door de redactie, 23 september 2001
In een brief aan de Tweede Kamer, gaat de minister van Verkeer en Waterstaat in op een aantal vragen naar aanleiding van het aanwijzingsbesluit voor luchthaven Rotterdam. Er komt nu een zone rond de luchthaven, zodat op basis daarvan gehandhaafd kan worden en woningen geďsoleerd kunnen worden. Verschillende vragen van de kamer hadden verband met handhaving. Wil de minister bijvoorbeeld ingrijpen in de landingsgelden, in het soort vliegtuigen dat mag landen, of in de bestemming van vliegtuigen (bijv. vakantiereizen). De minister gaat dit niet doen. Het wordt de verantwoordelijkheid van de exploitant van de luchthaven om binnen de geluidszone te blijven. Hoe deze dat gaat regelen, daar zal de Rijksoverheid zich niet mee bemoeien. Investeringen die de luchtvaartmaatschappijen plegen in geluidsarmere vliegtuigen én door met deze vliegtuigen op Rotterdam Airport te vliegen, kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat meer vliegtuigbewegingen binnen de geluidszone passen.
De klachten over het geluid rond Rotterdam Airport zijn de laatste jaren afgenomen, ondanks de groei van het aantal vliegbewegingen. De ontwikkeling van de door de DCMR (Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond) geregistreerde geluidsklachten over vliegtuiggeluid is als volgt over de gevraagde periode van 1997 tot 2000 :
Klachten | bewegingen < 6 ton | bewegingen > 6 ton | tot. vliegbewegingen | |
1997 | 10.899 | 87.344 | 22.663 | 110.007 |
1998 | 9.408 | 76.548 | 23.628 | 100.176 |
1999 | 7.434 | 82.067 | 25.659 | 107.726 |
2000 | 4.960 | 84.977 | 28.541 | 113.518 |
De marktvraag naar passagiersbewegingen vertoont een groei. Groei in het aantal passagiersbewegingen zou naar verwachting nog te bereiken zijn door middel van in aantal minder maar in omvang grotere vliegtuigen en /of op gunstigere tijdstippen te vliegen. Gegroeid kan worden zolang de geluidsproductie binnen de zone blijft. De nu voorliggende zonering betreft een afweging tussen economie en milieu. Volgens de ministers is groei binnen de geluidszone wel mogelijk. Het is volgens de ministers echter financieel niet aantrekkelijk om bijvoorbeeld bij evenementen extra regionale vluchten op de luchthaven toe te staan.
De openstellingtijd van een regionale luchthaven is een gevolg van de uitkomsten van overleg tussen de minister van Verkeer en Waterstaat en onder andere de exploitant en omwonenden van het luchtvaartterrein. Hierdoor ontstaan verschillen tussen de diverse Nederlandse luchthavens. Voor Eindhoven is de openstellingtijd 06.45 tot 22.45 uur. In de situatie van Rotterdam is de openstellingtijd van 7.00 tot 23.00 uur ingeven door het aanwijzingsverzoek van de exploitant van het luchtvaartterrein. Kleine zakenvliegtuigen mogen wel gedurende de nacht starten en landen, namelijk vliegtuigen goedgekeurd voor maximaal 19 stoelen én maximaal 43 ton maximum startgewicht.
De vliegroutes zijn uit oogpunt van geluidshinder geoptimaliseerd en de spreidingsmethodiek die ook voor Schiphol is gebruikt, is gehanteerd.Het optimaliseren heeft geresulteerd is een andere vorm van de 20-Ke contour, waardoor een forse afname van het aantal woningen binnen de 20 Ke-contour is bewerkstelligd. Door het toepassen van de spreidingsmethodiek zoals ook voor Schiphol is gebruikt, is de 35 Ke-geluidszone iets breder uitgevallen, waardoor er meer woningen in de 35 Ke-zone vallen. Per saldo is het gevolg dat het aantal huizen binnen de 35 Ke-zone toeneemt, maar het aantal huizen binnen de 20 Ke-contour aanzienlijk afneemt en ook het aantal geluidsgehinderden afneemt.
Bron: brief van de minister van V&W aan de Tweede Kamer, 7 september 2001, via website http://www.minvenw.nl/cend/bsg/brieven/