Convenant reclamevliegen leidt tot minder klachten

Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 4 juni 2004

In een brief aan de Tweede kamer gaat de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, mw drs M.H. Schultz van Haegen in op een evaluatie van het convenant reclamesleepvliegen

Dit convenant is op 21 februari 2002 gesloten tussen de Ministers van Verkeer en Waterstaat, Economische Zaken, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid van Nederlandse Luchtvaartondernemingen (VNLO) als vertegenwoordigende brancheorganisatie. Doel van het convenant is - kort gezegd - het terugdringen van geluidshinder ten gevolge van reclamesleepvliegen.

In het convenant is bepaald dat de staat klachten over geluidshinder door reclamesleepvliegen inventariseert. In dat kader hebben in 2002 en 2003 de bureaus Resource Analysis te Delft en Vital Link te Utrecht klachteninventarisaties en onderzoeken verricht. De in deze periode geregistreerde klachten zijn vergeleken met de geregistreerde klachten uit een eerder gehouden nulmeting, om zodoende het effect van de in het convenant afgesproken maatregelen op de ondervonden hinder te kunnen beoordelen. Deze nulmeting heeft betrekking op de geregistreerde klachten in de jaren 1999, 2000 en 2001 als gevolg van reclamesleepvaart. Voor zowel de meting van klachten in het jaar direct volgend op de inwerkingtreding van het convenant (april 2002 – maart 2003) als de nulmeting is een groot aantal organisaties gevraagd om geregistreerde klachten met betrekking tot reclamesleepvaart beschikbaar te stellen.

In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van zowel de resultaten van de nulmeting als de resultaten van de meting in het jaar direct volgend op de inwerkingtreding van het convenant. Zoals aangegeven had de nulmeting betrekking op een periode van 3 jaar. In de tabel is naast de klachten uit de individuele jaren (1999, 2000 en 2001), het gemiddelde aantal klachten per jaar over de periode van de nulmeting aangegeven. Dit gemiddelde kan worden vergeleken met het aantal klachten in het jaar direct volgend op de inwerkingtreding van het convenant om zodoende het effect van het convenant te kunnen beoordelen.

Overzicht geregistreerde klachten reclamesleepvaart in de nulmeting (periode 1999-2001) en in het jaar na inwerkingtreding convenant (april 2002 – maart 2003).

 

1999

2000

2001

Gemiddelde
1999 - 2001

April 2002 -maart 2003

Luchthavens / Commissie 28

Ameland.

0

0

0

 

0

Budel*

--

--

--

 

--

De Kooy*

--

--

--

 

--

Drachten*

--

--

--

 

--

Eindhoven

0

0

2

 

0

Groningen

0

0

0

 

0

Hilversum

0

0

0

 

0

Hoogeveen

3

1

3

 

2

Lelystad

0

0

0

 

1

Maastricht*

--

--

--

 

--

Midden-Zeeland

0

0

0

 

0

Rotterdam

0

0

0

 

0

Schiphol

0

0

0

 

0

Seppe**

3

1

8

 

0

Teuge**

14

22

9

 

0

Texel

0

0

0

 

0

Twente*

--

--

--

 

--

Subtotaal

20

24

22

22

3

 

 

 

 

 

 

Milieutelefoondiensten

Brabant

2

0

1

 

0

Drenthe

0

0

0

 

0

Flevoland

3

3

3

 

0

Friesland

0

0

0

 

0

Gelderland

1

4

0

 

5

Groningen

0

0

0

 

0

Limburg

0

0

0

 

0

Noord-Holland

0

0

0

 

0

Overijssel

0

0

0

 

0

Utrecht

0

0

0

 

0

Zeeland

0

0

0

 

0

Zuid-Holland

78

68

92

 

43

Subtotaal

84

75

96

85

48

Overig

Loket luchtvaartveiligheid

15

15

13

 

0

Luchtvaartpolitie

0

0

0

 

0

Subtotaal

15

15

13

14

0

Totaal

119

114

131

121

51

 *          Vanaf deze luchthavens worden geen reclamesleepvluchten uitgevoerd.
**         Klachten voor deze luchthavens voor het jaar 2002/2003 zijn opgenomen in de cijfers van de provinciale milieutelefoondiensten.

Uit de tabel is duidelijk op te maken dat het aantal klachten in het jaar direct volgend op de inwerkingtreding van het convenant significant minder is dan in de jaren waarop de nulmeting betrekking had. Het aantal klachten is meer dan 50% lager dan het gemiddelde van de jaren 1999, 2000 en 2001. Verder valt uit de tabel op te maken dat verreweg de meeste klachten (zowel in de periode 1999-2001 als in de periode april 2002 tot en met maart 2003) worden geregistreerd in de provincie Zuid-Holland. Een verklaring hiervoor kan zijn dat deze provincie beschikt over een breed bekend centraal meldpunt voor milieuklachten, de DCMR. Bovendien vindt er boven Zuid-Holland relatief veel reclamesleepvliegverkeer plaats, omdat het de dichtstbevolkte provincie van Nederland is.

De 50% daling van het aantal klachten over geluidhinder door reclamesleepvliegtuigen, die is ingezet sinds de inwerkingtreding van het convenant, is voor de staatssecretaris een duidelijk signaal dat het convenant een effectief instrument is.

Bron: via website ministerie van Verkeer en Waterstaat, www.minvenw.nl

home...