NLR, 20 januari 2007
Het
NLR doet onderzoek om de geluidsoverlast door windturbines te beperken en
daarmee een bijdrage te leveren aan een grootschalige toepassing van deze
alternatieve bron van energiewinning. Het NLR heeft bij één van de ontwikkelde
concepten om het geluid te reduceren een aanpassing van vorm van het uiteinde
van het rotorblad gemaakt. Zoals blijkt uit de figuur wordt door het uiteinde
het meeste geluid geproduceert. Bij een ander concept heeft men op de achterkant
van de uiteinden van de rotorbladen een soort borstel gemonteerd. Dit idee is
eigenlijk ‘afgekeken’ uit de natuur van de uil.
Uilen kunnen hun prooi nagenoeg geruisloos naderen. Het geruis aan de achterkant van hun vleugels wordt sterk verminderd door kleine donshaartjes. Ook bij rotorbladen met deze borstels worden aanzienlijke resultaten behaald. Op de borstels is door het NLR octrooi aangevraagd. Binnenkort zullen beide manieren van geluidsbeperking in de praktijk getest worden.
Het NLR-onderzoek maakt deel uit van het Europese SIROCCO-project (SIlent ROtors by aCoustiC Optimisation), waarin ook het ECN, de Universiteit van Stuttgart en twee windmolenfabrikanten participeren.
Het NLR was met dit onderwerp een van de acht genomineerden voor de Prijs van Wetenschap en Maatschappij 2006, een competitie waarbij organisaties uitgenodigd worden een project of onderzoek te beschrijven dat wetenschappelijk inventief is en tevens een grote maatschappelijke betekenis kan hebben.
Geluidsoverlast is een belangrijke belemmering voor het op milieuvriendelijke wijze opwekken van energie. Het zorgt er soms voor dat windmolens niet op vol vermogen kunnen draaien of dat projecten afgelast worden vanwege de geluidsregels.
Bron: Webiste NLR, met dank aan Reinier Balkema, gemeente Utrecht