Lofar plaatst geofoon netwerk

Lofar, Dwingeloo, 11 oktober 2004

Een "geofoon" is een soort microfoon die bedoeld is om geluiden vanuit de aarde op te vangen. Een geofoon wordt ongeveer 10 meter onder het aardoppervlak aangebracht. In Nederland worden vanaf oktober 2004 tegelijk met de opbouw van de grootste radiotelescoop ter wereld, het Lofar-project, op de plaats van de 25.000 kleine antennes ook geofoons aangebracht. Deze antennes worden geplaatst in Friesland, Drenthe, Groningen, Overijssel en Gelderland ook in een deel van Duitsland. Het Lofarnetwerk zal gereed zijn in 2007. De geofoons maken gebruik van het glasvezel netwerk. Met de geofoons verwacht men onderzoek te kunnen doen naar de bodemdaling in Noord-Nederland. Men hoopt door te luisteren naar de geofoons een beeld te krijgen van de opbouw van de diepe ondergrond en waarop deze beweegt.

Lofar start met TU-Delft, TNO en KNMI een geofysisch sensor netwerk. Daarmee bereikt het Lofar-project (Low Frequency Array) een volgend belangrijk punt. Op 11 oktober 2004 beginnen geofysici van de Technische Universiteit Delft, TNO-NITG en KNMI met het plaatsen van geofoons (een soort microfoon die geluidsgolven uit de ondergrond opvangt, die 10 meter onder de bodem wordt geplaatst) in het Lofar-testveld in Exloo (Drenthe). Deze geofoons worden aangesloten op het Lofar netwerk. Hiermee is naast de sterrenkunde de eerste Lofar-applicatie gestart.

Toen de minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap op 23 februari 2004 de subsidiebrief aan de stichting ASTRON ondertekende kon de uitrol van Lofar officieel van start gaan. Hiermee werd niet alleen de start van de bouw van de grootste radiotelescoop van de wereld gegeven, maar werd tevens gestart met de realisatie van het grootste sensor netwerk van Europa, dat naast het faciliteren van top sterrenkunde ook ruimte geeft aan de ontwikkeling van andere toepassingen.

De kern van het Lofar-netwerk wordt gevormd door de centrale computer (Blue Gene/L, thans de snelste supercomputer van de wereld) en het breed band glasvezel netwerk. Om de radiotelescoop te realiseren worden zo’n 25.000 antennes (radio sensoren) aangesloten. Het Lofar-netwerk heeft echter voldoende capaciteit om ook andere sensoren aan het netwerk te koppelen. Hierdoor wordt het mogelijk om het Lofar-netwerk te gebruiken als een sensor netwerk waar bij verschillende soorten metingen tegelijkertijd worden verricht. De toepassingen in de geofysica zijn daarvan een voorbeeld.

De geofoons die vanaf vandaag worden geplaatst zijn sensoren waarmee geofysici van TU Delft, TNO-NITG en KNMI gedurende een periode van10 jaar gaan “luisteren” naar de bewegingen van de ondergrond. Hiermee ontstaat een beter beeld van de opbouw van de diepe ondergrond en kan tevens een nauwkeurigere wetenschappelijke onderbouwing worden gegeven over de manier waarop de ondergrond beweegt. En dat is belangrijk bij de winning van diverse bodemschatten (zout, steenkool olie en gas). De kennis die vanwege de ligging van het Lofar-netwerk in Noord-Nederland ontwikkeld wordt, kan vervolgens in de hele wereld worden toegepast. Het bovengenoemd wetenschappelijk onderzoek wordt voor een belangrijk gedeelte uitgevoerd door de onderzoeksschool Integrated Solid Earth Scienses (ISES), een samenwerking tussen TU Delft, VU Amsterdam en de RU Utrecht.

Bron: Website Lofar

home...