Provincie trekt milieuvergunning in

Provincie Overijssel, april 2005

De provincie Overijssel trekt per 4 april 2005 de milieuvergunning van gebroeders Bouwens BV. te Goor in. Om te voorkomen dat het bedrijf na die datum nog slachtafval verwerkt, kondigt de provincie aan dat ze zal ingrijpen als Bouwens na 4 april nog in bedrijf is en dat ze een dwangsom zal innen als het bedrijf na die datum nog slachtafval inneemt.

Het College van Gedeputeerde Staten is van mening dat sluiting van het bedrijf de enige overblijvende mogelijkheid is om binnen afzienbare termijn een eind te maken aan de jarenlange geur- en geluidsoverlast voor omwonenden.

Eerder spraken Gedeputeerde Staten het voornemen uit om de milieuvergunning in te trekken. Ze gaven het pluimveeverwerkend bedrijf toen nog een half jaar respijt om toch aan de geluids- en geurnormen te voldoen die in de milieuvergunning zijn opgenomen.

De Raad van State heeft de provincie Overijssel op 7 april voor de tweede keer in het gelijk gesteld in de zaak Bouwens. Volgens de Raad van State heeft het provinciaal bestuur terecht het besluit genomen om de milieuvergunning in te trekken om zo een eind te maken aan de jarenlange geur- en geluidsoverlast. Dit is een bevestiging van een eerdere uitspraak van het hoogste rechtscollege.

De provincie trok, voorafgaand aan de tweede zitting bij de Raad van State, de milieuvergunning op maandag 4 april in. De productie werd door Bouwens zelf stilgelegd. Gedeputeerde Gert Ranter is blij met de uitspraak, maar erkent dat deze uitspraak ook een keerzijde heeft. Twintig personeelsleden zitten zonder werk. Maar het algemeen belang van de bewoners weegt in dit geval zwaarder. "De mensen in Goor hebben recht op een schone en veilige leefomgeving."

metingen

In oktober jongstleden zijn opnieuw metingen uitgevoerd naar geur en geluid. Die metingen én het grote aantal meldingen van omwonenden bij het milieupunt Overijssel maken duidelijk dat Bouwens nog steeds niet aan de vergunning voldoet. Hoewel GS het bedrijf daartoe herhaaldelijk in de gelegenheid heeft gesteld, heeft Bouwens BV. de bedrijfsvoering niet dusdanig aangepast dat geur- en geluidsoverlast tot het verleden behoren. De provincie geeft Bouwens nog tot 15 maart aanstaande de gelegenheid aan te tonen dat het bedrijf wel aan de eisen voldoet. Als dat niet kan worden aangetoond trekken Gedeputeerde Staten de vergunning per 4 april in.

Gedeputeerde Staten betreuren het dat ze deze stap moeten nemen. Het economisch beleid van de provincie richt zich op de groei van werkgelegenheid en de daarvoor benodigde randvoorwaarden. Een daarvan is dat de bedrijfsvoering plaats moet vinden binnen de grenzen van de wet.

Gedeputeerde Gert Ranter (Handhaving) legt uit dat de provincie geen andere keus heeft. "Wij vinden het onaanvaardbaar dat de stelselmatige overtredingen van de milieunormen blijven voortduren. Omwonenden ondervinden al jaren geur- en geluidsoverlast. Dat moet een keer afgelopen zijn. Wij stellen vast dat het bedrijf, ook nadat we het herhaaldelijk hebben aangemaand, niet bereid is maatregelen te nemen om aan de milieueisen te voldoen. Wij zien nu helaas geen andere mogelijkheden meer om binnen afzienbare termijn een einde te maken aan de overlast. Dat betekent dat het bedrijfsbelang van Bouwens nu moet wijken voor het belang van de omwonenden. Die hebben recht op bescherming tegen stank en lawaai. Het bedrijf heeft genoeg kansen gehad om de overtredingen te beëindigen. Daaraan heeft het geen gehoor gegeven. Daarom zien wij ons nu genoodzaakt deze stap te zetten."

Ranter weet zich daarbij gesteund door de uitspraak van de Raad van State. Die besliste op 22 december jongstleden dat de provincie terecht geweigerd heeft het bedrijf een nieuwe milieuvergunning te verstrekken.

Het is de tweede keer dat de provincie een milieuvergunning intrekt. In 1999 gebeurde dat bij Holland Compost in Steenwijk.

Bron: via Nieuwsbank

home...