In een brief aan de Tweede Kamer geeft de staatstecretaris van Defensie, C. van der Knaap, inzicht in de antwoorden van de NAVO inzake stillere motoren op AWACS vliegtuiten en het gebruik van Geilenkirchen.
Uit de veelvuldige contacten met de Navo is duidelijk geworden dat een (gedeeltelijke) verschuiving van de start- en landingsbaan van de vliegbasis Geilenkirchen, om de huidige inbreuk op de vlieg-veilig-heidseisen op te lossen, voor de Navo niet acceptabel is.
De staatssecretaris is van mening dat de Navo in grote mate blijk geeft van betrokkenheid bij de geluidhinder-problematiek van de vliegbasis Geilenkirchen.
Met zijn brieven van 31 oktober 2003 bewerkstelligt de SG Navo dat medio 2004 de Navo-lidstaten een besluit kunnen nemen over een mogelijke vervanging van de motoren van de AWACS-vliegtuigen, waarmee een positieve bijdrage kan worden geleverd aan de vermindering van de geluidsoverlast van de vliegbasis Geilenkirchen.
Met zijn brief van 27 november 2003 geeft de SG Navo aan dat de Navo het uiterste zal doen om de overeengekomen aantallen vliegtuigbewegingen zo goed mogelijk te handhaven. Echter operationele overwegingen of onvoorziene omstandigheden kunnen leiden tot aanvullende vliegtuigbewegingen of afwijkingen van de overeengekomen aantallen. De aantallen vliegtuigbewegingen waren tot nu toe gebaseerd op afspraken met SHAPE. Met deze brief van de SG Navo zijn de afspraken op het hoogste niveau van de Navo bevestigd. Ook nieuw is dat het gebruik van de gemodificeerde vluchtsimulator mogelijk een positieve bijdrage kan leveren. Daarnaast ben ik verheugd met de toezegging van de SG Navo nu dat nader onderzocht wordt of circuitvluchten in de tijd kunnen worden gespreid en dat zo mogelijk hierover met de lokale autoriteiten in de omgeving van de vliegbasis Geilenkirchen zal worden gesproken. Voorts hecht ik zeer aan de toezegging dat mijn ministerie wordt geïnformeerd over (dreigende) afwijkingen van de gemaakte afspraken.
Op 11 december vindt een bestuurlijk overleg plaats met alle betrokken partijen.
Bron: Website Ministerie van Defensie, www.mindef.nl