Vragen over kostenstijging Project Isolatie Schiphol

Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 18 februari 2003

In haar brief aan de Tweede Kamer gaat de staatssecretaris, mw. drs M.H. Schultz van Haegen in op de vragen van het ex-kamerlid, Jan te Veldhuis (VVD) omtrent de kostenstijging van de isolatie van woningen rondom Schiphol.

Vraag 1. Kunt u uiteenzetten wat de precieze redenen zijn voor de gigantische stijging van de kos-ten inzake de geluidsisolatie van woningen rondom Schiphol in het kader van progis en waarom deze kosten(stijgingen) niet eerder zijn of konden worden voorzien?

Antwoord 1. De kostenstijging (van € 235 mln naar € 410 mln) wordt onder meer veroorzaakt door een vertraging in het project tijdens het beheer door AAS en de noodzakelijke overdracht naar het Rijk. Daarbij spelen een sterke stijging van de marktprijzen en het ontbreken van prijsindexering een belangrijke rol. Bij de overname van het project door het Rijk is de totale kostenopgave doorgelicht, waarna nog een second opinion is gevraagd van een onafhankelijke bouwkostendeskundige. Vanaf dat moment is gewerkt met vaste eenheidsprijzen, die jaarlijks op basis van de bouwindex worden verhoogd. Het is niet zo dat deze kosten(stijgingen) niet eerder zijn of konden worden voorzien. De in de voetnoot genoemde raming in 1995 (€ 181 mln) was opgeno-men in de PKB en had betrekking op een zeer globale inschatting van de te isoleren wo-ningen (uitgaande van de ervaringen met GIS-1).

Het uit te voeren isolatieprogramma moest vervolgens worden gebaseerd op de definitie-ve geluidszones in de aanwijzing Schiphol. In 1997 is deze raming in overleg met de luchtvaartsector daarom al verhoogd tot € 255,5 miljoen (ƒ517 mln). Op de oorzaken van de daaropvolgende kostenstijging is aan het begin van dit antwoord ingegaan.

Vraag 2. Is de luchtvaartsector, die de kosten van de geluidsisolatie draagt, op de hoogte gehouden van deze kostenstijging? Wat is hun reactie hierop?

Antwoord 2. De luchtvaartsector is op de hoogte gehouden. De sector is nooit blij geweest met het in de Luchtvaartwet gehanteerde beginsel “de veroorzaker betaalt”. De kostenstijging heeft daar niets aan toegevoegd.

Vraag 3. Hoe beoordeelt u de rechtsonzekere en rechtsonduidelijke situatie van de luchtvaartsector, die immers steeds wordt geconfronteerd met steeds wisselende c.q. oplopende financiële lasten, en acht u dit redelijk en billijk?

Antwoord 3. Er is geen sprake van een rechtsonzekere en rechtsonduidelijke situatie. De heffingen die van de luchtvaartsector worden gevraagd zijn in de Luchtvaartwet opgenomen. Wijziging van de heffing vraagt een wetswijziging. Een stijging van de isolatiekosten betekent – in-dien de wet niet wordt gewijzigd – niet meer dan een langer doorlopen van de heffing. Doorberekening van de kosten is niet onredelijk of onbillijk. Doorberekening is een ge-volg van het in de Luchtvaartwet gehanteerde beginsel “de veroorzaker betaalt”. In de re-cente wijziging van de Wet luchtvaart in verband met het gebruik van Schiphol is dit be-ginsel nog eens bevestigd.

Vraag 4. Is er onderzoek gedaan hoe in andere Europese landen wordt omgegaan met de kosten rond geluidsisolatie, en welke gegevens respectievelijk vergelijkingen levert dat op?

Antwoord 4. In 1995 zijn de isolatieprogramma’s van een aantal Europese landen bekeken. Een verge-lijking tussen de verschillende programma’s blijkt niet goed te maken. Het in Nederland uit te voeren isolatieprogramma moet – gelet op de wettelijke bepalingen - aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Dat wil zeggen dat – in tegenstelling tot in andere landen - per te isoleren woning een bepaalde waarde van de geluidwering moet worden bereikt. Daar-naast moeten de aan te brengen geluidwerende voorzieningen nog eens voldoen aan de in Nederland geldende bouwvoorschriften.

Vraag 5. Kunt u aangeven of er onregelmatigheden zijn geweest in de aanbestedingsprocedure en/of de uitvoering daarvan in het kader van progis, dan wel welke inhoudelijke wijzigin-gen in de isolatieprogramma’s zijn opgetreden sedert de eerdere kostenramingen?

Antwoord 5. De aanbesteding heeft plaatsgevonden door Amsterdam Airport Schiphol (AAS) volgens de Europese richtlijnen. Op basis van de inschrijvingen is door AAS gegund. Er zijn geen aanwijzingen voor onrechtmatigheden bij de aanbestedingsprocedure.

Zie voor de inhoudelijke wijzigingen in de isolatieprogramma’s het antwoord op vraag 1. Voorts heeft een wijziging plaatsgevonden als gevolg van de wijziging van de aanwijzing Schiphol in juni 2000 voor het vierbanenstelsel (S4S2).

Vraag 6. Welke mogelijkheden ziet u om de nadelen van het huidige open-eind-systeem op te hef-fen of te verzachten?

Antwoord 6. Het open-eind-systeem is inherent aan de in de Luchtvaartwet opgenomen systematiek. Wel kan bij toekomstige wetswijzigingen beter dan tot nu toe worden gecommuniceerd over de financiële gevolgen ervan en kan inzicht worden gegeven in de uit de wetswijzi-ging voortvloeiende kosten.

Bron: website ministerie V&W, www.minvenw.nl

home...