Schiphol verscherpt beleid tegen lawaaiige vliegtuigen

Schiphol, 23 maart 2001

Amsterdam Airport Schiphol zal met ingang van 25 maart 2001 haar beleid tegen lawaaiige vliegtuigen verder verscherpen. Een aantal restricties dat al gold voor de zogenaamde Hoofdstuk 2-toestellen (meest lawaaiige vliegtuigen) wordt nu ook van kracht voor de lawaaiigste vliegtuigen van de stillere Hoofdstuk 3 categorie. Deze vliegtuigen worden ook wel de "onderkant Hoofdstuk 3-toestellen" genoemd. De verdere aanscherping komt voort uit de wens om de geluidsbelasting rond Schiphol te beperken en zo het aanbod van vliegverkeer binnen de wettelijke geluidszones te kunnen blijven verwerken.

Omloopverhouding

Vliegtuigen die tot de onderkant van Hoofdstuk 3 behoren zijn vaak Hoofdstuk 2-toestellen die door enkele aanpassingen net in Hoofdstuk 3 vallen. Deze aanpassingen zijn bijvoorbeeld een motormodificatie of een hushkit (geluiddemper). Vliegtuigen die tot deze categorie behoren zijn bijvoorbeeld de DC 9, Boeing 737-200 en de Tupolev 154. Deze hebben een zogenaamde omloopverhouding van minder dan 3. Dat betekent dat er minder dan drie delen lucht om de motor heengaan dan er in de motor worden verbrand. Hoe hoger deze omloopverhouding des te minder geluid een vliegtuigmotor maakt.

Restricties voor onderkant Hoofdstuk 3-toestellen

Met ingang van 25 maart 2001 krijgen nieuwe luchtvaartmaatschappijen geen toestemming om diensten op Schiphol te openen met vliegtuigen die behoren tot de onderkant van Hoofdstuk 3 met een omloopverhouding van minder dan 3. Maatschappijen die al verbindingen met Schiphol onderhouden, mogen geen nieuwe diensten openen met deze categorie vliegtuigen of de frequenties op bestaande routes met deze toestellen uitbreiden.

Verder gaat voor vliegtuigen met een omloopverhouding van minder dan 3 een start- en landingsverbod gelden tussen 18.00 uur en 08.00 uur. Voor vliegtuigen, behorende tot de onderkant Hoofdstuk 3- toestellen, met een omloopverhouding groter dan drie geldt momenteel al een startverbod tussen 23.00 uur en 06.00 uur. Tot deze laatste categorie behoren o.a. de Boeing 747-200/300 en de DC-10.

Succesvol beleid Hoofdstuk 2-toestellen

Amsterdam Airport Schiphol voert sinds november 1995 een beleid om het gebruik van de Hoofdstuk 2- toestellen op de luchthaven te ontmoedigen. In 1995 was nog 18,1% van alle straalvliegtuigen op Schiphol een Hoofdstuk 2-toestel. In 2000 was dit aandeel nog maar 0,2%. Schiphol is op dit gebied koploper onder de grote internationale luchthavens van Europa.

Hogere landingsgelden

Behalve het nachtelijke start- en landingsverbod en de maatregel dat er geen nieuwe diensten gestart mogen worden met de meest lawaaiige Hoofdstuk 3-toestellen, zijn de landingsgelden voor deze vliegtuigtypen hoger. Deze toeslag gaat - afhankelijk van toestemming van de minister van Verkeer en Waterstaat - dit jaar omhoog van 15% naar 20%. De stilste Hoofdstuk 3-toestellen krijgen daarentegen een korting. Deze is op dit moment 5% maar wordt verhoogd naar 10%.

Bron: via Nieuwsbank

home...