Kosten-baten afwegingen voor stille wegdekken

Jan Hooghwerff, M+P Raadgevende ingenieurs bv, april 2005
hooghwerff@db.mp.nl 

Een belangrijke reden - misschien in veel gevallen wel dé belangrijkste reden - voor de toepassing van stille wegdekken is het kostenaspect. Dat betekent echter niet dat de informatie over de kosten en de kosteneffectiviteit van geluidmaatregelen ruim voor handen is. Integendeel, over dit thema hangt een mist van onduidelijkheid en spraakverwarring. Komt dat omdat het geen techneutenvak is? Of ligt de reden daarin dat elke situatie weer anders is? In ieder geval is het jammer, want als het één van de belangrijkste factoren is waarom stille wegdekken toegepast worden, laat het feitenmateriaal rond de kosteneffectiviteit dan een belangrijk argument zijn bij de beslissingen.

Voordat u onrealistisch hoge verwachting van mij koestert voor dit artikel: ik ga u niet tot in de finesses allerlei kosten informatie en voorbeeldsituaties presenteren. Wat ik wel doe is: structuur aanbrengen in de manieren om naar kosten (en baten) te kijken en daarnaast enig gevoel te geven hoe één en ander in de praktijk kan uitpakken.

Geluidmaatregelen en kosten

Bekend is de driedeling in geluidmaatregelen: brongerelateerde maatregelen (voertuig, wegdek), maatregelen in het overdrachtsgebied (geluidscherm, afstand houden) en maatregelen bij de ontvanger (gevelisolatie, ontwerp van het gebouw).

Voertuigen en banden

Vrij algemeen geaccepteerd is het gegeven dat maatregelen aan het voertuig zeer beperkte kosten met zich meebrengen. Immers, veelal gaat het om maatregelen die toch al genomen worden vanuit bijvoorbeeld het comfort van de gebruiker van het voertuig. Daarnaast blijkt dat van de voertuigen (en banden) die op de markt aanwezig zijn er een ruim aanbod is van voertuigen (en banden) die significant stiller zijn dan andere exemplaren. Het uitnutten van deze feiten blijkt een lastig en lang traject te zijn, namelijk via stimulering aan de ene kant (milieukeurmerk, subsidieregelingen) en (Europese) regelgeving aan de andere kant (aanscherping van typekeuringseisen voor voertuigen en banden). Vanuit het Innovatieprogramma geluid (IPG) is aandacht voor deze beide mogelijkheden. De Nederlandse ministeries van VROM en Verkeer en Waterstaat doen hun uiterste best om via lobbywerk in de komende jaren het voertuiggeluid 2 tot 3 dB(A) te verminderen.

Afscherming

De meest populaire geluidmaatregel van de afgelopen 25 jaar is het toepassen van geluidschermen en/of grondwallen. Ze verschijnen in allerlei vormen (verticaal, hellend, …) en er wordt gebruik gemaakt van allerlei materialen (beton, hout, kunststof, …) met daaraan gekoppelde eigenschappen (transparant, reflecterend, absorberend, …). Uit diverse onderzoeken naar de investeringskosten blijkt dat deze enorm kan spreiden. Dit kan een gevolg zijn van de gewenste vormen, materialen en eigenschappen, maar ook de locatiespecifieke (project)omstandigheden spelen daarin een belangrijke rol (contractvorm, omvang van het werk, uitstraling, …). Een veel gehanteerd kostenkental voor de investeringskosten van een geluidscherm ligt op circa 500 € per m2, waarin dan alle kosten van zowel de producent, aannemer en opdrachtgever opgenomen zijn (dus inclusief voorbereiding, toezicht, BTW, etc.).

Voor de afweging tussen een geluidscherm en een geluidwal speelt de specifieke locatie een belangrijke rol, met vragen als: is een hoog scherm vereist, is reeds grond voor een wal aanwezig, is er voldoende ruimte aanwezig? Wat betreft investeringskosten zal bij lagere schermhoogten (tot circa 4 m) de grondwal goedkoper zijn (zeker als reeds grond beschikbaar is), bij hogere schermhoogten loopt neemt de benodigde hoeveelheid grond dermate sterk toe, dat een geluidscherm veelal de goedkoopste oplossing is.

