Standpunt HSL-Oost: een ander geluid

Gilles Janssen, dBvision, 29 juni 2001

De ICE trein bij Wolfheze. Bron: Website Peter Schokkenbroek

Standpunt HSL-Oost en A12: beter benutten

Op 15 juni heeft het kabinet een standpunt ingenomen inzake de projecten HSL-Oost en A12 (Utrecht - Veenendaal). Voor beide projecten wordt gekozen voor de zogenaamde benuttingvariant. Deze varianten komen neer op beter omgaan met de infra die er al ligt en met kleine slimme aanpassingen de capaciteit vergroten. Voor het spoor zijn die aanpassingen zo klein dat de Tracéwetprocedure afgebroken wordt en alle fysieke aanpassingen op bestemmingsplanniveau verder geregeld worden. Bij de A12 is dat niet het geval en wordt de benuttingvariant wel uitgewerkt in een Tracébesluit.

Een ander geluid?

Voor het aspect geluid bevat het standpunt HSL-Oost een nieuwe oplossingrichting die opmerkelijk is. Kort gezegd komt die erop neer dat bronmaatregelen aan treinen en spoor getroffen worden om het geluid te reduceren. In de Trajectnota/MER was bij de benuttingvariant nog een fors pakket met 250 miljoen gulden aan geluidschermen voorzien. Dit pakket zal nu vrijwel geheel niet meer nodig zijn. Deze keuze in het standpunt is mede ingegeven door de vele inspraakreacties waaruit bleek dat de omgeving de geluidschermen ziet als Berlijnse muren en daarom niet wenst, maar tegelijk het lawaai zonder die schermen ook niet accepteert. Op zich lijkt een keuze voor bronmaatregelen logisch maar toch roept dit standpunt vragen op:

Waarom is deze oplossingsrichting niet ook voor andere projecten gekozen?

De inzet van bronmaatregelen bij de HSL-Oost sluit goed aan bij nieuw beleid van V&W en Vrom. Meer dan ooit wil men immers bij Vrom en V&W (zie bijvoorbeeld het NVVP, NMP-4 en het TOEP-beleid) alternatieven voor geluidschermen inzetten. De tijd is er nu dus rijp voor en daar maakt de HSL-Oost gebruik van. Toch kleven er risico’s aan deze nieuwe aanpak die menig projectmanager liever buiten zijn project zal hebben. Het weren van lawaaiig treinmaterieel is bijvoorbeeld omstreden. De HSL-Oost boft in dit opzicht echter wel met het feit dat vanaf 2005 een andere route voor het (lawaaiige) goederenverkeer naar Zevenaar beschikbaar komt. Deze route, de Betuweroute, wordt van veel geluidschermen voorzien en het lijkt dan ook wel logisch het lawaaiige goederenverkeer op de bestaande route van Utrecht via Arnhem naar Zevenaar te weren. Daarbij komt dat de nieuwe internationale reizigerstrein, de ICE-3, bijzonder stil is. Wat over blijft is dan het weren van het oudere (lawaaiige) reizigersmaterieel en ontwikkelen en toepassen van maatregelen aan de spoorbaan zelf.

Verwacht kan worden dat de druk op het toepassen van bronmaatregelen in andere (benuttings)projecten zal toenemen maar dat vooral vanwege het internationale karakter van het goederenverkeer en de belangen van Nederland bij onbelemmerd verkeer, de obstakels in andere projecten groter kunnen zijn.

Zal deze oplossing voor de omgeving acceptabel zijn?

Met de negatieve reacties op geluidschermen bedoelden de insprekers vaak dat zij de voorkeur geven aan een tunnel, een verdiepte ligging met deksel of een omleiding van het spoor buiten het dorp om. Het zou daarom kunnen gebeuren dat de omgeving de bronmaatregelen ziet als een list van de minister om onder een tunnel uit te komen. Toch zijn de eerste reacties hoopgevend, bijvoorbeeld die van de heer Leertouwer (voorzitter van de vereniging dorpsbelang Wolfheze): “Ik hoop wel dat met de bronmaatregelen wordt voorkomen dat ons dorp in vieren wordt gedeeld want dat was wel het allerergste van de oude benuttingvariant”. Het standpunt bevat echter weinig concrete garanties voor de omgeving. Dit kan acceptatie van de nieuwe oplossingrichting moeilijk maken. Veel zal afhangen van de voortvarendheid waarmee de rijksoverheid en haar taakorganisaties deze nieuwe oplossingrichting neer gaan zetten.

Wie is verantwoordelijk voor realisatie van de bronmaatregelen?

Voor het realiseren van de bronmaatregelen is nog een lange weg te gaan. Hier moet baanbrekend werk verricht worden bijvoorbeeld op het gebied van capaciteitstoedeling. Het standpunt spreekt immers letterlijk van het weren van lawaaiig reizigers- en goederenmaterieel te beginnen in de avond en de nacht. Daar zal zeker weerstand tegen zijn. Een vergelijking met de problemen van het weren van lawaaiige vliegtuigen door Schiphol is snel gemaakt. Toch zal realisatie van bronmaatregelen, bezien op de lange termijn, vermoedelijk van levensbelang voor het spoorvervoer zijn. 

home...