Door de redactie, 29 november 2002
Op 18 november 2002 is het wetvoorstel Spoedwet wegverbreding naar de Tweede Kamer gestuurd.
"Nederland staat te vaak stil op de weg", aldus de toelichting bij het wetsvoorstel. "Er zijn forse(re) inspanningen nodig om Nederland meer in beweging te krijgen. De Nederlandse weggebruikers moeten over vier jaar zichtbaar beter af zijn. Om de doorstroming te verbeteren, staat al een aantal verbredingen van wegen en nieuwe verbindingen op het programma, die in de komende kabinetsperiode worden gerealiseerd. Het betreft onder meer de verbreding van de A2 tussen knooppunt Oudenrijn en Everdingen en de aanleg van nieuwe verbindingen als de A5 Verlengde Westrandweg en de A50 tussen Eindhoven en Oss, en trajectdelen van de A30, A50, N11 en N14".
De huidige regelgeving veroorzaakt langdurige procedures, zowel voor de aanleg van wegen als voor wegverbredingen.De Minister kijkt hierbij ook naar het functioneren van het rijk en de andere overheden: "In een bestuurscultuur waarin minder «gepolderd» en meer besloten wordt, is naar verwachting substantiële tijdwinst te boeken.", aldus de toelichting.
Deze wet is van toepassing op 32 wegaanpassingsprojecten. Het zijn projecten van structurele aard, bijvoorbeeld de aanleg van spitsstroken op de vluchtstrook langs gedeelten van de A12 Utrecht-Duitse grens, en projecten van semi-permanente aard, bijvoorbeeld een spitsstrook langs de A13 Zestienhoven–Delft Zuid. Er zijn ook nog 2 projecten van tijdelijke aard. Naast spitsstroken wordt gesproken over bufferstroken en extra rijstroken.
Op de projecten van structurele aard is de Wet geluidhinder van overeenkomstige toepassing. De resultaten van het Akoestisch Onderzoek, de vaststelling van de hogere waarden etc. worden opgenomen in het wegaanpassingsbesluit. Dit doet denken aan een soort Tracéwet procedure.
Op de projecten van semi-structurele aard is de Wet geluidhinder niet van toepassing. Er wordt wel een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Als er woningen blijken te liggen met een geluidsbelasting van meer dan 70 dB(A) wordt een stil wegdek toegepast, tenzij tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd. Ook komt snelheidsverlaging hier in beeld. Na het nemen van het wegaanpassingsbesluit wordt een plan opgesteld voor de te treffen maatregelen. Dit plan moet binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van het besluit gereed zijn.
Het kabinet wil dat de spoedwet uiterlijk juni 2003 in werking zal treden.Binnen enkele weken na inwerkingtreding zullen de benodigde ontwerp-besluiten ten principale (ontwerp-wegaanpassingsbesluiten) worden genomen.
Het volgen van het systeem van de Wet geluidhinder kan volgens de toelichting een onevenwichtig beslag leggen op de middelen. Bovendien kost het dimensioneren van geluidsmaatregelen veel tijd. Vanwege de benodigde spoed vind het Kabinet dat de regels van de Wet geluidhinder niet in alle gevallen zonder meer van toepassing moeten zijn. Daarom is in deze wet een afzonderlijk regime voor geluid opgenomen.
Bronnen: Tekst Spoedwet: Kamerstuk 2002-2003, 28679, nr. 1-2, Tweede Kamer (39
Kb PDF)
Toelichting: Kamerstuk 2002-2003, 28679, nr. 3, Tweede Kamer (71
Kb PDF)