Wim Drost, STAB, januari 2005
Binnenkort ligt ‘ie weer in de schappen: een rijk gevulde editie van het StAB Jurisprudentietijdschrift over de uitspraken die het laatste kwartaal van het jaar 2004 zijn gepasseerd. Ook in deze editie zijn weer een aantal uitspraken met een mogelijk interessant geluidsaspect opgenomen. Vanwege het grote aanbod van belangwekkende uitspraken zijn deze dit keer echter geen van allen voorzien van een annotatie en alle opgenomen in de korte berichtgeving. Ik ga er echter van uit dat dit het leesgenot er niet minder om maakt. Niettemin beloof ik beterschap, daar de eerste uitspraken van dit nieuwe jaar weer een hete winter beloven.
Dan hier eindelijk een overzicht van de opgenomen uitspraken:
De geluidsbelasting van een nieuw te bouwen kantoorpand van 60 tot 70 dB(A) als equivalent geluidsimmissieniveau vanwege de bronnen op hetzelfde gezoneerde industrieterrein, maakt niet dat ten onrechte vrijstelling is verleend van de vigerende bestemming, ten einde de bouw mogelijk te maken.
Bij de besluitvorming omtrent een verzoek om wijziging van de aanwijzing van het militaire luchtvaartterrein Soesterberg had verweerder moeten bezien in hoeverre het gebruiksplan ruimt bood tot inkrimping van de zone.
Bij de beoordeling van de gevolgen van de geluidsbelasting van de Hanzelijn is gebruikmaken van de Milieukwaliteitmaat bij de beoordeling van de verstoring van vogels niet onredelijk.
Het gebruik van de ‘dove gevel’ in het kader van het beoordelen van het geluidsimmissieniveau is niet terug te voeren op de systematiek van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening.
Vriendelijke groet,
W. Drost