Hoogleraar Stallen: geluidhinder is meer dan decibellen

Meten is niet altijd weten 

Mare, Universiteit Leiden, december 2001, overgenomen met toestemming

Door het eenzijdig uitdrukken van geluidhinder in cijfers houden politici de illusie van een hinderloze samenleving in stand, stelt de nieuwe hoogleraar toegepaste psychologie van de geluidhinder Pieter Jan Stallen. Op 7 december 2001 sprak hij zijn oratie 'Godot en geluidhinder' uit. 

Zijn eigen vliegtuig maakt geen enkel lawaai en veroorzaakt dus ook geen hinder. Pieter Jan Stallen, hoogleraar geluidshinder, is een niet onverdienstelijk deltavlieger die ook deelneemt aan NK's. Al deltavliegend, vertelt hij, speelt zijn hoogtevrees hem geen parten. 'Als ik in de lucht hang met mijn vleugel die ik heb geïnspecteerd en zo, heb ik geen problemen, maar als ik op het balkon van iemands flat ben, voel ik me nooit echt lekker.' 

Het gevoel meester van de situatie te zijn, is een belangrijke factor bij het ontstaan van stress of frustratie. Die psychologische wijsheid past Stallen toe op het vraagstuk van de geluidhinder, met name die in de luchtvaart. Geluidsbelasting is eenvoudig in decibellen uit te drukken, maar geluidhinder is, zo zegt Stallen, zolang het geen lichamelijke effecten heeft grotendeels een sociaal fenomeen. 'Geluidhinder heeft te maken met dwang. Je ervaart geluidhinder als je niet de vrijheid hebt om de vorm van blootstelling aan geluid te kiezen die bij jou past. Op een bepaalde plek kan de geluidsbelasting relatief laag zijn, maar de hinder hoog - en andersom.' Absoluut is de geluidhinder dus niet te bepalen. Van de ene buurman kun je avond aan avond zijn avondlijke klusactiviteiten verdragen, terwijl de andere buurman je al met een opgehangen schilderijtje irriteert. 

Rond Schiphol zijn er ook voorbeelden te over dat geluidhinder maar gedeeltelijk met het lawaai zelf te maken heeft. 'Vroeger werd er op de scholen in het Amsterdamse Bos 'een minuutje stilte voor onze KLM' gevraagd, als er een vliegtuig overkwam. Men vond het niet erg - terwijl vliegtuigen toen veel meer lawaai maakten.' 

Bouwverbod

Bij de aanpak van de geluidhinder van Schiphol blijkt de Nederlandse regering de sociale kanten ervan totaal te veronachtzamen schetst Stallen in een paper dat hij samen met zijn Leidse collega Herman van Gunsteren schreef. De regering heeft een gebied aangewezen waarbinnen de geluidsbelasting hoger dan 35 Ke (Kosteneenheid, de Nederlandse norm) mag zijn. Worden er daarbuiten te veel overschrijdingen van die norm gemeten, dan krijgt Schiphol een boete en moet het tijdelijk banen sluiten. Binnen het gebied van meer dan 35 Ke - de '35 Ke-contour '- staan nu zo'n dertienduizend woningen. Die mogen gewoon bewoond blijven, ook al bereikt de geluidsbelasting waarden tot 65 Ke - waarbij lichamelijke effecten als verhoogde bloeddruk kunnen optreden. Bij 45 Ke krijgt de bewoner wel geluidsisolatie aangeboden. Weigert hij dat, dan heeft dat geen enkele consequentie. Tegelijkertijd is er voor dit gebied wel een bouwverbod van kracht. Hoewel de huizen in het gebied behoorlijk in trek zijn, wordt aan de bewoners toch een alarmerend signaal gegeven, menen Stallen en Van Gunsteren. 'Hier wringt iets. Is het dan toch ongezond hier te wonen, zijn er risico's waaraan men ons nog wel maar nieuwe bewoners liever niet meer wil blootstellen?' Dat leidt tot ongerustheid en de twee auteurs durven dan ook de stelling aan dat de overheid met zo'n beleid de geluidhinder eerder bevordert dan bestrijdt.

