Convenant tegen gehoorschade orkestmusici

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 7 november 2002

Ieder jaar lopen door schadelijk geluid tientallen orkestmusici ernstige gehoorschade op en worden daardoor arbeidsongeschikt. Het arboconvenant orkesten dat overheid en sociale partners op 7 november sloten beoogt de blootstelling aan schadelijk geluid door orkestmusici terug te dringen met een flink aantal maatregelen. 

Feit is dat een flink aantal orkestmusici blootstaat aan een gemiddelde jaarlijkse blootstelling van 85 tot 88 decibel. De gevolgen laten zich raden: inderdaad, ieder jaar lopen tientallen orkestleden ernstige gehoorschade op en worden daardoor arbeidsongeschikt.

afname

De groep orkestleden die wordt blootgesteld aan schadelijk geluid (meer dan 80 decibel) moet de komende drie jaar met de helft afnemen. Daarnaast moet de blootstelling aan geluid met gemiddeld 5 decibel afnemen. Ook worden musici beter voorgelicht over de risicos van schadelijk geluid in orkesten: over drie jaar moet 90 procent van de musici op de hoogte zijn. Het ministerie stelt hiervoor bijna 188.000 euro beschikbaar.

Dit staat in het arboconvenant voor de orkesten dat is ondertekend door vertegenwoordigers van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Contactorgaan van Nederlandse Orkesten, FNV Kiem en de Nederlandse Toonkunstenaarsbond. Er wordt 377.000 euro in de uitvoering van het convenant geïnvesteerd. De sociale partners betalen de helft; het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid draagt de andere helft bij. In de sector werken ongeveer 1.500 mensen, verspreid over 14 orkesten. Het convenant eindigt in 2006. De orkesten vallen ook onder het bredere arboconvenant voor de podiumkunsten. Met de orkesten is daarnaast een apart convenant over de risicos van onversterkt geluid gesloten. Langdurige blootstelling aan schadelijk geluid kan gehoorschade tot gevolg hebben. Bij musici kan dit leiden tot arbeidsongeschiktheid.

minimumeisen

Om de blootstelling aan schadelijk geluid te verminderen wordt een lijst met minimumeisen opgesteld waar bij nieuwbouw en verbouwingen van podia rekening mee moet worden gehouden. In de lijst worden bijvoorbeeld eisen aan de akoestiek en de beschikbare ruimte per musicus opgenomen. Verder leggen de orkesten in een eigen plan vast hoe ze de doelstellingen van het convenant gaan verwezenlijken. Bijvoorbeeld door de verschillende instrumentgroepen vaker apart te laten repeteren, door de podiumopstellingen te wijzigen of door met name bij repetities geluidsschermen te plaatsen.

Verder wordt in het kader van het convenant geïnvesteerd in onderzoek naar gehoorbeschermers die in een orkest gebruikt kunnen worden. De huidige gehoorbeschermers dempen harde tonen, maar vervormen het geluid ook enigszins. Hierdoor zijn ze voor orkestleden niet goed bruikbaar.

voorlichting

Om musici bewuster te maken van het gevaar van schadelijk geluid, wordt een website gemaakt, waarop ze hun persoonlijke risico op gehoorschade kunnen berekenen. De orkestleden voeren onder meer gegevens in over hun instrument en hun plaats in het orkest en de computer berekent vervolgens het risico. Musici kunnen hun score vergelijken met mensen die hetzelfde instrument spelen. Op dezelfde website staat informatie over mogelijke maatregelen tegen schadelijk geluid en de laatste stand van zaken in het onderzoek naar gehoorbeschermers. Daarnaast wordt voorlichtingsmateriaal verspreid onder dirigenten, musici en op conservatoria.

aanvullingen van de redactie: 

Blijkens een artikel in NRC Handelsblad (1 november 2002) komen er ook gevolgen voor de Nederlandse klassieke muzieksector van nieuwe Europese regels voor geluidsbelasting op het werk. Minder luidruchtige muziekstukken op het repertoire, een grotere afstand of zelfs plexiglazen schermen tussen blazers en strijkers op de concertpodia en misschien zelfs oordopjes voor musici zijn mogelijkheden om de geluidbelasting te verminderen. TNO in Delft gaat onderzoeken hoe bij de keuze van het repertoire op de nieuwe regels gelet zou kunnen worden. Verder zou bijvoorbeeld het hoger plaatsen van blazers op concertpodia kunnen voorkomen dat die al te direct in de oren van andere musici tetteren. 

Ook de popwereld moet aan de oordop. Mensen die bijvoorbeeld achter de bar staan dicht bij een poppodium zullen oordoppen moeten gaan dragen. Een andere mogelijkheid is het rouleren van personeel tussen plaatsen waar meer en minder geluid te horen is. De Nederlandse poppodia, zoals Paradiso in Amsterdam, willen nog niet denken aan het zachter maken van het geluid.

Bronnen: via Nieuwsbank, artikelen in NRC Handelsblad op 1 november en 6 november 2002

home...