|
Traumaheli’s; vals sentiment.. Dinsdag 1 maart 2005 om 20:30 u is het gebeurd, de geboorte van uw columnist! En het was maar goed dat het een voorspoedige bevalling was, want de inleiding van de bevalling droeg als titel: “Nachtvluchten traumahelikopters?” Het is een rustige dinsdagavond – zoals zoveel andere – als voor het journaal van 20:00 u de Netwerkverslaggever aankondigt een item te besteden aan de traumaheli’s. “Ah” denk ik dan – naďef als ik ben – “eindelijk de feiten rond die peperdure speeltjes voor verveelde grootstedelijke ziekenhuisartsen op een rijtje.” En ja hoor, de EO-presentator Tijs van den Brink mept ‘em er al gelijk lekker in: “De nachtelijke inzet van traumahelikopters is nog steeds niet geregeld, ondanks eerdere toezeggingen. Traumahelikopters vliegen nog niet ’s nachts, omdat er onvoldoende geld is. Ook is de veiligheid in het geding. Wat moet er gebeuren om die 24-uursdienst zo snel mogelijk te realiseren?” En er volgt weer een schimmig verhaal waarin maar weer eens gesuggereerd wordt dat de trauma-artsen tussen de vluchten door doodleuk in de operatiekamers tot aan de oksels in zorgbehoevende medemensen staan te wroeten. Nu kan een weldenkend akoesticus zijn feitenonderzoek op orde hebben, maar als dan tot overmaat van ramp zelfs Geluidnieuws het item over de nachtelijke inzet van Traumaheli’s overneemt … ja dan is de maat vol, staat de wereld op zijn kop en wordt u een nieuwe column geserveerd. De feiten dus: Bij aanwijzing van 27 april 1999 heeft minister Borst-Eilers vier academische ziekenhuizen belast met het zorgdragen voor een helikopter: het Academisch Ziekenhuis VU, Academisch Ziekenhuis Rotterdam, het Academisch Ziekenhuis Nijmegen en het Academisch Ziekenhuis Groningen (indertijd een voorlopige aanwijzing). In de Beleidsvisie Traumazorg van 5 oktober 1998 heeft de minister hierover bepaald dat de helikopters primair bedoeld zijn voor het snel ter plaatse brengen van een medisch team. Er bestaat daarom geen noodzaak tot het stationeren van de heli’s op een ziekenhuis, omdat deze in beginsel geen ambulancevluchten uitvoeren. Bovendien is bepaald dat het vanuit het oogpunt van een optimale bereikbaarheid van belang is dat de standplaatsen geografisch goed gespreid liggen. Op welke wijze invulling wordt gegeven aan het beschikbaar houden van deze voorziening is door de minister aan de traumacentra overgelaten. Wel is nog bepaald dat de medische teams die per helikopter worden ingezet dienen een paraat karakter te hebben. Het MMT-personeel wordt dus niet geacht tijdens de dienst bij te klussen in de operatiekamers van het ziekenhuis waarop onverhoopt de heli is gestationeerd. Aan de voornoemde invulling is vorm gegeven door de stationering van drie traumaheli’s op het dak van drie verschillende academische ziekenhuizen (Amsterdam, Nijmegen en Groningen); ongelukkigerwijs middenin drie dichtbevolkte gebieden. Dit zonder een daaraan ten grondslag liggende noodzaak: de teams verrichten tijdens hun dienst geen zorgtaak binnen het ziekenhuis (paraat karakter) en voeren geen ambulancevluchten uit (eveneens vanwege het parate karakter). Ook in de aanwijzing noch de beleidsvisie is verordonneerd dat de standplaatsen als pronkstuk bovenop een ziekenhuis in stedelijk gebied wordt gerealiseerd. Niets staat er dus in de weg de heli op een reeds bestaand, geografisch gunstig gelegen vliegveld te realiseren, zoals bijvoorbeeld Rotterdam Airport (Schiphol, Terlet en Eelde). Nee, het is daarom volkomen verdedigbaar dat drie van de vier heli’s midden in een stad zijn gestationeerd en dat daarom – na een dramatisch nieuwjaarsongeval – wordt geklaagd dat ze VANWEGE MILIEUREGELS ’s nachts niet kunnen vliegen. Uiteraard laat je achterwege te vermelden dat de toentertijd gebruikte Bölkows en Mc Connel Douglas Explorer 902 niet met nachtvluchtapparatuur waren uitgerust. Er walst dan vast wel een daartoe bevoegde minister over zijn ambtelijke apparaat om er na ampel overleg een gelegenheids-AMvB uit te persen, die alle belemmeringen en toetsen voor de nachtvluchten uit de weg ruimt. Pas daarna laat je