Staatssecretaris van Geel over Europese milieu richtlijnen

ROM, 18 juni 2003

Op steeds meer plaatsen zitten het ruimtelijk- en milieubeleid elkaar in de weg. Zeker gezien de verscherpte Europese regelgeving voor zijn veel ruimtelijke plannen niet te realiseren en zijn voor bestaande situaties draconische maatregelen nodig. Staatssecretaris Van Geel vindt daarom dat het roer in Europa om moet. 'We moeten gebieds- en resultaatgericht gaan denken'. Komend jaar gaat Nederland zich daarmee profileren.

luchtkwaliteit problematisch

Staatssecretaris Pieter van Geel zegt dit in een interview in het juninummer van ROM, maandblad voor ruimtelijke ontwikkeling. Hij stelt daarin verder: 'De Europese regelgeving over luchtkwaliteit is voor ons best problematisch. De normen voor fijn stof die in 2005 gaan gelden, halen we bijna nergens. Daar zitten we zo mee in onze maag dat we gemeenten er op dit moment niet mee willen opzadelen. De wetenschappelijke basis eronder is ook niet sterk. Er lopen verschillende onderzoeken om meer grip te krijgen op de samenstelling van dat fijne stof. We willen weten welke bestanddelen erin écht een bedreiging voor de volksgezondheid zijn en welke minder? De deskundigen zeggen onderscheid te maken tussen toxisch en niet-toxisch. Het lijkt me erg voor de hand liggen om zoiets in het beleid tot uitdrukking te laten komen.'

Op de vraag waarom Nederland zich steeds laat verrassen door scherpe Europese regelgeving, zoals ook al bij de Vogel- en Habitatrichtlijn, de nitraatrichtlijn en de kaderrichtlijn Water, zegt Van Geel. 'Richtlijnen formuleren, gebeurt met groot enthousiasme. Bij thuiskomst komen we er vervolgens achter dat het heel moeilijk is om ze te operationaliseren. We mogen die fout niet meer maken.' Van Geel benadrukt het belang van Europa als het gaat om milieuregelgeving. 'De Europese regels hebben iets disciplinerends. Bovendien is de kans minder groot dat slecht milieubeleid een verkoopargument wordt in de onderlinge concurrentiepositie. Je hoeft je niet meer zonodig af te vragen bij iedere maatregel wat de effecten voor de concurrentiepositie zijn.'

ruimte voor eigen beleid

Toch moet Europese regelgeving niet in de plaats komen van nationale wetgeving, stelt de staatssecretaris. 'Er moet ruimte blijven voor eigen beleid. De problematiek is hier complexer en ernstiger dan in andere landen. We leven in een dichtbevolkt land, aan de delta van Noordwest Europa. Onze economie draait grotendeels rond de handel en de internationale verbindingen. Als je de milieueffecten van alles wat we doen in onze samenleving ruimtelijk in kaart brengt, dan is er geen wit vlekje meer over in Nederland, dan kan er helemaal niets meer. Zeker niet in de stedelijke gebieden. Ik hecht zeer aan milieubeleid, maar verwerp de gedachte dat de keuze waar nog te bouwen uitsluitend afhankelijk is van het stapelen van milieukaarten. Dat betekent dus dat we, rekening houdend met de omstandigheden, flexibel moeten kunnen omgaan met richtlijnen en regels. De bandbreedte waarbinnen plaatselijk beleid mogelijk is, verschilt per milieucategorie. Bij luchtkwaliteit en externe veiligheid is die veel smaller, dan bij geluidsnormen.'

gebiedsgericht

Pieter van Geel presenteert binnenkort een notitie over de inzet van Nederland ten aanzien van het Europese milieubeleid. Hij wil het EU-voorzitterschap, de tweede helft volgend jaar, aangrijpen om in Europees verband om te buigen van instrumentgerichte voorstellen naar doelgericht, gebiedsgericht beleid, zo zegt hij. 'Die discussie moeten we nu écht gaan voeren. Ik zie anders niet hoe we in 25 landen, met grote verschillen in economische, sociale en culturele zin, met dezelfde systematiek voor milieuaangelegenheden kunnen werken. Er moet ruimte blijven om gebiedsspecifiek en cultuureigen te kunnen werken. De methodiek hoeft niet identiek te zijn, zo lang we de doelen maar in het oog houden.'

De staatssecretaris realiseert zich dat voor de centralistische bureaucraten in Brussel een dergelijke manier van werken een gruwel zal zijn. 'Ze denken veel liever in termen van zoveel stofdeeltjes per m3 of van maximale geluidsbelasting. Dat is te meten, daar hebben ze zicht op. Brussel kan niet zo goed omgaan met resultaatgericht beleid. Ze zien het als een grote zwarte doos, waarvan ze niet weten wat er in gaat en er binnen gebeurt. Ze krijgen slechts te zien wat eruit komt. Toch denk ik dat we resultaatgericht moeten gaan denken.'

Bron: via Nieuwsbank, www.nieuwsbank.nl

home...