Gevelisolatie

Maatregelen aan de woning zelf bestaat in veel geval uit (een combinatie van) isolatie van het dak, het plaatsen van suskasten, het aanpassen van het glas en allerlei kierdichting. De kosten voor de gevelisolatie van een woning hangen vooral af van de benodigde reductie, het type woning en de “staat” van de woning. In veel projecten waarbij gevelisolatie wordt toegepast gaat het om typische bedragen tussen enkele duizenden tot tienduizend euro. In uitzonderingsgevallen bedragen de kosten 40 tot 50 duizend euro.


Groei van de baanlengte van het rijkswegennet waarlangs geluidschermen
toegepast zijn en dat uitgevoerd is met ZOAB. Bron: RIVM / V&W / CBS

Spraakverwarring

De spraakverwarring als het gaat om de kosten van wegdekken wordt vooral veroorzaakt door het feit dat onduidelijk is over wat voor kosten gesproken wordt. Gaat het bijvoorbeeld om investeringskosten of onderhoudskosten? En waarom kiest men voor het één en niet het ander? Een andere punt van verwarring is dat niet duidelijk is over welk deel men praat. Het maakt nogal wat uit of het gaat over de aanleg van een compleet nieuwe weg (met zandbed, puinlagen en diverse lagen asfalt) of dat het gaat om een onderhoudsmaatregel om er voor te zorgen dat de levensduur van bijvoorbeeld ZOAB met een aantal jaar verlengd wordt. Bij vergelijking van verschillende maatregelen, zoals een stil wegdek en een geluidscherm, is het nog een slagje lastiger. Wat wordt eigenlijk met elkaar vergeleken?

Hoe moeten uitspraken als “de meerkosten van ZOAB bedragen een fractie van de kosten van een geluidscherm” geïnterpreteerd worden?

Definities voor kosten van wegdekken

Om beter inzicht te krijgen in de kosten van wegdekken en de vergelijking van die kosten met andere geluidmaatregelen doe ik het voorstel om een onderscheid te maken in drie benaderingen. In de praktijk kan dan afhankelijk van de vraagstelling voor één of meer benaderingen gekozen worden. Het gaat dan om:

Investeringskosten

Bij de investeringskosten wordt alleen gekeken naar de eenmalige kosten om van een bepaald wegdektype (bijvoorbeeld ZOAB) over te gaan op een ander type (bijvoorbeeld 2-laags ZOAB). De investeringskosten zijn de totale kosten die hiervoor gemaakt moeten worden. Dat betekent in de praktijk kosten voor verkeersmaatregelen, het wegfrezen van bestaande lagen, het aanbrengen van nieuwe lagen en bijkomende kosten zoals wegmarkering. De feitelijke kosten kunnen in praktijksituaties enorm spreiden, denk alleen maar aan de verschillende mogelijkheden voor verkeersmaatregelen (wegafsluiting, strookbreed werken, “contraflow-systeem”, …). Normaal gesproken zal een dergelijke maatregel uitgevoerd worden nadat de bestaande deklaag aan het einde van zin levensduur is, want anders is er sprake van kapitaalvernietiging. In het concrete geval van 2-laags ZOAB is het echter in bepaalde gevallen ook mogelijk om op een bestaande ZOAB-laag een fijne toplaag aan te brengen. Dit geeft een forse reductie van de investeringskosten.

De vraag of geluidreducerende wegdektypen wat betreft investeringskosten sterk afwijken van conventionele wegdektypen, hangt af van het gekozen wegdektype en van het type weg (stedelijke, regionale of hoofdweg). De prijs voor de eerste aanleg van bijvoorbeeld dunne deklagen is vergelijkbaar met die van bijvoorbeeld SMA. Aan de andere kant ligt de prijs voor de eerste aanleg van 2-laags ZOAB in situaties waar geen natuurlijke afwatering in de berm mogelijk is, fors hoger. Dit hogere bedrag voor de aanleg van 2-laags ZOAB heeft er onder andere voor gezorgd dat de aandacht vanuit een stedelijke praktijk vooral uitgaat naar de dunne deklagen.

Jaarlijkse kosten

Investeren in geluidreducerende wegdekken vereist inzicht in de jaarlijkse kosten en baten van toepassing van deze wegdekken. De jaarlijkse kosten worden enerzijds bepaald door afschrijving en rente op de investeringen in de eerste aanleg van het wegdek en de latere maatregelen voor groot onderhoud (vernieuwen wegdek) en anderzijds door de kosten van het klein onderhoud. Een veel gebruikte methodiek is de cyclusbenadering. De gemiddelde jaarlijkse kosten worden bepaald door de totale kosten van een complete levenscyclus (vaak tenminste circa 25 jaar) te delen door de cyclustijd.