je ontvallen dat er ook technische belemmeringen zijn – een detail – namelijk het ontbreken van de nachtvluchtapparatuur. Tsja, het zou jammer zijn als – nu de omgeving geen feitelijke belemmering meer vormt – niet daadwerkelijk nachtvluchten kunnen worden uitgevoerd toch?? Je brengt een ander ambtelijk apparaat er fijntjes van op de hoogte dat nachtvluchtapparatuur wenselijk zou zijn … et voila! … eind 2004 kan je jezelf verkneukelend trakteren op vier splinternieuwe Eurocopters van het type EC 135 met nachtvluchtapparatuur en bijbehorende, afgetrainde, Nederlandssprekende piloten. Dat smoelt lekker op het dak van een academisch ziekenhuis dat hoognodig aan opwaardering van de uitstraling toe is! Er kan nu voor zorgminnend Nederland bijna niets meer misgaan. Eindelijk krijgt de nachtelijke traumapatiënt recht op de zorg die op grond van de aanwijzing moet worden geleverd. Maar dan, als de verouderde heli’s zijn vervangen door de Rolls Royces van het luchtruim (voorzien van nachtvluchtapparatuur) en middels een AMvB het vliegen met de heli’s te allen tijde mogelijk is, blijkt het batige saldo te beperkt! Een ietwat late constatering van de betrokken zorgmanagers me dunkt, nu bij de aanwijzing reeds het budget en randvoorwaarden voor de inzet van de heli-MMT’s zijn vastgesteld. Ik zeg bewust heli-MMT’s, want betrokkenen laten ongelukkigerwijs onvermeld dat – naast de vier heli-MMT’s – eveneens tien ambulance-MMT’s zijn aangewezen (met eigen budget), waarmee tien aanvullende Mobiele Medische Teams over de weg naar de ongevallocaties vervoerd dienen te worden. Het hele traumazorgnetwerk bestaat dus uit veertien onderdelen (zie http://www.rivm.nl/vtv/object_map/o39n21161.html en http://www.rivm.nl/vtv/object_map/o634n21155.html. En waar het vervoer over de weg in de dag- en avondperiode met ons dichtslibbend wegennetwerk problematisch kan zijn, zal dat in de nachtperiode nauwelijks het geval zijn. Niettemin blijkt het ondoenlijk in de avond- en nacht een trauma-arts binnen het uur op een ongevallocatie te brengen, want de heli kan niet vliegen; ach wee! Nee, eerlijk, het daarvoor bestemde budget van enkele miljoenen Euri op jaarbasis ten spijt blijkt het de dames en heren MMT-ers redelijkerwijs niet mogelijk in de akoestische avond- en nachtperiode (want dat blijkt de gene zijde van schermer tot schemer te zijn) traumazorg op maat te bieden. Nu de geluidgrenswaarden en de nachtvluchtapparatuur als obstakel uit de weg zijn geruimd, staan de zorgmanagers dus nogmaals met de handen op om een extra bezoldiging te toucheren om nu eens eindelijk hun wettelijke taak uit te kunnen voeren. En als dat dan eindelijk onder druk en wederom oneigenlijk gebruik van de publieke omroep voor elkaar gebokst is, kunnen ze met gerust gemoed in hun Rolls Royces van het luchtruim, door dat nachtelijke luchtruim, over lege velden en wegen naar een ongevalslocatie cruisen. Want, zeg nou eerlijk, een vijf jaar oude, volledig ingerichte Mercedes Vito is voor een zichzelf respecterend MMT-er toch geen geschikt vervoermiddel? En dan alleen nog maar hopen dat de trauma-arts maar op tijd paraat is want, zo leert de heer H. Broekman van het VU Medisch Centrum ons, deze staat immers clandestien (want in weerwil van de aanwijzing op grond waarvan hij 24-uur paraat dient te staan) bij te klussen op de operatiekamer. En ja, leg aan mevrouw De Vries maar eens uit dat de arts midden in een ingreep zo nodig persoonlijk haar donornier moet gaan veiligstellen, omdat mijnheer Janssen zo vriendelijk is deze spontaan ter hoogte van afslag S101 als potentieel donor heeft aangeboden. Da’s lastig, zeker in geval van een algehele verdoving. Maar ook onder een roesje zijn patiënten niet altijd vatbaar voor klinkende argumenten. Zelfs achter de buis, na een uitputtend journaal wil dat niet altijd lukken. Misschien een extra argument – naast het algeheel welbevinden van omwonenden – om de heli-MMT’s op luchthavens te stationeren. T. Mopher © 2005 T. Mopher. Overname alleen toegestaan met toestemming van T. Mopher. |
Reactie? Schrijf naar teus_mopher@geluidnieuws.nl