Weg Verkeerslawaai en slimmer op weg

Raoul Hagenbeek, juli 2012
 

Over de auteur: Raoul Hagenbeek werkt als junior adviseur bij M+P - raadgevende ingenieurs.

Op de eerste dag van de astronomische zomer kwamen de geluidsexperts van verschillende gemeenten, milieudiensten, provincies samen in het Geldmuseum te Utrecht onder het motto: Weg verkeerslawaai. Een congres georganiseerd door het programma Stiller op weg, Projectbureau Polka en Bureau Sanering verkeerslawaai Om de woorden van de vertegenwoordigers aan te halen, het congres had als doel om een steuntje in de rug te zijn en te dienen als een inspiratie voor de “missionarissen” van stiller verkeer.

Na een korte opening door dagvoorzitter Johan van Doesburg, was het de beurt aan Christian Zuidema. Een hartelijk welkom waarbij uitgesproken werd dat de grote opkomst een aangename verrassing was. Het doel van de dag zou zijn mensen te inspireren en te motiveren om meer met geluid en in het bijzonder wegverkeerslawaai te doen.

Dat inspiratie een van de hoofdmoten van de dag moest zijn, werd duidelijk op het moment dat “volksfilosoof” Bas Haring de microfoon ter hand nam. Hij vertolkte met simpele attributen de manier waarop stedelijk ontwerp en de vijf zintuigen in verhouding tot elkaar staan. Hierbij gaf hij aan dat tast en zicht de belangrijkste punten zijn waar op gelet wordt. Op de voet gevolgd door geur. Geluid is het ondergeschoven kind. Smaak werd buiten beschouwing gelaten omdat de meeste mensen niet de behoefte hebben hun stad, letterlijk, te proeven. Hierbij wordt aan het feit voorbij gegaan dat je in het geval van een onaantrekkelijk ontwerp wel weg zou kunnen kijken, maar niet weg zou kunnen horen. Geluid zou dus een meer markante positie moeten krijgen, dan zicht in de optiek van zintuiglijke waarneming.

Eric van Heijningen had ook zijn verhaal klaar over de plaats van geluid in de ontwerpfase. In de zaal krabde menigeen zich op het hoofd, toen hij iedereen opriep om de deskundigheid binnen de organisatie aan de kaak te stellen. Hij spoorde mensen aan betrokkenheid binnen de organisatie te creëren, want betrokkenheid leidt tot compromismogelijkheden. Met de uitsmijters dat het geluidsbeleid simpeler moet en dat stilte een kwaliteit is, kreeg hij een groot deel van de zaal aan het knikken. En daarmee werd de ochtend afgesloten en kon men zich op de lunch storten en werd de ochtend nabesproken.

De middag stond in het teken van een aantal parallelsessies. Bij de sessie maatregelen, werden de deelnemers aan het werk gezet met een casus. In kleinere groepen moesten zij het geluidsprobleem zien te tackelen. De nabespreking kwam echter in het nauw omdat de brainstormfase onder de groepen wat uitliep. Maar de uitwisseling van ideeën was natuurlijk een goede basis.

Dit bleek ook uit de sessie “vraag het de deskundige”. Twee geluidsexperts van verschillende gemeenten stonden met de rol van deskundige, dat de kennis in huis was bleek. Maar uiteindelijk werd deze sessie meer een discussie over een probleem dat zich voordeed bij een van de deelnemers, waarbij zowel deskundige als de andere deelnemers ideeën opperden. De uitkomst was dat er meer vragen waren gerezen dan beantwoord waren. Maar er waren wel erg veel goeie vragen bij gekomen.

Kijk eens anders naar geluid leerde ons dat geluidsschermen, lang niet altijd een oplossing zouden mogen zijn. Wie wil er nu de mooie toegangsweg tot een stad, waarbij men de mooie bouw zou zien en het eerste beeld van de stad bezoedelen door deze weg tussen hoge geluidsschermen te plaatsen. Op dit soort plekken zijn schermen gewoon geen optie.

Bij kosten en baten van stille wegdekken heerste enige scepsis. De deelnemers willen wel aan stille wegdekken. Maar toen deze werden geïntroduceerd, was de kwaliteit onder de maat en waren herstel en vervanging (en daarmee de meerkosten) te frequent om de wegdekken op grote schaal in te zetten. Ook hebben de deelnemers te maken met een achterban. Hoe overtuigen zij de wegenbeheerders dat de kwaliteit NU wel goed is? Duidelijk werd dat met de resultaten van de tien jaar ervaring met de zogenaamde ‘VROM-subsidie-wegvakken’ veel vragen beantwoord kunnen worden.

In het interactieve ontwerpatelier waar TNO een nieuw ontwerpprogramma demonstreerde, werd duidelijk dat draagvlak gecreëerd kan worden door samen naar een ontwerp te kijken. Het programma zou het mogelijk moeten maken met meerdere mensen tegelijk te kijken naar een probleem en de mogelijke oplossingen direct in het model aan te passen en de effecten te zien. Ondanks enige technische mankementen, bleek dit door de directe invoer van een scherm of het verlagen van de snelheid op de weg. Op papier oogt dit een zeer sterke stap in modellering. Dit bleek ook uit de enthousiaste toelichting van de burgemeester van Rotterdam die samen met TNO het programma heeft getest. CROW is samen met TNO aan het kijken naar de mogelijkheden dit programma door te ontwikkelen en in te zetten.

Op de verschillende netwerkmomenten reageerden de bezoekers enthousiast. Voor de meesten was het een scala aan bekende gezichten en deed het een beetje aan als een reünie van geluidsbeleidsmatig Nederland. De bezoekers waren erg te spreken over de opzet. Vooral het verhaal van Bas Haring sloeg aan. Er was enige teleurstelling over het gebrek aan daadwerkelijk technische inzichten en vernieuwingen. Maar al met al heeft het gros toch iets mee naar huis kunnen nemen, voor sommigen waren het antwoorden, een ander kreeg de handvatten die men zocht. Voor een derde waren het nog meer vragen, maar wel met een verduidelijking van mogelijkheden.

Tijdens de afsluiting werd de beste vraag van de dag nogmaals herhaald. De vraag zelf komt voort uit het probleem dat velen kennen. De kwaliteit van dunne deklagen. In het verleden was de kwaliteit niet wat er van verwacht mocht worden. De vraag luidde dan ook: “Waar staan we met dunne deklagen?”

Dat bij de borrel de stemming er goed inzat, was de eerste indicatie dat de dag goed was bevallen. Uit wat rondvragen bleek dat de meeste mensen tevreden waren, ze gingen fris naar huis, met nieuwe ideeën en sommigen ook met frisse moed. Volgens een aantal deelnemers zouden er meer van dit soort dagen moeten zijn. Het zijn netwerkmomenten, maar ook juist de momenten om kennis uit te wisselen, sommige mensen hebben het rijk alleen wat geluid betreft. Juist deze groep mensen zou graag wat meer kennisuitwisseling en netwerkmomenten zien.

Wegverkeerslawaai en overlast is iets dat niet alleen lokaal gezien moet worden. Het is een probleem in een groot deel van het land, Waarom wordt dit niet meer gezamenlijk opgepakt?

 
    home...