Ministeries van V&W en VROM, 22 november 2006
Op 29 april 2006 heeft het Platform Heliherrie uit de Meern en Leidsche Rijn bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat aandacht gevraagd voor de plannen van Helinet. Helinet is voornemens om in Nederland een aantal helihavens te realiseren, waartussen op vaste tijden vluchten worden uitgevoerd. Met excuses voor het feit dat het platform zo lang heeft moeten wachten op antwoord lichten de ministers van V&W en VROM de situaties rond de helihavens toe.
Met de inrichting en het gebruik van helihavens zijn meerdere en sterk verschillende aspecten gemoeid, zoals naast vliegveiligheid ook geluidsoverlast en ruimtelijke ordening.
Aanvragen voor helihavens worden binnen het kader van de Luchtvaartwet en de daaraan gekoppelde Algemene maatregel van bestuur ‘Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen’ (hierna: BIGNAL) door de Inspectie Verkeer en Waterstaat (hierna: de Inspectie) beoordeeld. In het BIGNAL is geen rol weggelegd voor het Ministerie van VROM.
Ingevolge de Luchtvaartwet geldt de regel dat slechts speciaal daartoe aangewezen terreinen gebruikt mogen worden voor het opstijgen en landen van luchtvaartuigen. Dit is anders als een ontheffing verleend wordt; dit instrument is geschikt voor tijdelijke en kortdurende activiteiten. Andere uitzonderingen op deze regel zijn neergelegd in het BIGNAL.
De Inspectie kijkt in het kader van het BIGNAL alleen naar veiligheid. Het is de taak en deskundigheid van de Inspectie om te beoordelen of het voorgenomen gebruik veilig is gezien de omstandigheden ter plaatse, daarbij ook het aantal vluchten en het soort luchtvaartuig in aanmerking nemende.
Dat de Inspectie zich dient te beperken tot aspecten betreffende de vliegveiligheid is door de rechter bevestigd. Zo heeft de rechtbank Den Bosch in een uitspraak bepaald dat de Inspectie met betrekking tot planologische aspecten, de geluidhinder en de openbare orde niet als bevoegd gezag kan worden aangemerkt en deze aspecten dan ook op goede gronden niet bij haar besluit heeft betrokken (uitspraak 14 december 2004). De Inspectie is dus niet bevoegd om een aspect als geluidshinder te betrekken bij haar besluitvorming rond helihavens.
Naast het BIGNAL kan het zo zijn dat de helihaven een milieuvergunning nodig heeft omdat het een inrichting betreft volgens de Wet Milieubeheer. In het inrichtingen- en vergunningenbesluit is te lezen dat een:
“inrichting waar een of meer elektromotoren aanwezig zijn met een vermogen of een gezamenlijk vermogen groter dan 1,5 kW, met dien verstande, dat bij de berekening van het gezamenlijk vermogen een elektromotor met een vermogen van 0,25 kW of minder buiten beschouwing blijft” vergunningplichtig is.
Als aan deze voorwaarde wordt voldaan, is de gemeente bevoegd gezag voor het afgeven van een milieuvergunning. Indien er sprake is van een inrichting die vergunningplichtig is ingevolge de Wet milieubeheer, kan het bevoegd gezag aan deze Wm-vergunning geluidsvoorschriften verbinden. In principe gelden deze voorschriften alleen voor grondgebonden activiteiten. In het kader van de Wm-vergunningverlening kan echter ook de zogenaamde "indirecte hinder" worden beschouwd (de hinder die wordt veroorzaakt door het aan- en afvliegen van de helikopters). In dat verband kunnen voorschriften worden gegeven met betrekking tot onder meer: - het maximaal aantal vliegbewegingen; - de periode(s) waarbinnen mag worden gevlogen.
Tevens is het mogelijk dat voor het ruimtelijke spoor een procedure ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening nodig is, vooruitlopend op het wijzigen van het bestemmingsplan.
Samenvattend is een aanvraag voor een helihaven een afweging waarin de Inspectie en de gemeente wčl en het Ministerie van VROM geen bevoegdheden heeft.
Voor de door u genoemde relatie met de Vinex-woningbouwlocatie geldt dat het rijk met de betrokken gemeenten afspraken heeft gemaakt over aantallen te bouwen woningen, infrastructuur en over noodzakelijke oppervlakte groen en water. Het ministerie van VROM benadrukt het belang van een goede ruimtelijke kwaliteit bij de ontwikkeling van deze locaties, maar het is aan de gemeenten en provincies om daar per Vinex-locatie een specifieke invulling aan te geven.
Er ligt thans nog geen aanvraag van Helinet bij de Inspectie. De minister van V&W kan derhalve niet in details treden maar als Helinet besluit om op dit moment een aanvraag in te dienen voor de aanleg van een helihaven dan zal deze aanvraag onder het nu geldende wettelijke regime in behandeling worden genomen. Zoals uit bovenstaande tekst blijkt, kan vanuit de zijde van de Rijksoverheid de Inspectie slechts toetsen of de aanleg, inrichting en uitrusting van een helihaven zodanig zijn dat hiervan een veilig gebruik kan worden gemaakt. Overige aspecten, zoals milieu (geluid), worden behartigd door provinciale of gemeentelijke overheid.
Tenslotte wil ik nog opmerken dat de huidige regelgeving zoals hierboven uiteengezet komt te vervallen na inwerkingtreding van het wetsvoorstel RBML: Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens. Dit wetsvoorstel ligt momenteel bij de Tweede Kamer. Door inwerkingtreding van dit wetsvoorstel worden alle regionale velden, dus ook de BIGNAL velden zoals helihavens, gedecentraliseerd naar de provincie (zie hier het artikel "Vertraging decentralisatie luchthaventaken" hierover in Geluidnieuws)
Bron: Website Verkeer en Waterstaat, lees hier de volledige brief met bijlagen over de wettelijke situatie