Klein onderhoud kan bijvoorbeeld bestaan uit het vegen bij dichte wegdekken of het reinigen van een poreus wegdek met een ‘spuit-zuigsysteem’. Ook de kleine reparaties van het wegdek vallen hieronder. In de praktijk blijkt dat deze onderhoudskosten voor stille wegdektypen niet erg afwijkend zijn van het gebruikelijke onderhoud bij dichte wegdekken. Een uitzondering hierop is - vooral in stedelijke omgeving - het één of twee keer per jaar reinigen van poreuze wegdekken. De noodzaak en het effect hiervan hangen in de praktijk sterk af van de situatie, bijvoorbeeld van de snelheid van het verkeer of de mate van vervuiling van het wegdek door bijvoorbeeld landbouwverkeer.

De belangrijkste parameter voor de kosten van groot onderhoud is de levensduur van een wegdektype. Bij een veel kortere levensduur vallen de gemiddelde jaarlijkse kosten voor afschrijving en rente uiteraard veel hoger uit. De levensduur van poreuze wegdekken is over het algemeen veel korter dan die van (semi-)dichte deklagen.

Ook voor de jaarlijkse kosten geldt dat die sterk afhangen van het gekozen wegdektype en van het type weg (stedelijke, regionale of hoofdweg). Daarnaast is het onderhoudsregime een belangrijke parameter. Over het algemeen zullen stille wegdektypen hogere jaarlijkse kosten hebben dan de conventionele wegdektypen. Aan de andere kant: de ontwikkelingen van de (semi-dichte) dunne deklagen zijn veelbelovend. De jaarlijkse kosten kunnen in de zelfde orde grootte zijn als die van bijvoorbeeld SMA-deklagen, terwijl ze een forse extra geluidreductie geven.

Integrale benadering

Om voor een bepaalde situatie de afweging te maken of het toepassen van een bepaald wegdektype vanuit economische overweging verstandig is, is een integrale benadering noodzakelijk. De wegbeheerder betrekt hierbij zowel de kosten (alle kosten, dus investering en onderhoud!) als de baten van het wegdek. De keuze voor een stiller wegdek heeft tot doel geluidreductie te realiseren. Het toepassen van een stil wegdek voorkomt bijvoorbeeld het bouwen van een geluidscherm of geluidisolatie aan de gevels van woningen.

Om voor twee varianten inzicht te krijgen in de - vanuit een puur economisch gezichtspunt - beste variant, wordt meestal gebruik gemaakt van een Netto Contante Waarde methode. In deze aanpak worden zowel de aanlegkosten als de jaarlijkse kosten over een bepaalde vaste periode (bijvoorbeeld 30 jaar) van een bepaalde variant in één getal weergegeven.

Bij de Netto Contante Waarde aanpak worden de kosten die in de toekomst uitgegeven worden, gekapitaliseerd in een (fictieve) investering op dit moment. De Netto Contante Waarde (NCW) wordt bepaald volgens:

waarbij:

X de grootte is van de investering;
r de disconto (bijvoorbeeld 4%);
N het voorziene tijdstip van de investering in jaren

In de praktijk blijkt dat als gebruik gemaakt wordt van deze integrale benadering in veel situaties het gebruikmaken van een stil wegdek veel voordeliger is dan het toepassen van conventionele geluidmaatregelen. Het gaat dan natuurlijk wel om situaties waarbij de baten (de geluidreductie) ook “verzilverd” kunnen worden, bijvoorbeeld doordat andere kosten uitgespaard worden.

Afweging van diverse maatregelen

Voor het maken van verstandige keuzes rond de toepassing van stille wegdekken wil ik pleiten voor een integrale afweging van de verschillende maatregelen op projectniveau. Op projectniveau omdat de locatiespecifieke omstandigheden een grote rol spelen in het resultaat. Ik pleit voor een integrale afweging omdat daarmee het meest helder wordt gemaakt of de keuze voor de opdrachtgever (of breder de maatschappij) economisch gezien ook de beste is. En - zoals in het begin al opgemerkt - de financiële overwegingen geven in veel gevallen de doorslag voor het al dan niet toepassen van stille wegdekken als geluidmaatregel. De gegevens die voor deze berekeningen nodig zijn, zijn naar mijn idee voldoende nauwkeurig bekend of in te schatten en spelen een ondergeschikte rol ten opzichte van de te kiezen onderzoeksmethodiek.

home...