door onze redactie, 6 maart 2001
In een brief aan de Tweede Kamer gaat Minister Netelenbos in op de benuttingsmaatregelen voor verkeerswegen, op de evaluatie van de spitsstroken en op de juridische aspecten hiervan (geluid). Binnenkort zal de Tweede Kamer tevens worden geïnformeerd over het benuttingsprogramma spoor.
Er zijn momenteel op 4 manieren benuttingsmaatregelen in ontwikkeling:
Behoudens een aantal aandachtspunten, zoals veiligheid, valt de evaluatie van de Spitstroken positief uit
De Wet geluidhinder is volgens de Minister van toepassing op benuttingsmaatregelen (waaronder spitsstroken). Dit betekent dat op basis van akoestisch onderzoek onderzocht dient te worden of geluidreducerende maatregelen noodzakelijk en mogelijk zijn bij een wegvak waar het voornemen is om benuttingsmaatregelen als spitsstroken en plusstroken uit te voeren. In de praktijk zal dit voor de meeste gevallen betekenen dat bij de aanleg van een spitsstrook of plusstrook kostbare geluidsmaatregelen noodzakelijk zijn.
In het kader van de Wet geluidhinder wordt bezien of een voorgenomen wijziging op of aan een weg gevolgen heeft voor de geluidsbelasting aan de gevel van een in de buurt van de weg liggende woning. Indien sprake is van een toename van 2 dB(A) of meer in het 10e jaar na realisatie van de wijziging aan de weg is sprake van een reconstructie van een weg. De toename van 2 dB(A) wordt afgezet tegen een referentiewaarde. Volgens artikel 100 van de Wet Geluidhinder is deze referentiewaarde ofwel de geluidsbelasting in het jaar voor wijziging van de weg, ofwel een in het verleden eerder vastgestelde hogere waarde. De laagste van deze twee waarden is de referentiewaarde.
Nu is er bij hoofdwegen in veel gevallen sprake van een eerder vastgestelde hogere waarde. In de tussentijd is het verkeer sterk gegroeid en is de actuele geluidsbelasting door deze autonome groei al vaak 2 dB(A) hoger dan de vastgestelde hogere waarde. Dit betekent dat bij benuttingsmaatregelen, die een wijziging op of aan een weg zijn en waar een vastgestelde hogere waarde aan de orde is, er vrijwel altijd sprake is van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder. In deze gevallen zullen veelal geluidmaatregelen getroffen moeten worden.
Benuttingsmaatregelen als spitsstroken en plusstroken zijn een beperkt gedeelte van de dag opengesteld. Deze maatregelen zelf leiden in de praktijk nauwelijks tot een hogere geluidsbelasting. Desalniettemin dienen bij het toepassen van deze benuttingsmaatregelen in veel gevallen kostbare geluidbeperkende maatregelen genomen te worden. Deze investeringen kunnen een aanzienlijk gedeelte van de totale kosten bedragen. Van geval tot geval zal dan ook moeten worden bezien of de totale benodigde investeringen in een benuttingsproject in reële verhouding staan tot het beoogde effect van het project, aldus de Minister in haar brief.
Bron: Brief Minister Netelenbos aan de Tweede Kamer, 27 februari 2001, met correctie van de heer J. Koedoot, Provincie Zuid-Holland