Gezondheidsraad, 22 juli 2004
Over de invloed van geluid op de slaap en de gezondheid
Nachtelijk lawaai haalt veel Nederlanders uit de slaap. Bij een aantal van hen leidt dat tot slapeloosheid en mogelijk tot andere gevolgen voor gezondheid en welbevinden. Dat concludeert een commissie van de Gezondheidsraad in een op 22 juli 2004 aan staatssecretaris Van Geel van VROM aangeboden advies over geluid, slaap en gezondheid. De staatssecretaris vroeg het advies in verband met de aanpassing van de Nederlandse regelgeving aan Europese voorstellen voor de beperking van nachtelijk geluid.
Slaapverstoring door nachtelijk lawaai is een probleem dat veel Nederlanders bezig houdt, zo blijkt uit enquêtes onder de bevolking. Maar over de invloed daarvan op gezondheid en welbevinden op de lange termijn is nog weinig bekend. Het meeste onderzoek is verricht naar de invloed van weg-, vlieg- en railverkeersgeluid. Daaruit is komen vast te staan, zo concludeert een commissie van de Gezondheidsraad, dat nachtelijk verkeersgeluid bij verscheidene honderdduizenden Nederlanders leidt tot als erg betitelde slaapverstoring. Bij enkele procenten van hen leidt dat tot slapeloosheid en daarmee tot een inbreuk op gezondheid en welbevinden.
Van de drie bronnen van verkeersgeluid hebben de meeste mensen last van wegverkeer: vracht- en personenauto’s, motoren en bromfietsen. Daarna komen vlieg- en railverkeer. Hoe effectief de maatregelen zijn om de slaapverstoring en de last voor gezondheid en welbevinden tegen te gaan, is niet goed onderzocht. Wel is bekend dat de theoretische geluiddempende wering van de gevel in de praktijk niet wordt gehaald, ook al omdat mensen hun slaapkamerraam ’s nachts graag op een kier zetten. Bij alle geluidbeperkende maatregelen is overigens een probleem dat het effect daarvan door de toenemende mobiliteit voor een deel te niet wordt gedaan.
Om de overlast te beperken zou men het nachtelijk geluid aan grenzen kunnen binden. Door de EU is hiervoor een maat, Lnight, voorgesteld, die het totale geluid tussen 11 uur ’s avonds en 7 uur ’s ochtends representeert. De commissie acht, in navolging van een advies van de Gezondheidsraad uit 1997, die maat bruikbaar. Wel wijst ze er op dat er mensen zijn die al voor 11 uur te ruste gaan en dat veel Nederlanders ‘s ochtends om 7 uur nog in bed liggen. Bij een gegeven nachtelijke geluidbelasting kan men vervolgens het geluid verder aan banden leggen door eisen te stellen aan aantal en aard van de geluidgebeurtenissen. De commissie geeft aan dat in dat verband het maximale geluidniveau van een auto-, trein- of vliegtuigpassage van veel minder belang is dan het aantal voertuigen of vliegtuigen dat ’s nachts passeert.
De commissie breekt een lans voor nader onderzoek naar de gevolgen van nachtelijk geluid voor de gezondheid van kinderen. Daarover is namelijk zo weinig bekend, dat er geen wetenschappelijk verantwoorde uitspraken te doen zijn.
Naast het stellen van normen voor Lnight kunnen er ook grenzen worden gesteld
aan individuele geluidsgebeurtenissen, bijvoorbeeld door begrenzing van de
maximaal toelaatbare geluidssterkte of door beperking van het aantal
gebeurtenissen per nacht.
Bij een bepaalde Lnight is de meest ongunstige situatie voor directe
biologische reacties op nachtelijke geluid niet, zoals men mogelijk denkt, die
met een paar luide geluidsgebeurtenissen. De meest ongunstige situatie treedt op
als alle geluidsgebeurtenissen ongeveer 5 dB(A) boven de drempel voor die
reactie liggen. Bijvoorbeeld, voor motorische onrust is dat een situatie waarin
alle geluidsgebeurtenissen een SEL hebben van ongeveer 45 dB(A) binnen in
de slaapkamer. Begrenzing van de SEL binnen in de slaapkamer tot onder de
drempels voor biologische reacties lijkt bij de huidige stand van de techniek
weinig realistisch. Een mogelijkheid is om, afhankelijk van de normering van
Lnight, een additionele beperking op te leggen aan het aantal
geluidsgebeurtenissen.
Gemiddeld wordt men één tot twee maal per nacht ‘spontaan’ bewust wakker. Hoe
meer geluidsgebeurtenissen per nacht, des te groter is de kans dat men tijdens
het ‘spontaan’ bewust wakker zijn het geluid hoort, er door geërgerd wordt, en
niet meer gemakkelijk inslaapt. In een extreem geval zou iemand eens tot tien
maal per nacht een bewustzijnsniveau kunnen hebben waarbij een
geluidsgebeurtenis gehoord kan worden zonder dat men er wakker door geworden is.
Dit is ook een argument voor het beperken van het aantal gebeurtenissen.
Afhankelijk van de norm voor Lnight en het gekozen beschermingsniveau zou men
dus grenzen kunnen stellen aan het aantal geluidsgebeurtenissen (bijvoorbeeld
aantal treinen, auto’s of vliegtuigen per nacht). Over de effectiviteit daarvan
kunnen slechts zeer ruwe schattingen worden gemaakt.
De commissie die het advies opstelde, bestond uit:
Bron: Website gezondheidsraad, www.gr.nl, lees hier het volledige advies: PDF-bestand (206 pagina's)