Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 10 november 2005
In een toespraak voor de Dutch Aviation Group brengt de staatssecretaris het volgende aan de orde:
Volgens de staatssecretaris staan we aan de vooravond van een heel belangrijk jaar. 2006 staat voor de luchtvaart in het teken van één grote vraag: hoe ziet de toekomst van onze mainport Schiphol eruit? In februari worden de uitkomsten van de evaluatie van de Schipholwet bekend. Daarin gaat het over de afgelopen drie jaar: hoe is de wet bevallen en welke verbeteringen zijn mogelijk? De grote vragen zijn natuurlijk of de wet genoeg bescherming biedt aan omwonenden en of Schiphol voldoende kan groeien binnen de geluidsgrenzen.
Tegelijkertijd gaan ook de uitkomsten van het project Mainport Schiphol de lucht in. Dat project geeft duidelijkheid over de ontwikkelingen op en rond Schiphol in de toekomst en over de rol van de overheid daarin. Het project moet ook duidelijk maken welke acties er nodig zijn voor een goed functionerende mainport, want dat is een belangrijke doelstelling. In april 2006 komt het kabinet met een standpunt over beide stukken.
Na dit overzicht gaat de staatssecreratis onder andere in geluid.
De regionale luchthavens komen onder de vleugels van de provincie. Bij elkaar zijn ze op dit moment al goed voor 1,7 miljoen passagiers en binnen de huidige geluidsgrenzen kunnen dat er volgens het Ruimtelijk Planbureau maar liefst 5 miljoen worden, dat is 12,5 % van het totaal in Nederland.
Uit de regio hoor je net zo goed als uit de buurt van Schiphol geluiden in de trant van: `not above my backyard'. Zo kreeg Verkeer en Waterstaat 900 bezwaren binnen tegen de uitbreidingsplannen van luchthaven Lelystad. Op zich is dat begrijpelijk, want terwijl de economische lusten voor de hele regio zijn, slaan de lasten - zoals geluidsoverlast - vaak heel plaatselijk neer.
Daar ligt de lastige opgave om een goede afweging te maken tussen die verschillende belangen. En waar kan dat beter gebeuren dan in de regio zelf? Daarom is het ook zo goed dat de verantwoordelijkheid voor de regionale luchthavens binnenkort bij deze gebiedsregisseuren terecht komt. Een prachtig voorbeeld van `centraal wat moet en decentraal wat kan'.
Alle studies vertellen de staatssecretaris dat voorspelde hinder veel minder vervelend is dan onverwachte hinder. Informatie over wanneer er waar vliegtuigen langskomen, maakt het voor mensen mogelijk om hun agenda daar op af te stemmen. Die barbecue of studieavond kunnen ze dan op een stil moment plannen.
Bron: via Nieuwsbank