Ook alternatieven voor het huidige regeringsbeleid hebben hetzelfde manco volgens Stallen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het recente advies van de commissie-Berkhout om de contour te verfijnen: meer geluid toestaan boven weilanden en industriegebied, minder dan 35 Ke boven woonhuizen. 'Het stoort me dat je daarvoor in heel wijd gebied rond de luchthaven meetpalen neer moet zetten. Je moet de implicaties beseffen voor degene die naast die paal woont en die 's avonds de scorelijst af kan lezen. Als bij die paal normaal gesproken een waarde van 10 Ke gemeten moet worden, zullen mensen er een recht op die 10 Ke aan ontlenen. Vinden er overschrijdingen plaats, dan trekken ze aan de bel. Zo bevorder je dus ook weer de geluidhinder.'

Knagende onvrede

Stallens onderzoek beperkt zich niet tot de sociaal-psychologische aspecten van geluidhinder, ook de politieke mechanismes interesseren hem. De zuiver technische benadering van geluidhinder ligt ook ten grondslag aan de politieke dadendrang om 'voorgoed grenzen te trekken' in de strijd tegen de geluidhinder, zo stelt hij samen met Van Gunsteren. 'Wanneer hinder in één cijfer van geluidbelasting wordt uitgedrukt, is er nog maar één richting: omlaag. Zolang als er dan geen situatie van nul-belasting is bereikt, is er een boze buitenwereld, in dit geval belichaamd door de luchtvaart.' Politici houden zo volgens de Leidse hoogleraar 'de illusie van een hinderloze samenleving' in stand.

Daarnaast speelt schaamte of verlegenheid met de negatieve kanten van ieders vliegvakanties een rol bij die dadendrang. 'Streng zijn op Schiphol dwingt die knagende onvrede tenminste een beetje terug.' De nationale luchthaven is daarbij een dankbaar mikpunt van actie. Onbehagen over afwenteling van economische groei op het milieu kan prachtig samengaan met burgerlijke sentimenten als het klassieke Not In My Back Yard. Zo wordt een machtige coalitie gesmeed 'van anti-burgerlijke en hoogst burgerlijke samenstelling, waarop de politiek natuurlijk wel een antwoord moet geven: wij stellen een grens'.

Wat biedt Stallen voor alternatief? 'Zoeken naar flexibiliteit en pluriformiteit, luidt zijn antwoord. 'Je moet mensen keuzemogelijkheden aanbieden. Laat ik een voorbeeld noemen. Bij het subsidiëren van geluidsisolatie wordt nu een heel scherpe grens getrokken: hier wel, aan de overkant van de straat niet. Daar kun je een glijdend systeem voor in de plaats stellen, waarbij van de bewoners een steeds grotere eigen bijdrage wordt verwacht. Daardoor toont de overheid dat ze aandacht voor haar burgers heeft, wat de frustratie kan helpen verminderen. En ze doet natuurlijk iets aan de feitelijke geluidsbelasting.'

Of de politiek gevoelig is voor Stallens oproep om oog te hebben voor de niet-akoestische factoren bij geluidhinder, moet nog blijken. In ieder geval woedt de discussie over de normen voor Schiphol nog volop, ook omdat er nog een nieuwe Europese geluidsmaat, de Lden, moet worden ingevoerd. 'Ik ben wel met mijn neus in de boter gevallen, ja. Maar wat ik te zeggen heb, heeft een grotere reikwijdte dan de kwestie-Schiphol alleen. En bovendien, die kwestie speelt al zo lang en is zo brisant, laat ik daar maar geen pretenties over hebben.' 

Wie betaalt, bepaalt niet

De leerstoel van sociaal-pyscholoog Pieter Jan Stallen (1948) is in verschillende opzichten een bijzondere. Ze is ingesteld door de stichting Platform voor de Nederlandse Luchtvaart en wordt betaald door een conglomeraat van sponsors, waaronder de NS, het directoraat-generaal Luchtvaart (de vroegere Rijksluchtvaartdienst) en reisorganisatie Travelunie. Behalve onderwijs, zal er ook onderzoek rondom de bijzondere leerstoel plaatsvinden. 'Het ligt dus voor de hand dat ik me bezig zal houden met geluidhinder bij collectieve blootstelling, met name verkeerslawaai. Maar wat er uit het onderzoek op die terreinen komt, is mijn verantwoordelijkheid.' Behalve Stallen zelf die drie dagen in de week hoogleraar is en zich met name op de geluidhinder van de luchtvaart richt, worden er nog twee aio's gefinancierd. Eén daarvan stort zich op allerlei vormen van geluidhinder in het Rijnmondgebied, de ander op de politieke aanpak van geluidhinder.

Lees hier de volledige tekst van de oratie van Pieter Jan Stallen: http://www.leidenuniv.nl/mare/2001/15/OratieStallen.doc 

home...