Redactie, 25 juni 2006
In het vorige nummer van Geluidnieuws trof U de brief aan
van de Eerste Kamer aan staatssecretaris Van Geel naar aanleiding van een
herziening van de Wet Geluidhinder, met als titel "Wet geluidhinder
ontoereikend wettelijk instrument". De Eerste Kamer vindt de wet in de
praktijk een pragmatisch/opportunistisch benut instrument ten behoeve van
overheden, waarbij kostenoverwegingen de overhand hebben. Inmiddels heeft
van Geel op deze brief geantwoord.
De staatssecretaris stelt dat de Wgh op het gebied van industrielawaai, met name voor de sanering, de vergunningverlening en de zonering een goed werkend regime biedt. Ook maakt de staatssecretaris melding van de beschermende werking van de wet bij nieuwe plannen of projecten. Daarbij wijst hij ook op de aanzienlijke inspanningen die worden getroost, en op de omvangrijke geluidmaatregelen, die bij de aanleg van nieuwe infrastructuur zijn, c.q. worden getroffen. Ook wijst de staatssecretaris erop dat het stand still beginsel wél werkt op het moment van reconstructie in situaties waar expliciet een hogere waarde is verleend. Toch erkent Van Geel de tekortkomingen van de Wgh. De eerste poging om de Wgh verbeteren is gestrand, en daarna is overgegaan op een gefaseerde aanpak. De eerste fase was de implementatie van de Europese richtlijn omgevingslawaai per 18 juli 2004 als hoofdstuk IX van de Wet geluidhinder. In de nu voorliggende tweede fase worden een aantal snel te realiseren en door de praktijk gewenste aanpassingen aangebracht. (De redactie vraagt zich af of hier niet ook van opportinisme sprake is). Hierbij gaat het onder meer om de volgende punten:
Als derde fase en als sluitstuk is Van Geel van plan nog in deze kabinetsperiode een meer fundamentele herziening in procedure te brengen. Deze herziening zal bestaan uit:
De Eerste Kamer is nu weer aan zet, Geluidnieuws houdt u op de hoogte.
|
Op de oproep om te reageren
op de brief van de Eerste Kamer kwamen, naast de kolumn van T. Mopher, twee
reacties: Mijn mening is dat de Wet geluidhinder geen fictie is. Waarom vind ik dit? De Wet geluidhinder regelt een aantal belangrijke zaken met betrekking tot geluid en de hinder daarvan. Bij de uitvoering van de Wet geluidhinder komen er knelpunten naar voren die moeten worden opgelost. Door hier goed naar te kijken, wordt hinder ten gevolge van geluid beperkt. Als mensen vinden dat de Wet geluidhinder fictie is, zal er mijn inziens eerder sprake zijn van het niet uitvoeren van deze wet. Marin Kijzers, Specialist geluid Ik ben technisch medewerker op de afdeling milieu. Hield me bezig met handhaving maar heb me gespecialiseerd op bodem en geluid. In de praktijk blijkt dat mensen niet snappen dat geschreeuw bij een disco niet gemeten mag worden maar muziek wel. Ook wanneer ze op een industrieterrein een woning willen bouwen waar het max is bereikt kunnen ze dat niet vatten. Ik vraag me wel eens af of de ministers ook door deze bril kijken. Als dat zo is kan ik me voorstellen dat ze het geluidbeleid maar niks vinden. Vergeet niet waar het geluidsbeleid al toe heeft geleid: Stiller asfalt, motoren en isolatie van gebouwen zowel binnen als buiten door bv. schermen. Wij hebben op een bedrijfsterrein dusdanig veel woningen waardoor de WM op basis van geluid zegt dat bepaalde bedrijven niet meer zouden kunnen uitbreiden. Om dit te voorkomen is in het bestemmingsplan opgenomen dat de geluidsnormen in dit gebied omhoog gaan. Want je woont immers op een bedrijfsterrein en niet op een luxe groot perceel met een bedrijfsplan en een grootte loods die nauwelijks wordt gebruikt. De lusten en ook de lasten in deze situatie! Dus duidelijkheid! Ik ben van mening dat geluidsbeleid wel degelijk een bijdrage levert aan het welzijn in de leefomgeving van de mensen. Het is vaak de stok achter de deur om een ondernemer te laten zorgen dat hij ook rekening moet houden met de buren. Maar andersom ook! De burger moet daarbij niet denken dat daarmee alles is opgelost. En daar zit nou juist het probleem. Alle partijen moeten goed voorgelicht worden. Daarbij moeten de gemeenten cq. lagere overheden wat ruimte maken en hebben om creatief te denken. Lieuwe Hansma, Gemeente Dantumadeel
|
Bron: Eerste Kamer, lees hier de brief van Van Geel, zie ook de kolumn van T. Mopher.