vanuit de toepassing van een regulerend instrument voor horecabedrijven een aantal regels te formuleren die gelden voor de exploitatie van een terras. Het ‘ja, mits beleid' maakt de vergunning voor terrassen overbodig (zie ook paragraaf 3.7).

Bron: Website MKB Nederland, lees hier het gehele persbericht.

home...